Zondag 27 november: eerste zondag van de Advent

Zondag 27 november: eerste zondag van de Advent

Eerste zondag van de advent – Jaar A

                                                 De donkerste weken van het jaar.

                                                                                                            Mt. 24, 37-44

Vandaag beginnen we een nieuw liturgisch jaar en gaan wij gedurende tweeënvijftig weken op stap met de evangelist Matteüs. Traditioneel is de adventstijd een periode waarin onze menselijke hunker naar geborgenheid en vrede zeer intens is. In de donkerste weken van het jaar steken wij, week na week, een kaars meer aan op de adventskrans. Er kan wat romantiek mee gemoeid zijn en waarom niet? Maar veel meer staat dit broze licht symbool voor de hoop die wij koesteren, voor onze onuitgesproken verwachtingen omtrent onszelf en de wereld waarin wij leven. De rijke lezingenschat van de komende advent reikt ons beelden en woorden aan om wat onzegbaar is toch levendig te houden. Er wordt ons een paradijselijke wereld geschetst, een harmonieuze toekomst met perspectieven die onze verbeelding ver overschrijden. Toch is dit alles geen louter menselijke aangelegenheid. Toch is dit alles geen louter menselijke aangelegenheid. Voor alles is het Gods werk. Hij laat de gerechtigheid neerdalen als de dauw van een nieuwe morgen. Hij biedt beschutting, hoop en vrede.

 

Het mooiste wat de lezingen van de advent ons aanreiken, is de belofte dat God zelf tussen de mensen komt wonen. Alleen is het verrassend op welke manier dit gebeurt. Zelfs Johannes de Doper verstaat zich niet uit wat hij hoort vertellen over Jezus’ optreden. Vertwijfeld laat hij via zijn leerlingen de vraag stellen: “Zijt Gij de Komende of hebben wij een ander te verwachten?” (Mt.11, 3). Is dit ook onze bedenking niet wanneer wij uitzien naar de komst van de Heer?

 

Wees waakzaam! Elk jaar opnieuw begint de advent met deze woorden. Het klinkt als een waarschuwing, geschikt om mee te nemen naar de dagdagelijkse realiteit. Het gevaar bestaat immers dat wij te veel opgeslorpt worden door de eindejaarsdrukte en vergeten dat het gebeuren van Kerstmis vooral een innerlijke voorbereiding vraagt. God wil verwacht worden, wanneer Hij komt. Het goudgele licht is pas merkbaar voor wie dieper kan kijken dan de uiterlijkheid van mensen en dingen. Ook wij zelf worden uitgenodigd om ons te keren naar het licht en om te doen wat Jezus ons heeft voorgeleefd. Dan zullen wij de komst van Gods vrede verhaasten en zal onze wereld omgevormd zijn tot een huis van liefde, waar elke mens in het gelaat van de ander de warme gloed, die van het kerstgebeuren uitgaat, herkent.

 

“Rorate coeli! Scheur toch de hemel open en dal af! Wees niet vertoornd, Heer, wees niet vertoornd. Gedenk niet langer onze zonden. Uw heiligdom hebben wij verlaten, wij zijn uw Naam vergeten, Heer onze God, bekeer ons tot U!”

 

Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
Infra Antenne Noord
Sint-Kruis - Brugge

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.