Doopsel van de Heer: zondag 9 januari 2022

Doopsel van de Heer: zondag 9 januari 2022

Nu de feesten van Kerstmis, Nieuwjaar en Openbaring des Heren (Driekoningen) voorbij zijn, blijven we toch in de sfeer van het eerste begin. Het begin op de christelijke levensweg is het ontvangen van het doopsel. Water staat centraal, water waarin de dopeling ondergaat en ook weer opgaat. Maar niet alleen water speelt een hoofdrol, ook het ‘geroepen worden’. God roept, zijn Stem klinkt en die stem zegt dat je ‘veelgeliefd’ bent, in navolging van de Veelgeliefde wiens doopsel wij vandaag gedenken.

Hieronder de bezinningstekst van padre Nikolaas Devynck bij het evangelie van deze zondag:

Aan de oever van de Jordaan

Lc 3, 15-16.21-22

Vandaag treedt Jezus uit de voorlopigheid van Nazaret en staat Hij aan het begin van zijn openbaar optreden. Alle evangelisten verbinden dit moment met de prediking van Johannes de Doper. Beide mannen ontmoeten elkaar aan de oever van de Jordaan, waar de ene doopt en de Andere gedoopt wordt. Méér lijkt er niet te gebeuren. Als je echter van dichtbij kijkt en luistert, dan merk je dat er naast een eenvoudig gebaar van onderdompeling een overvloed aan geloof, aan herkenning en bevestiging aanwezig is. Elk woord dat gesproken wordt is beladen met de rijkdom van het verleden van Israël en met de nieuwheid van de toekomst die in Jezus doorbreekt. Dit alles laat de doop aan de Jordaan uitgroeien tot een onvergetelijk moment, dat op vandaag een weerklank heeft.

Het doopsel van Jezus vormt de overgang tussen het verhaal over Jezus’ geboorte en jeugd én zijn openbaar optreden. Lucas spreekt er slechts terloops over, ofschoon het hier gaat om een ingrijpend gebeuren. Enkele verzen zijn echter voldoende om de rijke betekenis ervan te ontvouwen. Het eerste wat hierbij opvalt is de aanwezigheid van een grote groep mensen. Jezus’ doopsel is een publieke aangelegenheid. Het voltrekt zich in het openbaar. Jezus schakelt zich bewust in in wat er leeft in zijn tijd en onder zijn volk. Hij wil jood onder de joden zijn, mens onder de mensen, niets méér, ook niets minder. Wellicht is dit één van de sterke ervaringen van zieken, armen, en zondaars geweest, dat Hij zich met hun lot vereenzelvigde. Hij was één van hen en zij van hun kant voelden zich door Hem begrepen en aanvaard.

Alleen de evangelist Lucas vermeldt dat Jezus na zijn doop bidt. Op dat ogenblik scheurt de hemel opent, daalt Gods Geest over Hem neer en weerklinkt een stem die Hem “mijn Zoon, de Welbeminde” (v. 22) noemt. Deze enkele zinnen kunnen de indruk wekken dat het hier gaat om een wereldvreemde figuur, die boven de menselijke ervaringswereld uitstijgt en slechts vanuit de hoogte ons bestaan deelt. Toch ligt de bedoeling van Lucas elders. Jezus is bij zijn doopsel geen andere mens geworden. Hij heeft evenmin in een soort visioen zijn hele levensweg gezien. Wel doet Hij sterke geloofservaring op, die haar sporen nalaat. Het nieuwe begin waar Hij voorstaat is niet enkel een persoonlijke aangelegenheid. Vóór alles raakt het zijn Vader en daarom trekt Hij zich bij Hem terug. Hij stelt zich voor Hem open, Hij vereenzelvigt zich met zijn wil. Zo ontdekt Jezus al biddend Wie Hem zendt en wat Hem te doen staat. Met zijn doop begint het pas, van dan af predikt en geneest Hij.

 

Gij die ons hebt gezegend met leven.

Als wij daaraan wanhopen

als het leven verkruimelt in onze handen,

houd ons dan Jezus Christus voor ogen,

die ondergedompeld werd in ons bestaan,

maar vasthield aan U en opstond

ons allen vooruit.

 

Laat zo ook uw uitdagende liefde 

ons nodigen om weer te worden

tot nieuwe mens als Hij?

 

Nikolaas Devynck o.s.b.
Infrastructuur Antenne Noord
Sint-Kruis-Brugge

 

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.