11 jan Zondag 15 januari: tweede zondag door het jaar
“Zie het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt”
Joh 1, 29-34
Vandaag stapt Jezus, als volwassen-geworden man geruisloos de wereld binnen tot bij Johannes de Doper. Daar wordt Hij begroet als het “Lam Gods”, een ietwat vreemde aanspreking voor wie niet vertrouwd is met de de joodse achtergronden van dit beeld. Toch vormt het een prachtige aanvulling bij de boodschap van vorige week maandag. De doop aan de Jordaan wordt niet uitdrukkelijk vermeld. Wel horen wij er zijdelings over spreken door Johannes, die in woorden probeert uit te zeggen wat hij intuïtief aanvoelt, wanneer Hij Jezus op dit moment van zijn leven ontmoet. Opnieuw krijgen wij een antwoord op de vraag: wie is Hij toch, die onder ons is gekomen als een weerloos mensenkind?
Ontmoetingen met mensen kunnen lang nawerken, vooral wanneer hun woorden je hebben geraakt of wanneer je achteraf beseft welke verandering dit contact in je leven teweegbracht. Wanneer Johannes zijn evangelie schrijft, liggen reeds enkele tientallen jaren tussen hem en Jezus’ openbaar optreden. Ondertussen hebben Paulus, Petrus en de andere apostelen hun geloof in de verrezen Heer overal verkondigd en zijn de eerste christengemeenschappen ontstaan. Mensen worden gedoopt, komen samen om eucharistie te vieren en te bidden. Zij ondersteunen de armen in hun midden en delen van hun bezittingen. Samen met dit ontluikend christelijk leven groeit het inzicht in de persoon van Jezus en in de betekenis van zijn komst. Het wordt duidelijker waarom Hij heeft geleden en is gestorven. De werkelijkheid van zijn verrijzenis dringt door. Er ontstaan woorden en beelden, namen en titels die uitzeggen in Wie men gelooft en waarom? Eén ervan is het ‘Lam Gods’ met de toevoeging ‘dat de zonden van de wereld wegneemt’ (Joh 1, 29). De evangelist legt deze aanspreking in de mond van Johannes de Doper, maar veel meer is het de weergave van een levende geloofsvisie, die hij als ‘Leitmotiv’ bij het begin van het openbaar leven plaatst.
Bij een eerste aanblik lijkt het een samenvoeging van twee tegenstrijdige realiteiten. Een lam roept woorden op zoals zachtheid, onschuld, weerloosheid. Wat kan het ondernemen tegen de zonde van de wereld, tegen de bedreiging die van de ene mens uitgaat naar de andere? De eerste christenen herkenden in Hem “de man van smarten, door mensen veracht en verstoten” (Jes. 53, 3). Ze begrepen dat Hij het lam was, dat naar de slachtbank wordt geleid. (Jes 53, 7). Vandaag staat voor Johannes geen koninklijke Messias, maar Gods mens geworden Woord, dat zich vrijwillig bekleedt met een mantel van onmacht en dienende liefde.
Padre Nikolaas Devynck o.s.b. Infra Antenne Noord Sint-Kruis - Brugge
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.