Studiedagen Blankenberge 2003. Een ethische kijk op de theorie van de rechtvaardige oorlog

Studiedagen Blankenberge 2003. Een ethische kijk op de theorie van de rechtvaardige oorlog

Verslag van de studiedagen die plaatsvonden in Blankenberge van 6 tot 9 oktober 2003. Het thema daar was ‘een ethische kijk op de theorie van de rechtvaardige oorlog’.

 

Van Den Eeckhout Johan

4/2003

1. EEN HERNIEUWDE KIJK OP DE THEORIE VAN DE ‘RECHTVAARDIGE OORLOG’

De humanitaire operaties zijn niet meer weg te denken uit de activiteiten van de Belgische Krijgsmacht. De aalmoezeniers worden hierbij geëngageerd in het pastoraal begeleiden van de militairen op missie in het buitenland. Zij weten zich ook verantwoordelijk voor het ethisch rationeel overwegen van de militaire activiteiten en zendingen en het toetsen van de operaties aan het onderweg zijn van God met de mensen. Met deze activiteit staan zij in een lange traditie. Al eeuwen wordt er in kerkelijke middens nagedacht over de relatie tussen geweld en verzoening, de verhouding tussen de realiteit van de oorlog en het visioen van de vrede.
Dit denken heeft onder andere zijn neerslag gevonden in de theorie van de rechtvaardige oorlog. Rekening houdend met de actuele humanitaire operaties waaraan Belgische soldaten deelnemen en geconfronteerd met interventies die een enorm impact hebben op onze gevoeligheid met het oog op wereldvrede, bv. de Amerikaanse interventie in Irak, is het belangrijk deze kritische evaluatie en toetsing verder te zetten. In die lijn werd als thema voor de studiedagen voor aalmoezeniers en pastorale werk(st)ers in Blankenberge gekozen voor: “De theorie van de rechtvaardige oorlog toegepast op moderne conflicten.”

2. BOEIENDE SPREKERS

Hoofdspreker voor deze studiesessie was Prof. Johan Verstraeten, ethicus aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Zijn beklijvende toespraak wordt hieronder in samenvatting weergegeven. Hij werd voorafgegaan door Prof. Guy Van Damme van de Koninklijke Militaire School te Brussel die een boeiende uiteenzetting gaf over de theorie van de rechtvaardige oorlog door de eeuwen heen. Wij onthouden er vooral uit dat zolang mensen in conflicten betrokken zijn, er nagedacht is geworden over wat toelaatbaar is en wat niet in het elkaar bestrijden. Niet alleen het Westen, ook het Oosten tot in China toe, kent men een traditie van overwegen welke principes gehanteerd dienen te worden om een oorlog ‘humaan’ te laten verlopen.
Om het theoretisch overwegen van de principes van de oorlogvoering niet in het ijle te laten verlopen, beluisterden wij ook padre Wim Smit die aan de hand van een fotosessie zijn ervaringen te Kosovo meedeelde. Padre André Vandennest gaf een relaas van zijn aanwezigheid te Afghanistan en padre Claude Selis bracht een gedegen analyse van de voorgeschiedenis van het conflict in Afghanistan waardoor wij de huidige interventie goed kunnen plaatsen. Wij mochten ook padre Mark Lateur beluisteren die boeiende stof bood voor discussie vanuit zijn nadenken over ‘Het fanatisme als pervertering van de ethische passie’.

3. ‘RECHTVAARDIGE OORLOG’: VOORBIJGESTREEFD?

Prof. Verstraeten verwees bij het begin van zijn toespraak naar de interventie van de Verenigde Staten in Irak. Vanuit christelijke optiek is er volgens hem een probleem met de theorie van de rechtvaardige oorlog (bellum iustum) omdat hij nogal eens misbruikt wordt in de praktijk van de oorlog. Zo zijn er recent voorbeelden van theologen in de USA die vanuit de theorie van de rechtvaardige oorlog politieke stellingnames van president Bush onderbouwen.
Als wij teruggaan naar de 13e eeuw dan zien wij dat voor Thomas van Aquino oorlog altijd een kwaad is maar dat er zich uitzonderlijke omstandigheden kunnen voordoen waarbinnen het kwaad van oorlog wordt toegestaan om een nog groter kwaad te voorkomen. Naar vandaag toe opteert Verstraeten ervoor de notie ‘Rechtvaardige Oorlog’ te vervangen door termen als ‘Humanitaire Interventie’ of ‘theorie van de conflictoplossing’. Deze laatste termen lopen minder het gevaar ideologisch misbruikt te worden. In wat volgt, wordt hier dieper op ingegaan.

4. ‘RECHTVAARDIGE OORLOG’: COMPLEXE TRADITIE

Historisch bekeken kunnen wij niet spreken van één theorie van de ‘bellum iustum’. Het betreft eerder een complexe denktraditie met een cluster aan theorieën. Er kunnen twee stromingen binnen deze complexiteit onderkend worden.
Enerzijds is er de kerkelijke doctrine die zich vooral concentreert op het ‘ius ad bellum’: wat is de rechtvaardige zaak waarvoor wij mogen vechten? Anderzijds is er de seculiere traditie die zich vooral inlaat met het ‘ius in bello’: als er oorlog is, welke regels dienen wij op te stellen zodat het niet uit de hand loopt. Terwijl de kerkelijke doctrine vooral door theologen is uitgewerkt, vinden wij in de seculiere traditie vooral juristen terug. De eerder praktische kijk van de juristen komt zo nu en dan in de verdrukking door het ‘grote gelijk’ van sommige theologen: het ‘ius in bello’ komt in gevaar als er een teveel aan ‘ius ad bellum’ is.

5. EENHEIDSDENKEN VAN F. DE VITORIA

De Spaanse theoloog F. de Vitoria brengt in de 16e eeuw beide denkrichtingen samen in een eenheidsdoctrine gebaseerd op het natuurrecht. Dit neemt niet weg dat de twee vroegere stekkingen zich verder manifesteren: een theologische component ontwikkelt zich vanuit de godsdienstoorlogen tussen katholieken en protestanten. Een oorlog is rechtvaardig als hij in naam van God wordt gevoerd. De rechtvaardige oorlog wordt als het ware een heilige oorlog. De argumenten die worden aangebracht zijn van louter religieuze aard.
Naast deze theologische richting ontwikkelt er zich tevens een natuurrechterlijke component. Hierbinnen wordt vooral juridisch en objectivistisch nagedacht. Deze seculiere strekking zoekt wegen om het geweld te matigen en vraagt hierbij vooral aandacht voor de niet-strijders (non-combattanten-principe) en de onschuldige slachtoffers. Door zich te onttrekken aan de religieuze argumentaties, zal deze component van de ‘iustum bellum’-theorie de basis leggen voor het moderne internationale recht.

6. POLITIEK MISBRUIK VAN DE ‘RECHTVAARDIGE OORLOG’

Prof. Verstraeten werpt de vraag op of wij ons niet kunnen beperken tot het internationale recht in de beoordeling van moderne conflicten? Want telkens een conflict zich aanbiedt, dreigt de theorie van de rechtvaardige oorlog te worden misbruikt om politieke redenen. De periode voor en tijdens de twee wereldoorlogen tijdens de 20e eeuw is er een tragisch voorbeeld van. Ondanks toespraken en teksten die getuigden van een eerlijke hunker naar vrede en een zorg om het vermijden van het conflict, bleek dat op een bepaald moment de oorlogsretoriek de bovenhand haalde waarbij de theorie van de ‘bellum iustum’ ook als wapen werd gebruikt.

7. PACEM IN TERRIS

Na de tweede wereldoorlog bracht het verder ontwikkelen van atoomwapens de dreiging met zich mee tot de algehele vernietiging van de mensheid. Paus Johannes XXIII schrijft dan ook in de encycliek ‘Pacem in Terris’ in 1963 dat in onze tijd van atoommachten het tegen de rede is dat oorlog nog zou geschikt zijn om orde en recht te herstellen.

8. NA DE VAL VAN DE BERLIJNSE MUUR

In het zog van de val van de Berlijnse muur ontstaan weerom nieuwe conflicten die om een ethisch kader vragen om oorlog te kunnen denken. Toch blijkt telkens weer dat feitelijke oorlogspraktijken en nieuwe wapensystemen op bijna simplificerende wijze worden gelegitimeerd vanuit de theorie van de ‘bellum iustum’. Waar ligt de oorzaak van dit telkens wederkerend verschijnsel? Hoe komt het toch dat de praktijk van de oorlogvoering altijd weer door de theorie van een rechtvaardige oorlog wordt onderbouwd?

9. ‘VOM KRIEGE’

Verstraeten vindt een aanzet van verklaring in het boek ‘Vom Kriege’ van Carl von Clausewitz (1780-1831). Deze eminente denker stelt dat oorlog een gewelddadige tweestrijd is waarbij geweld escaleert tot één van de partijen door de knieën gaat. Hij voegt hier aan toe dat oorlog de voortzetting is van de politiek met andere middelen.

10. POLITIEK – BEVOLKING – MILITAIREN

In zijn boek ‘Vom Kriege’ wordt de interactie tussen de politiek, het volk en de militairen geanalyseerd. Aangezien de oorlog de voortzetting is van de politiek met andere middelen, dient de politiek er in te slagen een juiste inschatting te maken van het probleemveld. Zoniet krijg je een escalatie van geweld in een oorlog. De ‘intelligence’ is hier zeer belangrijk. Als zij juist kan inschatten wat de voedingsbodem is van het dreigende conflict en welke politieke krachten er spelen, dan kan zij bijdragen tot een oplossing met een minimum aan geweld.
Er dient tevens rekening gehouden te worden met het irrationele, met name de passies bij het volk. Als je oorlog wilt voeren, dan moet je de steun hebben van de bevolking. De oorlog in Vietnam is voor de Verenigde Staten beëindigd geworden onder druk van de eigen bevolking die niet langer akkoord ging. Tot slot dienen de politici ook overleg te plegen met de militairen. Zo krijg je een voortdurende interactie tussen politiek, bevolking en militairen.

11. GEVOLGTREKKINGEN UIT DE THEORIE VAN VON CLAUSEWITZ

1. Een oorlog mag nooit gebagatelliseerd worden. Oorlog is geweld. Heden ten dage worden mooie termen aangewend om de gruwelijkheid van de oorlog te maskeren. ‘Chirurgische oorlogvoering’ is zo een term die te mooi is voor de gruwelijkheid die de realiteit inhoudt. ‘Vuurwerk boven Bagdad’ houdt de kijkers een spektakel voor dat het bloed moet weghouden van het TV-scherm.
2. Voor je een ethiek ontwikkelt, analyseer de politieke stand van zaken. Tracht tot een objectieve analyse van de probleemvelden te komen zonder opgezogen te worden in bestaande of aangebrachte vooroordelen. Het boek van S. Huntington (‘The Clash of Civilisations’) geeft bijvoorbeeld een té eng denkkader waardoor sommige positieve evoluties op wereldvlak niet worden gezien. Tracht een open dialoog te bewaren. In de nieuwe internationale orde is het opletten geblazen dat het niet louter en alleen het recht van de sterkste is die het haalt. Hiertoe is het goed de veelheid aan belangen die er werkzaam zijn te doorgronden.
3. Mensen zijn zelf onderdeel van een conflict. Als ethicus dreig je mee in de propagandamachine te gaan draaien. Je draagt hier een grote verantwoordelijkheid.
4. De vorming van de militairen is van groot belang. Zingeving en levensbeschouwing zijn onontbeerlijk als je wilt weten hoe en waarbinnen jij functioneert. Het zou jammer zijn als de militairen alleen nog voor de premie op humanitaire operatie vertrekken. In die zin is de ingevoerde cursus ‘burgerzin’ in de Militaire School van groot belang. Ook al functioneert de moderne democratie niet altijd perfect, zij is en blijft de staatsvorm van het minste kwaad.

12. BESLUIT

Alvorens de theorie van de rechtvaardige oorlog te gaan toepassen, is het belangrijk de ethiek van de internationale relaties te bestuderen. Want in het toepassen van de theorie kan je gemanipuleerd worden door een bepaalde politieke visie. Misschien is het wel belangrijker een ‘ius post bellum’ te ontwikkelen: hoe bouw je een land op als het conflict militair beslecht is?
Momenteel geeft Irak blijk van een chaotische toestand waarbij de oplossing nog niet onmiddellijk zichtbaar is. In Rwanda heeft men na de genocide lang met de vraag geworsteld hoe het land te herstellen en te verzoenen? Van Adenauer in Duitsland is geweten dat hij tijdens de tweede wereldoorlog zat te bidden in de abdij van Marialaag rond de vraag: hoe gaan wij de oude vijandschappen in Europa oplossen? De stabiele politieke evolutie binnen Europa na WO II is mede te danken aan het reeds zoeken naar een oplossing tijdens de oorlog. In die zin is het duidelijk dat de ethiek geen salongebeuren is aangezien het gelaat van een samenleving bepaald wordt door de slachtoffers.
Prof. Verstraeten sloot zijn boeiende analyse dan ook af met het voorstel eerder te spreken van ‘Conflictbeheersing’ dan van ‘Rechtvaardige Oorlog’ omdat het in oorlog altijd gaat om concrete mensen die slachtoffer zijn van geweld en bloedvergieten. Rechtvaardigheid is daarbij soms ver te zoeken.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.