Zondag 9 oktober: 28ste zondag door het jaar

Zondag 9 oktober: 28ste zondag door het jaar

Rein en onrein

                                                                                       Lc 17, 11-19

Melaatsheid was een van de ziekten in Jezus’ tijd, waarrond een sterke taboesfeer hing. Wie ermee besmet was, moest in afzondering leven en zich op veilige afstand houden van wie gezond was. Het menselijk lijden dat hierdoor ontstond, werd nog versterkt door de religieuze duiding die aan het ziek-zijn gegeven werd. De persoon in kwestie zou zich op een of ander manier hieraan schuldig gemaakt hebben. De uitstoting van allerlei soorten ‘onreinen’ uit de joodse samenleving is een feitelijkheid die we spontaan veroordelen. Doch anderzijds herkennen we hierin een algemeen-menselijke reflex van zelfbehoud. In de plaats van melaatsen zou je vandaag aïdspatiënten, drugverslaafden, ongehuwde moeders, daklozen kunnen invullen. De ‘reinen’ in onze maatschappij zijn zij die een zeker aanzien genieten en het levensniveau aankunnen dat door de consumptiemarkt wordt opgedrongen. Voor de afstand tussen beide zorgen de gespecialiseerde opvangcentra en allerlei diensten van vrijwilligers. Indien Jezus thans op reis zou gaan tussen het grensgebied van wat wij de tweede, derde en de vierde wereld noemen, wie zou Hij dan ontmoeten of gaan opzoeken?

 

Misschien hou je niet van dergelijke actualiseringen. Zij kunnen zo vrijblijvend en een handige manier zijn om de eigenlijke boodschap van het evangelie voor ons uit te schuiven. Het gebeuren dat Lucas hier vertelt, staat te midden van de concrete werkelijkheid van toen en bevat een duidelijk appèl voor die tijd. Jezus is geen randfiguur binnen uitzonderlijke situaties. Hij beweegt zich tussen gewone mensen. Hij staat in de concrete realiteit van elke dag, trekt die open en laat die uitgroeien tot een ontmoetingsplaats met Hem en de Vader. De confrontatie tussen Jezus en de tien melaatsen kan symbool staan voor de vele ontmoetingen die Hij heeft op zijn reis naar Jeruzalem. Meestal gaat het om mensen die het slachtoffer zijn van een of andere onvrijheid en die Hij tegemoet treedt met een bevrijdend woord of een genezend gebaar. Hij doet hen opstaan, de een uit zijn verlamming, de ander uit zijn blindheid, een derde uit zijn zieke verslaving. Zo brengt Hij de beelden tot leven, waarmee profeten vóór Hem, de doorbraak van Jahwe’ s beloften hebben aangekondigd. Zelf neemt Hij, bij het begin van zijn optreden, de woorden van Jesaja in de mond en verbindt zijn aanwezigheid met de genezing van zieken, de vrijlating van gevangenen en de verkondiging van de Blijde Boodschap aan de armen. De genezingen die Hij verricht, vertolken dus enerzijds Gods uitgesproken zorg voor armen en kleinen. Anderzijds probeert Jezus de gehele mens die voor Hem staat te raken, in de hoop dat deze “opnieuw geboren wordt” en Hem herkent.

 

Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
Infrastructuur Antenne Noord
Sint-Kruis-Brugge
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.