Op bezoek bij de Shin-Boeddhisten

Op bezoek bij de Shin-Boeddhisten

In dit artikel van de hand van Fons Martens en Karel Horemans gaan de auteurs in op wat het Boeddhisme wérkelijk inhoudt. Dit naar aanleiding van het bezoek van KOOG aan de Shin-Boeddhisten.

 

Snijders Leo

1/2006

1. Wat is Boeddhisme wel en wat is het niet

Het woord Boeddha betekent eigenlijk ‘de verlichte’ dit is: een mens die de verlichting verwezenlijkt heeft. Hij is dan ook geen God. Boeddha spreekt zelfs niet eens van een God, schepper van hemel en aarde: dat probleem bleek voor hem niet van het geringste belang te hebben.
Er is dus in het Boeddhisme geen enkel leerpunt dat zou wijzen op een plusminus overeenkomst met iets dat wij in het westerse denken ‘God’ zouden noemen.
Het Boeddhisme is daarom ook geen godsdienst in de eigenlijke zin van het woord: dienst aan god. Vermits echter het Boeddhisme als heilsleer werkzaam is op het spirituele niveau kan men echter wel stellen in de ruimste zin van het woord, dat het Boeddhisme een religie is, maar zonder god.
Het zou anderzijds onjuist zijn het Boeddhisme alleen maar te stellen als een filosofisch stelsel of als een morele code die de mens zou leren om ‘goed’ te leven.
Wél is het Boeddhisme vooreerst een geheel van leer – en leefregels waarmee het mogelijk wordt dat de wezens (en in het bijzonder de mens) erin slagen zich uiteindelijk te bevrijden uit zijn lijdensbestaan. Het Boeddhisme beschikt over een onverwachte soepelheid door zijn empirische en dynamische leer om zich aan te passen aan toestanden, culturen en beschavingen die vaak in felle tegenstelling tot mekaar schijnen te staan, en dit zonder de kern van zijn leer te verloochenen; daar ze teruggaan op één fundamenteel heilsonderricht.
Weliswaar verschillen de verschillende Boeddhistische doctrines vaak door eigen interpretaties van de teksten maar het is een feit dat die verschillen hun oorsprong vinden, juist in de soepelheid en de openheid van de leer; de éne stroming zal bijvoorbeeld de moraliteit sterker beklemtonen, de andere legt meer nadruk op meditatie of ritueel. Maar elk onderscheid tussen de verschillende stromingen berust in feite niet op doctrinaire basisverschillen, maar komt neer op de toepassing van de diverse mogelijkheden en methodes die aangeraden worden om het onderricht van de Boeddha om te zetten in de praktijk van het dagelijkse bestaan.
Gezegd wordt trouwens dat de Boeddha zelf 84.000 verschillende versies van zijn leer zou onderricht hebben, rekening houdende met de morele en spirituele vermogens van zijn toehoorders.

2. Het leven van de Historische Boeddha

Buddha werd geboren als prins binnen de Shakyamuni-clan. Als prins Gautama Siddhartha rond 556 voor Christus in het stroomgebied van de midden – Ganges (oud grensgebied van Nepal).
Gautama groeide op in een beschermde omgeving en kreeg van huis uit een goede opleiding, waardig aan zijn status. De voorspelling die gedaan werd door een ascetisch heilig man over de boreling Gautama was dat hij zou opgroeien tot een groot koning, of tot een groot religieus leider, afhangende van de keuze die hij zou maken en het pad dat hij zou verkiezen om te volgen in zijn leven.
Om die reden werd prins Gautama afgeschermd van invloeden van buitenaf en over beschermd door zijn vader uit schrik dat hij zou kiezen voor het tweede. Deze laatste was dan ook zéér blij toen prins Gautama aankondigde te trouwen en koos voor een huiselijk leven.
Helaas voor de koning, bleef prins Gautama rusteloos van natuur, en het duurde dan ook niet lang voor hij zich in de stad waagde, buiten de beschermde muren en het milieu waarin hij tot nog toe geleefd had. Driemaal aanschouwden zijn ogen de harde realiteit van het dagelijkse bestaan tijdens evenveel uitstapjes. Eerst kwam hij een oude grijsaard tegen, zijn lichaam afgetakeld door ouderdom. Vervolgens kwam hij een zieke tegen, om daarna, bij een volgend uitstapje een lijkstoet te zien op weg naar de begraafplaats alwaar de dode volgens de riten van weleer zou verbrand worden op een brandstapel Hij vroeg zich af of het leven dan uitsluitend gekenmerkt werd door ouderdom, ziekte en dood, ongeacht of iemand rijk of arm was, veel of weinig bezat, een hoge functie had of slechts een landarbeider was.
Toen hij op een dag een Bikkhu of bedelmonnik met een bedelnap in de hand tegenkwam die schijnbaar volledig tevreden was, en met de wereld en zijn bestaan tevreden was, besloot Siddhartha om de luxe en zijn over beschermd leven achter zich te laten en de waarheid en de zin achter het leven te zoeken, een weg te vinden uit al dit lijden. Op een nacht verliet hij na een laatste blik op vrouw en kind geworpen te hebben in stilte het paleis, legde in het woud zijn kostbare gewaden en juwelen af, schoor zijn hoofd en trok een eenvoudige lijkwade aan zoals vele bedelmonniken die droegen in die tijd. Vervolgens toog hij op 29-jarige leeftijd op weg, op zoek naar een meester die hem kon onderrichten en hem het mysterie van het leven zou kunnen ontsluieren.
Zes opeenvolgende jaren studeerde hij bij kluizenaars in de bergen die een vorm van strenge ascese toepasten, bij brahmaanse priesters die ingewikkelde religieuze stellingen ventileerden waarin hij geen rust vond voor zijn gemoed. Vervolgens trok hij zich terug voor een langere periode om antwoorden te zoeken in een streng ascetische levenswijze van meditatie en onthouding van de meest elementaire dingen die een mens nodig heeft om te teven bij wijze van zuivering. Hierbij stelde hij zich bloot aan de meest extreme omstandigheden, waarbij hij zichzelf in levensgevaar bracht door het ondergaan van ontberingen zonder echter antwoorden te vinden op zijn vele vragen.
Vertwijfeld en ten einde krachten, beseffende dat noch een overdadig luxueus leven of hedonistische levenswijze, noch een streng ascetisch regime oplossingen bracht, besloot hij de middenweg tussen de twee te bewandelen in zijn zoektocht naar antwoorden, en hij begon opnieuw met eten. Op een avond zette hij zich neer op een bundel hooi aan de voet van een vijgenboom met zijn gezicht naar het westen en bezwoer met zijn ene hand op de grond – de aarde als getuige aanroepend – niet op te staan alvorens hij met kennis over bet leven en het lijden doordrongen zou zijn. Na vier weken mediteren kwam Gautama Siddhartha tot verlichting en werd zo de Boeddha.
Boeddha trok 45 jaar door zijn streek, al predikend de mensen onderrichtend in zijn leer. Na 35 jaar keerde hij terug naar zijn familieclan, die zich integraal bekeerden tot het Boeddhisme. Rond 476 voor Christus op 80-jarige leeftijd werd de Boeddha ziek van het eten van bedorven voedsel. Liggend op zijn rechterzijde verklaarde Boeddha voor de laatste maal zijn leer aan zijn leerlingen, zeggende dat hij géén god was en dat ze steeds kritisch moesten staan tegenover zijn leerstellingen; ze moesten ze toepassen op hun eigen leven, en ze toetsen aan de werkelijkheid; kort daarna trad hij in Paranirvana.
Boeddha heeft nooit een opvolger willen aanduiden, steeds heeft hijzelf gewaarschuwd dat men van hem een god zou maken na zijn dood, wat hij zelf ten zeerste ontkende; bovendien sprak Boeddha zich nooit uit over het al dan niet bestaan van goden of leven na de dood, maar hield zich eerder bezig met daadwerkelijke remedies om het leven te leven in het hier en nu. Hierbij zette hij zich bijvoorbeeld stevig af tegen het kastensysteem zoals dat binnen de Hindoeistische maatschappij bestond, ook reeds in zijn tijd.
Zijn volgelingen hebben zijn leer door de eeuwen heen verder uitgedragen over het Aziatische continent, om ten lange laatste ook voet aan wal te krijgen in het westen heden ten dage. Het Boeddhisme wordt in de ruimste zin beschouwd als een religie (lees niet godsdienst, daar er geen dienst of eer aan een god wordt bewezen), veel meer echter als een levensbeschouwelijke visie of een levensethiek. De grote kracht van het Boeddhisme is zijn soepelheid waarmee het zich aanpast aan de gewoonten, traditie en noden van een bepaald land of cultuur, zonder evenwel de essentie van Boeddha’s leer uit het oog te verliezen. De grote pijlers waarop het Boeddhisme steunt zijn liefde, geweldloosheid en mededogen.

3. Drie vergiften – Vier Edele Waarheden

De drie vergiften:
– begeerte
– haat of aversie
– onwetendheid of verdwazing

De vier edele waarheden:

1ste waarheid
Het leven bestaat uit lijden; alle bestaansvormen zijn getekend door lijden, onvrede, ontevredenheid.

De waarheid van het lijden
– gewoon lijden
– lijden door verandering
– lijden door geconditioneerde toestand

2de waarheid
De oorzaak van lijden is Dukkha, de samenloop van begeerte, haat of afkeer en verdwazing of onwetendheid, ook bekend als de drie vergiften.

De waarheid van oorzaak
– dorsten naar sensueel plezier
– dorsten naar bestaan
– dorsten naar niet-bestaan

3de waarheid
Er is een weg uit dit lijden; dit lijden wordt opgeheven door de bevrijding uit begeerte, haat of afkeer en uit onwetendheid.

De waarheid van het opheffen van de oorzaak: nirvana of het uitdoven van
– onwetendheid
– dorsten naar…
– haat, nijd, jaloezie

4de waarheid
De weg uit het lijden is het volgen van het achtvoudige pad.
Het pad voert naar bevrijding en vervat de hele leer van Boeddha.

4. Edele Achtvoudige Pad

1. Silla (ethiek/moraliteit)
Juist spreken
Juist handelen
Juiste levenshouding
2. Samadhi (geestesgesteldheid)
Juiste inspanning
Juiste concentratie
Juist inzicht
3. Prajna (wijsheid)
Juiste zienswijze
Juiste bedoeling

5. Vijf voorschriften voor een Leke-boeddhist

Zich voornemen om (De intentie hebben om):
1. Niet te doden (lees opzettelijk) en respect te hebben voor alle levende wezens.
2. Zich niet iets toe-eigenen wat niet vrijwillig gegeven wordt.
3. Ware woorden spreken (Ware spraak).
4. Geen ongeoorloofde seksuele daden te stellen waardoor anderen gekwetst worden.
5. Geen geestesverruimende of drogerende middelen tot zich nemen.

6. Drie sferen

1. De sfeer van het zinnelijke begeren:
begeertes, verlangens (menselijke neigingen)

2. De sfeer van het vormelijke:
het vormelijke bestaat nog, maar de begeerte naar het vormelijke is vernietigd.

3. De sfeer van het vormeloze:
sfeer van perceptie/noch perceptie; van het niets; van onbeperkt bewustzijn; van onbeperkte ruimte (nirvana)

7. Drievoudige Toevlucht

Buddham Saranam Gacchami.
Dharmam Saranam Gacchami.
Sangham Saranam Gacchami.

Tot de Boeddha, het veilige toevluchtsoord ga ik.
Tot de Dharma, het veilige toevluchtsoord ga ik.
Tot de Sangha, het veilige toevluchtsoord ga ik.

Door deze belofte uit te spreken op vrijwillige basis en in het bijzijn van getuigen, treedt men, na toestemming van de Sangha, toe tot de Boeddhistische gemeenschap.

8. Zuivere-Land-Boeddhisme

Toen het Boeddhisme China en Japan bereikte, ontstonden 2 nieuwe scholen: de school van het zuivere land en de Ch’an (Chinese) of Zen-(Japanse) school. De twee Shukavativyuha sutra’s, geschreven in de 2de eeuw na Chr., beschrijven een zuiver land (Sukhavati) zonder lijden. Sukhavati is een spiritueel, door Boeddha gecreëerd rijk, dat heilzaam is voor spirituele progressie. Het is een staat van zegening (Sukkha) en als dusdanig het tegengestelde van het Samsararijk dat we vandaag bewonen en dat gekenmerkt is door de alomtegenwoordigheid van Dukkha (lijden).
De heilige schriften stellen het zuivere land voor als een wereld genaamd Sukhavati, waar er lichamelijke nog mentale pijn bestaat voor levende wezens. De bronnen van geluk zijn ontelbaar. Tijdens de 5de en 6de eeuw na Chr. leidden de Sukhavativyuha sutra’s in China tot het Boeddhisme van vertrouwen. Het draaide om het zuivere land van Amitabha (Amida in het Japans), de Boeddha van het oneindige licht en medeleven. Om in dit zuivere land wedergeboren te worden, hoeft men enkel net voor het sterven tienmaal zijn naam te roepen. Daarop verschijnt hij om zijn devoot te begeleiden tot Sukhuvati.
Terwijl verlichting bereiken in de huidige wereld moeilijk is, wordt men in de dood op het pad naar dit doel geholpen. Dit is een Boeddhisme van vertrouwen, waarin het belangrijkste middel tot verlossing de aanroeping van de naam van Boeddha is, wat het bereik verzekert van een staat waaruit geen terugval mogelijk is.
De populariteit van deze vorm van Boeddhisme was geworteld in het feit dat het dezelfde classificatie genoot als de rigoureuze, meditatieve praktijken en levenswijzen waarmee wijsheid werd bereikt. Voor veel lekenboeddhisten, vooral mensen wiens levenssituatie en opvoedingsmogelijkheden beperkt waren, bood dit een geschikt pad. Het benadrukte ook de Mahayanistische leer over universaliteit van verlossing, omdat schoolse progressie en een kloosterlijk leven niet langer vereist waren.

9. Shin-Boeddhisme

Korte tijd na de dood van de historische Boeddha is bet Boeddhisme opgesplitst in verschillende stromingen. De twee hoofdrichtingen zijn ‘het kleine voertuig’ waarvan nog één school bestaat: de Theravada (nu nog actief in Sri Lanka, Birma, Thailand, Laos, en Cambodja) en anderzijds ‘het grote voertuig’ of Mahayana, waarbij de nadruk gelegd wordt op de bevrijding als collectief gebeuren (Japan, Korea, China). Het is in deze Mahayana – richting dat het Reine-Landstroming ontstond (in de 2de eeuw in China (Ching-t’u), in de 6de eeuw komt ze naar Japan, waar in de l3de eeuw Shinran Shonin (1173—1262) de Jodo¬Shinshu sticht.
Het Shin-Boeddhisme richt zich dan ook in de eerste plaats tot die mensen die het leven van alle dag ten volle willen beleven De priesters van de Jodo-Shinshu zijn daarom geen monniken noch priesters in de sacramentele betekenis van bet woord, maar slechts voorgangers, gidsen, wegwijzers. Het Shin-Boeddhisme benadrukt dan ook de mogelijkheid voor gewone lui in de loop van dit bestaan zekerheid te verwerven toch het volkomen Nirvana te bereiken of te verwezenlijken. Niet door eigen verdiensten, maar door overgave aan de natuurlijke werkzaamheid van de geloftekracht van Amida Buddha, de Boeddha van oneindigheid in licht en leven.
Maar wie zijn die gewone lui?
Deze gewone lui zijn, op enkele uitzonderingen na,het gros van de mensheid. Dat zijn wij!
Men kan zich de vraag stellen: Amida Buddha, wie is dat?
Men dient ermee rekening te houden dat Amida geen god is die straft of beloont, genade schenkt of beproevingen oplegt, noch zelfs een godheid aan wie men iets kan vragen of van wie men iets kan afsmeken. In India zijn hem twee namen toegekend: Amithaba, het mateloze licht; en Amitayus, bet mateloze leven. Het is daarom niet verkeerd Amida, als samenvatting van Amithaba en Amitayus te beschrijven als het oneindige Boeddhaschap dat zich, in ons begripsvermogen, uitdrukt als licht = wijsheid en leven = Mededogen.
En dat Reine Land?
Men moet zeker niet zoeken naar een ‘hemels rijk’ dat ergens geografisch of astronomisch kan gelokaliseerd worden. Het Reine Land is niets anders dan het uiteindelijke Nirvana; het Reine Land is een spiritueel krachtveld, de verwezenlijking van verlichting.
Het is dus niet door de mens zelf, maar door de heilskracht van het Boeddhaschap dat het hele bevrijdingsproces voltrokken wordt. De eigen wil van de mens is, net als zijn hele leven, geconditioneerd door zijn eigen bestendigheid. De mens ziet het licht niet omdat hij het liever niet wil zien. Hij vindt immers zijn eigen visies en zijn eigen plannen belangrijker dan de kosmische werkzaamheid, kosmische realiteit van Boeddha’s mededogen. De mens moet leren afstand nemen van zijn ego-denken, zijn illusies en bemoeiingen op geestelijk niveau laten varen en zichzelf niet meer beschouwen als de maatstaf en middelpunt van het heelal en alle dingen. In dit loslaten geeft hij de eigen berekeningen en bekommernissen op, verlaat hij elk gespleten en dualistisch denken.
Namu Amida Butsu
Het uitspreken van de naam (Nembutsu) is de dubbele uitdrukking van:

1. Het wegwissen van de ik – illusie tegenover het absolute van de grenzeloze wijsheid en de
voorwaardeloosheid van Amida’s mededogen.

2. Het spontaan gevoel van dankbaarheid tegenover Boeddha en de hele wereld, zelfs
wanneer we die wereld nog als een lijdenswereld ervaren.

Daarom wordt de Nembutsu niet gereciteerd als een gebed, om iets te verkrijgen. Namu Amida Butsu uitspreken is een daad van pure dankbaarheid. De Nembutsu is een kreet van vreugde die uit het diepste van ons mens – zijn opwelt, die in het Boeddhaschap zijn bron heeft en die in de lijdenswereld de roep van de Boeddha is. Vandaar het belang dat de Jodo¬Shinshu hecht aan het in zich ‘horen van de Naam’, nog meer dan het reciteren ervan.
De Jodo-Shinshu ligt geheel binnen deze Boeddhistische visie op de verlichting, zij het dan ook met een eigen inkleuring wat betreft de relatie dood – geboorte – verlichting. Het Reine Land wordt helemaal niet gezien als een paradijselijke toestand van welbehagen en hemelse zaligheid. De geboorte in het Reine Land is niet de aanvang van een nieuwe al – vreugdige persoonlijke existentie.
Daarom kan de (Shin-)Boeddhist eigenlijk van zijn bestaan één feest maken. Hijzelf zou een schitterend voorbeeld van nederigheid en dankbaarheid, van zaligheid en solidariteit, van helderheid en gemoedsrust moeten zijn. De bedoeling is een leven van welwillendheid en begrip en solidariteit met alle wezens uit te bouwen, en dat zonder te vervallen in de valstrikken en gemoraliseer, eigendunk, fanatisme of opdringerigheid. Hij poogt zijn dagelijkse en maatschappelijke plichten te vervullen met dezelfde oprechtheid en dezelfde eenvoud en dezelfde eerbied die hij in zijn religieus beleven aan de dag legt. In geen enkele situatie moet men zich laten leiden door de gedachte aan straf of beloning.
De persoon die de lering van de Ander-kracht Nembutsu werkelijk beleeft, doet afstand van alle eigen heilsberekeningen en praktijken, om zich zonder religieuze bekommernis van straf of beloning, in de mate van zijn mogelijkheden, in te zetten voor het geestelijke, morele, sociale en materiele welzijn van alle wezens; wie en hoe deze ook mogen zijn…
Shin-Boeddhisme is sterk beïnvloed door de leer van Tao en Chinese invloeden (Confucius), en van Shintoïsme in Japan, wat tot uiting komt in zijn soberheid en nuchterheid die zo kenmerkend zijn voor de Boeddhistische stromingen, geografisch ontwikkeld in de Japans/Koreaanse/Chinese invloedsfeer.

10. Shin-moraal

1. Deze situeert zich zeer duidelijk op het middenpad zoals ons geleerd door Gautama Shakyamuni, de Buddha.

2. Zonder dogmatische verplichtingen situeert de middenweg zich tussen de uitersten van individuele permissiviteit en maatschappelijke restrictie.

3. De Shin-Boeddhist “neemt zich voor om…”, “heeft de intentie om…”, waarbij de oprechtheid van de intentie, de inspanning van groter belang is, dan uiteindelijk het bereiken van het doel zelf. Met andere woorden: de weg naar het doel is het eigenlijke doel zelf.

11. Nembutsu & Verdienste overdracht

Door de Nembutsu uit te spreken geeft de Shin-Boeddhist zich over aan ander-kracht in plaats van op eigen kracht te proberen verlichting te bereiken, en dit met een oprecht gemoed, vertrouwende op de belofte van Boeddha dat hij geen Boeddha zou worden als niet alle wezens zouden verlost worden.
Eko
“Mochten alle verdiensten die wij hierbij verworven, gelijkelijk verspreid worden over alle wezens, zodat ze in zich het gemoed ter verlichting wekken; en daardoor geboren worden in het land van de vrede.”
Deze verdienste – overdracht wordt uitgesproken na elke Boeddhistische dienst in het Shin-Boeddhisme, en is de kern van de Shin-Boeddhistische overtuiging.

Graag danken wij de voorgangers de Heer Fons Martens en Marc Horemans voor hun boeiende toelichtingen tijdens ons ‘thuiskomen bij Shin-Boeddhisten’.
Met zo’n vijftig mensen werden wij bij hen bijzonder gastvrij ontvangen.
Wij namen na hun voordracht samen een maaltijd in een Japans-Chinees restaurant in de buurt en eindigden met een gebedsviering in hun prachtige en stemmige Tempel.
Uiteraard bleven onze mensen nog even nakaarten bij een kopje thee, we hadden hen heel wat te vragen.
Bedankt voor deze leerzame dag die voor herhaling vatbaar is.

Dit bezoek kadert in het pastoraal project: ‘Thuis komen bij de ander‘ van KOOG.
In 2004 bezochten wij reeds de Joodse Gemeenschap te Antwerpen, en in 2006 bezoeken we vanuit dit project onze eigen Abdij van Keizersberg te Leuven, waar we dieper willen ingaan op het leven in een geloofsgemeenschap zoals de Benedictijnen. Ook de christelijke levenswijze binnen een gezin wordt die dag toegelicht door een voordracht rond: ‘Het gezin als hoeksteen van onze samenleving’.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.