Zondag 31 juli: achtiende zondag door het jaar

Zondag 31 juli: achtiende zondag door het jaar

Niet ‘hebben’ is het belangrijkste

                                                                                     Pr 1, 2; 2, 21-23 – Lc 12, 13-21

 

De woorden uit het boek Prediker liggen ons niet zo goed. In een welvaartswereld als de onze zijn bezit, comfort en luxe kwetsbare plekken voor wie probeert consequent mens en christen te zijn. Wat is verantwoord en wat niet? Hoe ver reikt de zorg voor anderen? Herverdelen, met wie en hoe? Daarbij komt nog het besef dat geld en rijkdom slechts een relatieve waarde hebben. Geluk en verbondenheid zijn niet te kopen. Je kan veel bezitten en tegelijk arm zijn aan liefde en echte menselijke contacten. De bijbelse schrijver doet ons op zijn minst nadenken.

 

Misschien ben je al eens naar Euro-Disneyland in het Parijse ommeland geweest? Een grandioos pretpark dat destijds 3,1 miljard euro kostte. Een stad van de glimlach en het handjes wuiven, een overvloed aan shops, restaurants, snoepwinkels… Het park kende bij de start een overgroot succes, zodat men onmiddellijk dacht aan een tweede. Net zoals de man in het evangelie kan je zeggen: “geniet ervan, eet, drink en rust uit”. Soms is het nodig dat je tijdig op adem en krachten komt, maar anderzijds is het goed dat je kritisch blijft ten aanzien van jezelf en van de manier waarop je leeft en waarop je vakantie neemt.

 

Vertrekken we bij het evangelie. Een man vraagt om tussenkomst in een erfeniszaak. Hij voelt zich tekort gedaan, ofschoon hij even gehecht is aan rijkdom, als zijn broer, die hij aanklaagt. Jezus doorziet hem en maakt van de gelegenheid gebruik om een waarschuwende hand uit te steken naar de hebzucht die elke mens bedreigt. Hij doet dit met een parabel, die vertelt over een rijke boer met een overvloedige oogst. Zijn akkers hebben het goed gedaan. Er is meer koren dan verwacht, met als gevolg dat de schuren te klein zijn om alles op te bergen. De enige oplossing is de eerste afbreken en er grotere bouwen. Zo kan de man zijn verzamelde rijkdom opsparen om er op tijd en stond van te genieten. Zijn handelwijze lokt echter twee reacties uit. God veroordeelt zijn dwaasheid en zijn kortzichtig egoïsme. Wat hij doet, is hoogst onverstandig. Hoeveel bezittingen hij ook heeft, zij betekenen niets oog in oog met de dood. Materiële zekerheid sluit geen waarborg in voor een lang en gelukkig leven. In een oogwenk kan er een einde aan komen en dan wordt iemand naar zijn echte waarde geschat. De rijke boer zit bovendien opgesloten in de enge wereld van zijn eigen ‘ik’. Hij vergeet dat de vruchten der aarde hem gegeven zijn, dat hij bestaat samen met anderen en dat in Gods ogen de mens een ruimere bestemming heeft dan wat hij tot hiertoe beleeft. De hebzucht heeft de rijke boer het zicht ontnomen op zijn Schepper, op zijn medemensen en ten slotte op zijn eigen hart.

 

Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
Infrastructuur Antenne Noord
Sint-Kruis-Brugge

                                                                      

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.