Zondag 21 mei: zevende paaszondag

Zondag 21 mei: zevende paaszondag

  “Omdat zij U toebehoren”

                                                                                         Johannes 17, 1b-11a

 

Een evangelie als dit kan de indruk wekken puur individualisme te zijn. Jezus heeft het over de verbondenheid met zijn Vader en bidt voor de beperkte kring van zijn leerlingen. Je hebt het gevoel dat het hier gaat om de korte ik-gij-relatie, waarbij de partner bovendien een onzichtbare God is en een even ongrijpbare Jezus van Nazaret. Heeft een tekst als deze dan nog enige maatschappelijke relevantie? Vaak wordt een dergelijke vraag gesteld uit reactie tegen een welbepaalde vorm van godsdienstigheid. Enkele decennia terug werd sterk de individuele gelukzaligheid beklemtoond. Het kwam erop aan je hemel te ‘verdienen’, het eeuwig leven te ‘verwerven’ als beloning voor een nauwgezet christelijk bestaan. Het geloof was een zaak van de individuele mens en zijn God. Vandaag staan we huiverig tegenover een dergelijk vroomheidsideaal. Wij zijn ons meer bewust geworden van onze verantwoordelijkheid ten aanzien van anderen. Wij zijn van oordeel dat een waarachtig geloof vraagt om een of ander vorm van sociaal engagement. Ontbreekt dit, dan kan je de authenticiteit ervan betwijfelen.

 

Toch is de inhoud van het evangelie minder individualistisch dan we denken. Johannes plaatst dit gebed tijdens het laatste samenzijn van Jezus met zijn leerlingen. Oog in oog met de dood spreekt Hij het diepste uit van wat Hem persoonlijk beroert. Het is zo menselijk wat hier gebeurt. Grenssituaties zijn vaak gelegenheden om orde op zaken te stellen. Sommige mensen verdelen hun materiële goederen wanneer zij hun levensavond voelen naderen. Anderen verwoorden wat hen sterk bezighoudt. Een vader vraagt op zijn sterfbed aan zijn kinderen dat zij elkaar blijvend liefhebben. Het minste wat in die momenten gezegd wordt, laat onuitwisbare sporen na, omdat het hele leven dat eraan voorafgaat erin weerkaatst wordt. In het evangelie zijn we getuige van iets gelijkaardigs. Alles wat Jezus uitspreekt in dit gebed heeft Hij zijn leven lang gedaan. Hij heeft God kenbaar gemaakt door over Hem te vertellen, door mensen te genezen en zonden te vergeven. Hij is rondgetrokken van dorp tor dorp, van ontmoeting tot ontmoeting, met telkens dezelfde bekommernis: “het werk volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen” (Joh 17, 4). Hij hoopte dat velen zouden geloven dat zij de Vader toebehoorden (Joh 17, 6). Hij liet dit zien in tekenen, waardoor Hij mensen bevrijdde uit hun zogezegde Godverlatenheid. Hij gaf uiteindelijk zelf het sterkste geloofsgetuigenis door, in het volle vertrouwen op zijn Vader, alles uit handen te geven. Dit gebed vat dus tegelijk samen waarvoor Jezus zich heeft ingezet én waarom Hij bereid was een dergelijke hoge prijs ervoor te betalen. De reden ligt niet bij Hemzelf, maar bij zijn God en bij de ontelbaar velen die Hem gegeven zijn.

 

Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
Infra Antenne Noord
8200 Brugge-Sint-Kruis
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.