Zondag 29 mei: zevende paaszondag

Zondag 29 mei: zevende paaszondag

In het evangelie van vandaag

beluisteren we een gedeelte van het gebed

dat Jezus uitsprak tijdens het Laatste Avondmaal.

Jezus bidt voor zijn volgelingen

opdat zij onder elkaar één zouden zijn

en opdat deze eenheid zou uitgroeien

tot een levendig getuigenis van de Vader en van Hem.

Bidden wij op onze beurt

dat eenheid binnen onze militaire gemeenschap

mag groeien in intensiteit.

Hieronder de bezinningstekst van padre Nikolaas Devynck:

Eén van hart

Joh. 17, 20-26: Jezus bidt dat alle gelovigen één zijn in broederlijke liefde

Vandaag, tussen Hemelvaart en Pinksteren, wordt ons nogmaals de werkelijkheid van de levende God en de nabijheid van de verrezen Jezus verkondigd. Hoe afwezig zij ook lijken in onze huidige wereld, hun liefdevolle zorg voor de mens is en blijft dezelfde. We zijn met hen verbonden Wij worden door hen gedragen. Dit is de ervaring die ons wordt beloofd en aangereikt. Dit betekent niet dat we ‘altijd en overal’ hun aanwezigheid kunnen merken of op het spoor komen, wel dat zij er is, ook als wij het niet vermoeden of aanvoelen. Maar toch kan het af en toe gebeuren dat wij, net als Petrus aan de oever van het meer van Tiberias, blij verrast zeggen ‘Hij is er weer!” Soms is Gods inwoning in de mensen zo tastbaar, soms is Jezus’ woord zo levend.

Uit het gebed van Jezus tot zijn Vader spreekt niet alleen een diepe onderlinge verbondenheid. Het getuigt evenzeer van een sterke bekommernis voor de eenheid onder de leerlingen en onder allen die in Hem geloven. Al deze mensen heeft God Hem gegeven. Nu vertrouwt Hij hen aan elkaar toe, met als enige opdracht elkaar lief te hebben, “opdat zij één zijn zoals Wij één zijn” (v.22). Dit is de tweede levensdraad die ons tegelijk verbindt met anderen en in Jezus ook met zijn Vader. Misschien vinden wij dit niet zo nieuw. Dat wij ‘samen’ mens zijn én mens worden, is ene gegevenheid waaraan niemand twijfelt. Alleen leert de dagelijkse realiteit ons dat dit vaak moeizaam gebeurt. Toch spreekt Jezus de hoop uit dat de eenheid tussen en zijn vader mensen zou aansporen om te bouwen aan een even intense verbondenheid. Zelf heeft Hij dit voorgeleefd in talrijke ontmoetingen. Met woorden en gebaren heeft Hij duidelijk gemaakt dat er bij God gene onderscheid bestaat tussen rijk en arm, tussen jood en niet-jood. Allen zijn kinderen van de Vader. Zo hoopt Hij dat de kring rondom Hem zich uitbreidt en groeit naar een wereldwijde gemeenschap toe, waarin elke mens ongeacht zijn huidskleur, taal of afkomst zijn plaats vindt. Opnieuw is het betekenisvol deze wens van de verrezen Jezus te beluisteren in de tijd tussen Hemelvaart en Pinksteren. Het opent nu reeds de ramen en deuren van onze gemeenschap, van ons gezin en vriendenkring, van ons eigen hart, om straks de frisse wind van zijn Geest van liefde te laten binnenwaaien.

Sinds het Pinkstergebeuren is de Kerk een wereldwijde gemeenschap geworden. Toch is hiermee de eenheid waarvoor Jezus bidt niet voltooid. Zij wordt ook vandaag nog als opdracht aan ons meegegeven.

 

Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
Infrastructuur Antenne Noord
Sint-Kruis-Brugge

 

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.