Verslag van de KOOG-dag in Antwerpen

Verslag van de KOOG-dag in Antwerpen

Verslag van de KOOG-dag die plaats had in het hart van Antwerpen.

 

Walscharts Annie

4/2004

We kwamen die avond samen – ieder op zijn eigen manier ( tram, fiets, trein …. ) – vanuit zijn eigen gemeente zijn eigen straat , vanuit zijn eigen huis.
Willem Vermandere vertelt in één van zijn liedjes over zijn huis als over o.a. zijn kasteel en zijn krot, zijn stilte en storm, zijn gekleed zijn en zijn bloot, zijn kilte en zijn vocht, zijn dromen en zijn doen, zijn toevlucht zijn aards paradijs……… En net zoals in zijn tekst vertrokken wij ook: “Dag huis dag grond dag bomen rondom. Dag huis totda’k were kom.”
We vertrokken voor een wandeling door een wijk van Antwerpen kijkend naar gebouwen – naar huizen van voor ons onbekende mensen. Neen, niet als architecten of kunstkenners noch als bouwaannemers of verkopers. We trokken rond met de K van KOOG in ons hart en met als eerste halte het kleine kapelletje in de Nationalestraat.
Gewoon even tot rust komen en merken dat hier dagelijks velen hetzelfde zoeken.
De volgende etappe werd vooral kijkend afgelegd. Wie zijn de bewoners van al die verschillende woonstijlen – wie kiest voor een moderne loft in een oud gebouw en wie woont er in het onopvallende steegje waaraan je makkelijk voorbij loopt als het donker wordt? Zouden we hier willen wonen – en wat als het lot ons hier naartoe bracht tegen onze wil in? Welke huizen boezemen vertrouwen in – daar wonen vast goede mensen – en voorbij welke huizen gaan we met een beetje onrust in ons hart – wie zou daar wel wonen?
MAAR: gaan we niet te vaak af op de eerste gedachte – het oppervlakkige – gezellig is het misschien juist daar waar we het het minst van al verwachten. In onze manier van omgaan met mensen moeten we ook vaak ons oordeel bijstellen. JEZUS noemde Zacheus iemand die op zoek was terwijl de omstaanders hem als een bedrieger en zondaar bestempelden. Ging Jezus trouwens niet vaker het verkeerde huis – het verkeerde mensenhart – binnen? Een gedachte om even over na te denken terwijl we verder gaan.

Iemand zei ooit tegen mij: “In een huis moet er altijd een beetje rommel zijn. Je moet op zijn minst zien dat er geleefd wordt”. Verder herinner ik mij een leerling uit een gezin met 8 kinderen. De anderen hingen gewoon aan zijn lippen wanneer hij vertelde over zijn gezin en hoe alles georganiseerd werd om samen-wonen mogelijk te maken. En daar ging het over op dit grote plein waar je een speeltuin voor kinderen vindt samen met het film- en fotomuseum en het Zuiderpershuis. We hadden het er over gezelligheid zoeken of steun en een babbel, kortom over ONTMOETEN en elkaar WAARDEREN
Jezus zei: “Laat de kinderen tot mij komen.”
Hij was dankbaar toen Maria Magdalena zijn voeten besprenkelde met balsem en vertelde ons voortdurend over het huis van zijn Vader waar een plaats voor ons bereid werd en waar we ooit samen zullen zijn – verenigd in Zijn Liefde.
Werken wij ook aan dat gevoel van Vrede en Geluk wanneer we op bezoek zijn in één van deze gebouwen of zijn we een beetje lastige klanten en moeilijke plaats-delers; bakenen we strikt ons territorium af of zijn we bereid letterlijk en figuurlijk een beetje op te schuiven voor de anderen? Een doordenkertje voor de volgende etappe.
Vanop een welbepaalde plaats in de volgende straat zien we twee gebouwen naast elkaar staan – zonder dat het ene het andere beconcureert – ze stralen rust uit: Het Museum Van Schone Kunsten en de Synagoge. Een rust die we niet altijd ervaren in de straten met hun vaak drukke verkeer – maar die spijtig genoeg ook niet altijd echt aanwezig is in het hart van mensen.
Eén van de belangrijkste betekenissen van ‘zonde’ in de bijbel en in de Joodse religie is onrust brengen. Jezus verwijst ernaar op het einde van het Onze Vader waar Hij letterlijk zegt: “En verlos ons van de onrust(brengers)”. Aan de vrouw die men wou stenigen vraagt Hij wanneer de anderen weg zijn: “Heeft niemand je onrustig gemaakt?” en na haar neen zegt Hij: “Dan zal ook ik je niet onrustig maken – ga dan nu je eigen weg en zorg dat je jezelf geen onrust aandoet.”
Elkaar beter leren kennen kan rust brengen. Waarom doet die man zo of zo? Soms groet hij en dan weer niet? Tot zijn vrouw uitlegt dat hij aan één oog bijna blind is en hij je vaak te laat herkent voor een groet – ze zei er ook wel bij dat hij zo van die dagen heeft dat hij het allemaal niet zo ziet zitten en dan , ja dan ziet hij letterlijk en figuurlijk geen mens staan… ziek zijn of gezond – rijk of arm – gelovig of niet – verschillende culturen, verschillende talen, verschillende huidskleur… en toch SAMEN!
Voorbij de Steinerschool – een mooi gebouw recht over een wat minder mooie kerkgevel – twee culturen, twee huizen waar spiritualiteit een belangrijke rol speelt – zijn zij welkom bij elkaar? Kunnen zij de handen in elkaar slaan als het om dienstbaarheid gaat? Laten we het hopen!

ELKAAR AANVAARDEN EN TOCH ONZE EIGENHEID KUNNEN BEWAREN
Na een flink stuk stappen komen we in de St. Andrieskerk. In de inkomhal praten we nog even over gebouwen en huizen waar mensen niet zo graag binnengaan: stempellokaal – kliniek – therapeuten – OCMWdiensten – gevangenis …. we kwamen het allemaal tegen op onze wandeling.
In de kerk zelf had de verantwoordelijke voor sfeervolle verlichting en muziek gezorgd. We waren er duidelijk welkom en dat gaf een fijn gevoel. Het was de ideale plek voor persoonlijke bezinning, enkele korte gebeden ….

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.