Hier op KAIA is nooit iets zeker

Hier op KAIA is nooit iets zeker

Aalmoezenier André Decock bericht vanuit Afghanistan tijdens zending ISAF 13, in het voorjaar van 2007.

 

Decock André

1/2007

Op 14 maart vertrouwde ik mijn eerste Afghaanse indrukken toe aan het gewillige papier, en meteen was ook mijn bijdrage voor de eerste editie van de Kaia-gazette een feit. Intussen zijn we een kleine maand verder, we schrijven 10 april, en moest ik, terwijl ik deze regels neerpen, normaal gezien in Termez zitten om op 11 april terug te vliegen naar huis, om mij te kunnen voorbereiden op de militaire Lourdesbedevaart die ik voor de 24° keer op rij mee mag helpen begeleiden…Normaal gezien, je voelt me al aankomen, als je tenminste de titel van dit artikel goed gelezen hebt.
Want hier op Kaia is er nooit iets zeker.
Een paar weken geleden hebben we er onder mekaar nog grapjes over gemaakt, toen het Benic-team samen met onze beide mannen van de federale politie en onze legad hier maar liefst 12 dagen hebben gewacht om terug naar huis te kunnen. De ene keer was het weer te slecht, zodat landen en opstijgen hier niet kan of mag omdat de verkeersleiding over geen radar beschikt, de andere keer stond het vliegtuig in pan en nog een andere keer, was er gewoon geen vliegtuig komen opdagen…De naam Dubai begon hier stilaan anders te klinken…
Hier op Kaia is er nooit iets zeker, die uitspraak begint pijnlijk te worden als je dag na dag verneemt dat het vertrek weer één of twee dagen uitgesteld is…gelukkig konden een paar andere mensen tussendoor toch nog weg om dringender redenen via Duitsland…een nakende geboorte, een zware operatie, een vechtscheiding…drie verschillende redenen om drie verschillende mensen voor even naar huis te laten gaan, samen met onze drughondenbegeleidster die al langer dan een maand terug thuis had moeten zijn bij man en kind…Sociaal en menselijk zijn we hier wel, dat is in ieder geval wel zeker!
Na 12 dagen wachten was het grappige er in elk geval duidelijk niet meer bij, noch voor onze vertrekkers, noch voor hen die alle papieren telkens opnieuw moesten opmaken.
Meer dan eens mocht ik horen: Padre, je bent ook nog lang niet thuis…
Die goedbedoelde plagerijen nam ik er graag bij, hopende dat het wel geen zo’n vaart zou lopen, en betrouwende op de goede zorgen van onze S1, wetende dat, voor hem, één plaatsje zonder al te veel bagage gemakkelijker te versieren is dan een kleine groep geladen met pak en zak…
En als optimist laat ik me niet zo gemakkelijk uit mijn loodje slaan, en daarbij had ik toch wel een speling van een vijftal dagen meegerekend…
Tot ik plots het bericht kreeg, dat mijn vervanger en opvolger niet mocht opkomen. Padré Guy Bex, stond klaar om te vertrekken, maar de arbeidsgeneesheer verbood hem naar hier te komen. Hoewel zijn artsen uit het Virga Jesse ziekenhuis hem genezen hadden verklaard van zijn hersentumor, wou de legerarts blijkbaar geen enkel risico nemen…Een domper op het moreel van mijn collega, die ik onmiddellijk opbelde…
Meteen geen sprake meer van overgave overname, daarbovenop kon ik normaal gezien niet langer blijven, en een vervanger op zo een korte termijn is niet te vinden; de RMO voorzien om hier te zijn op 24 april kon blijkbaar ook niet vervroegd afkomen.
Dan toch maar beginnen zoeken hoe we het hier zouden kunnen oplossen, een spoedcursus aan mijn ‘koster’ of aan de vaste lectoren om tijdelijk Padré te spelen, is een speelse en plezierige gedachte, maar geen haalbare kaart, een Padre van een andere natie is er niet op Kaia, wel in Warehouse, maar geen enkele die Nederlands spreekt, al bij al veel meer vragen dan oplossingen…
En de tijd dringt, zondag is het al Palmzondag…en op Paasmaandag ben ik weg…
Niets blijft nog zeker.
Op zoek naar palm, -voor de kenners gaat het hier niet om palm in een blikje of in een flesje, wat niet belet dat ik met dit grapje smakelijk kon lachen-, blijkt dat er hier geen buxussen groeien…een kleine vergetelheid van mijnentwege, en meteen hopeloos te laat om er nog te laten opsturen vanuit mijn tuin, waar ze in overvloed en zelfs in het wild groeien…
Dan maar van de nood een deugd gemaakt en, ondanks het mailtje van mijn franse collega dat de voorziene vergadering met de Padré’s in Warehouse op het laatste nippertje afgelast was, beslis ik om toch, zoals voorzien, met de barbeheerder naar Warehouse te gaan, onder andere omdat miswijn hier evenmin een evidentie is, en dat het mij verboden was om die mee te brengen uit België…
Waren het de spanningen, of waren het mijn ogen die zich niet aangepast hadden aan mijn nieuwe bril, of zijn mijn ogen te vlug geïrriteerd door het vele stof, in elk geval besliste de dokter, na een avondlijk blits onderzoek, dat ik toch best eens zou binnenwippen bij de oogarts in Warehouse, en terwijl ik er toch zou zijn, kon ik meteen maar wat medicatie mee brengen die hij al aangevraagd had, en mocht ik van één van onze luitenanten een dringende brief, voor de belastingen nota bene, meenemen om te posten bij de Duitse post in Warehouse…Wegens het feit dat er al enkele weken een C130 in pan staat in Dubai, en dat een andere C130 niet opkomt, stapelt de post zich hier op, en weet hier niemand nog wanneer er Belgische post zal kunnen vertrekken.
Hier, op Kaia is er nooit iets zeker…
Zeker is dat ik op woensdagmorgen vertrek, met de dingo nota bene, die toen nog niet inops was…wegens één of andere kinderziekte, zoals men dit noemt, dit tussen haakjes, en eveneens tussen hakjes is er, gelukkig, ondertussen een tweede dingo toegekomen waaraan er na enkele dagen eveneens iets mankeerde, en kon men mits een (kleine) vervanging van de één naar de andere, van de twee dingo’s er toch één operationeel maken…
Bij de oogarts aangekomen blijkt alles in orde met mijn bril, maar een oogspoeling doet me toch wel deugd, en mijn bloeddruk die iets te hoog is, kan terug naar beneden als ik tenminste iets meer zou letten op mijn slaaphygiëne, de simpele vraag van een chirurg, naar mijn leeftijd, doet er mij aan herinneren dat ik geen drie maal zeven meer ben, maar wel de ouderdomsdeken op Kaia.
Met onze Sven vinden we een fles wijn die mij in elk geval uit de nood helpt, maar blijkbaar kan hij op bij ons op Kaia toch veel goedkoper aan wijn geraken…en moet hij, wat dat betreft onverricht terzake terug naar zijn kantine zonder wijn, een tweede tegenslag, want ons Belgisch bier zit nog steeds in de C130, die nog steeds in Dubai wacht op de nodige wisselstukken en reparaties…Hopelijk zitten er niet teveel pakjes met paaseitjes bij de post in dat vliegtuig. Een chocoladen omelet zou wellicht wel eens het zien waard zijn, maar zeker niet de bedoeling van de verzenders om hun geliefde hier een Paasverrassing te bezorgen.
Nu nog mijn palmprobleem oplossen en op zoek gaan naar de Duitse post…
In de kapel van mijn franse collega bemerk ik achter het kruis twee grote palmtakken, ik besluit, om er één te ontlenen op korte of middellange termijn, we zijn immers toch in de vasten, de tijd van Broederlijk Delen, en meteen is mijn geweten gesust, omdat mijn collega zonder het te weten broederlijk met mij kan delen.
Onderweg kwamen we het gebouw van de Duitse post tegen, die , wat dacht je, op woensdagvoormiddag gesloten was en pas open ging om 14 uur…
Blijkbaar is er hier ook nooit iets zeker…
Op de middag tijdens een overheerlijke maaltijd bemerk ik twee collega’s die niets afweten van een wekelijkse samenkomst van de Padré’s.
Ook bij de padré’s is blijkbaar niets meer zeker…
Om 13 uur komt de dingo ons terug ophalen, gelukkig hebben onze escortebegeleiders begrip voor die brief van één van onze luitenanten, en gaan Sven en ikzelf alvast reeds post vatten aan de ingang van de post…
Naast de deur aan de ingang bemerken we na een tijdje, tot onze grote verbazing twee kleine buxussen, met half verkleurde blaren, verbrand door de hevige vorst die hier normaal gezien het leven van zo een plant onmogelijk maakt…één klein takje is voor mij meer dan genoeg, en de spreuk, nood breekt wet, indachtig, veroorloof ik mij de vrijheid om die buxus eventjes, op één plaatsje bij te snoeien, het weze mij vergeven…
Gelukkig gaat de post op tijd open, gelukkig is men bereid om die brief te versturen mits het betalen van een postzegel…meteen is mijn goede daad voor vandaag gedaan en zullen mijn palm-zondekes wel vergeven zijn…
De postmaster zegt nog dat we geluk hebben dat hij nog open deed, want dat er deze namiddag een alarmoefening voorzien is. Wij spoeden ons naar ons vervoermiddel, terwijl het alarmsignaal zich reeds laat horen. Alle in en uitgangen zijn onmiddellijk geblokkeerd en wij zitten vast, en dat omwille van die ene brief…Een uur later, met twee uur vertraging intussen zetten we terug koers naar Kaia. Hoog tijd om verder te werken aan mijn viering van palmzondag, maar gelukkig als een klein kind met mijn twee palmtakjes, breng ik eerst nog die twee takjes met de grootste zorg naar mijn kapel…
Wetende dat volgende week heel druk zal zijn begin ik voor alle zekerheid reeds te denken aan de viering van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen. En omdat er enkele mensen graag naar de paasviering zouden komen, maar niet kunnen wegens hun bewakingsopdracht, beslis ik dan maar om ook op paaszaterdag een paaswake in elkaar te steken.
Op maandag 2 april is de planning van mijn terugvlucht klaar, en met veel plezier, geef ik daarover, op vraag van onze S1, meteen mijn zegen.
Tot mijn spijt moet ik het grootste gedeelte van de Goede Week achter mijn laptop doorbrengen, en moet ik me beperken in mijn contacten met de mannen, een nachtelijk bezoek, dat tevens dienst doet als slaapmuts, aan de main gate kan er gelukkig nog vanaf.
Maar ik blijf na mijn palm-probleem, dat ik gelukkig zelf kon oplossen, met nog een probleem zitten, dat ik niet zelf kan oplossen: mijn paaskaars probleem…
Omdat ik er intussen heilig van overtuigd ben dat er op Kaia nooit iets zeker is, schakel ik het thuisfront in…
Mijn Paaskaars, opgestuurd door de aalmoezeniersdienst, zou mee moeten zijn met de post op één van de vliegtuigen, maar met welk vliegtuig? Dat op Dubai? In elk geval heb ik nog slechts een paar dagen respijt, zaterdag om 18.30 begint de paaswake met een paaskaars, dat is zeker.
Zonder paaskaars, geen paaswake…
Nu moet ik op zeker spelen, een paar mailtjes, een paar telefoontjes, een paar sms’jes, van mezelf en van mensen die met de zaak begaan zijn, en de spontane medewerking van voor mij bekende en zelfs onbekende personen, zorgen ervoor dat er een reservepaaskaars en reservekaarsjes met iemand meekan die op het vliegtuig met de minister mee naar hier komt!
Op Kaia is er immers toch nog iets zeker: de minister, hij komt!
Een telefoontje naar Melsbroek bevestigt me de overhandiging van het pakje op woensdagavond, en donderdag morgen mag ik in hoogstpersoonlijke naam het pakje hier in ontvangst nemen, en de drager van dienst hartelijk danken.
Meneer de minister, dank zij jou is er toch nog één zekerheid op Kaia…
Dat fameuze pakje was blijkbaar evenmin aan het oog van een journalist ontsnapt, zodat de helft van Vlaanderen nu reeds op de hoogte is dat Pasen ook gevierd werd op Kaia.
Met een gerust en zalig gevoel mag ik het Laatste Avondmaal herdenken en een glas aanbieden aan mijn trouwe parochianen op één van de feestdagen die priesters graag vieren.
Alleen spijtig dat mijn collega Guy Bex er niet bij kan zijn…
Op Goede Vrijdag komt de één na de andere zich verontschuldigen dat ze om drie uur niet kunnen komen, er is een bijkomende dringende vergadering, er is een C130 geland…
Terwijl ik de laatste hand leg aan mijn teksten voor mijn voorlopig laatste twee vieringen, paasmaandag ben ik immers weg, wordt op mijn deur geklopt, en daar staat één van mijn parochianen, met een pak in de hand, je kunt het al raden, de paaskaars…Ik laat alles vallen waar ik mee bezig ben, doe het pak open, begeef me direct naar onze loodgieter, smid van dienst, en jawel na het nemen van de nodige maten, verzekert hij me dat de kandelaar eveneens op tijd klaar zal zijn…
Na een rustig, deugddoend en sober avondmaal, waar we met de toevallig aanwezige tafelgenoten even rustig kunnen napraten over de dingen van het leven, wil ik graag het thuisfront op de hoogte brengen, de enen via telefoon, de anderen via mail, dat alles toch nog goed aan het komen is.
Bij het openen van mijn outlook, bemerk ik een berichtje van mijn opperaalmoezenier, dat ik meteen open, en begin te lezen, en nog eens te lezen, en te herlezen…
De inhoud laat immers niets aan duidelijkheid over, er is maar een haalbare oplossing meer over, in het belang, eerst en vooral van de manschappen hier, in het belang ook van onze geloofwaardigheid als aalmoezeniersdienst, en dat is dat ik hier blijf tot de RMO opkomt…
op 24 april.
Ja, inderdaad, ik ben ook nog lang niet naar huis…
En inderdaad, hier, op Kaia, is nooit iets zeker…
Een waarheid die nu voor mij nog meer werkelijkheid geworden is…
De geplande telefoontjes en mailtjes, krijgen eensklaps een andere inhoud!
Als ik enkele uren later, intussen was het hier reeds vroeg in de morgen, mijn vermoeide ledematen kan laten rusten, en mijn vermoeide ogen tracht te sluiten, is er al veel geregeld…
Een collega zal de viering in Cité St.Pierre in zijn definitieve vorm gieten, een andere collega zal alle internationale vieringen vertalen, en Mie-Jeanne, is bereid om alles te coördineren en om daarna zoals de andere jaren de lay-out te verzorgen en alles druk-klaar te maken tegen mijn thuiskomst. Hopelijk werkt de computer wat beter zodat ik van hieruit de werkzaamheden toch een beetje kan volgen…met deze gedachte val ik eindelijk in slaap.
Zaterdagmorgen 7 april, na een veel te korte nacht, maakt mijn GSM me zoals elke morgen klokvast wakker om 7 uur. Een acute opstoot van sinusitis, bezorgt me hoofdpijn die wellicht nog wat verergert door een (klein?) beetje stress, mijn beide paasvieringen in drie talen moeten immers nog uitgeprint, er is de herdenkingsplechtigheid, op de verjaardag van de afslachting van onze 10 para’s in Rwanda, voor al onze overleden militairen die stierven tijdens een humanitaire opdracht sinds WO II, mijn kandelaar mag ik evenmin vergeten, mijn kapel moet nog een gedaanteverandering ondergaan, en ik krijg bericht dat ik stand-by moet zijn voor het geval dat het vliegtuig met de verongelukte Nederlandse militair uit Kandahar, een tussenlanding zou maken op Kaia, om te helpen zorgen dat hij met militaire en religieuze waardigheid wordt begeleid…
Gelukkig is de doc niet ver weg, en na drie bezoekjes in evenveel uur, wordt de hoofdpijn terug gebracht tot een aanvaardbaar niveau…
Alhoewel er hier op Kaia, nooit iets zeker is, is het voor mij zeker, dat mijn beide paasvieringen moeten lukken…Pasen is immers het feest van de verrijzenis, het feest dat ondanks al het negatieve, er toch nog toekomst is, nieuw licht, nieuw leven…
De mannen die gevraagd hadden om een bijkomende viering op zaterdagavond, waren op post en heel dankbaar, de paassymbolen, licht en water kwamen tijdens de paaswake goed tot hun recht, en natuurlijk mocht een paaseitje niet ontbreken.
Na die viering verdween de spanning in mijn hoofd en halfweg de quiz, die hier werd georganiseerd, voelde ik me als herboren…
De viering op zondag in internationaal gezelschap, met Amerikanen, Nederlanders, een Tsjech, een Filippijn en vooral veel Vlamingen was zowat het hoogtepunt. Ook Johann Sebastian Bach was van de partij met stukjes uit zijn Osteroratorium en zijn beroemdste orgelwerken, en mijn laatste paaseitjes waren samen met een groepsfoto een aangenaam slot van een bewogen, maar vooral een zeer diepgaande en deugddoende week.
Intussen toont mijn agenda dat het reeds 12 april geworden is…
Ik verneem dat de C130 na 21 dagen nog steeds in Dubai staat…
met postpakketjes en brieven…
Het internet is af en toe beter toegankelijk, maar in ons cybercafé is het nog steeds een kleine ramp voor diegenen die hier niet beschikken over een eigen laptop… maar men verzekert mij dat men er mee bezig is…
Hier, op Kaia, is er nooit iets zeker…
En nochtans doen we allemaal ons best, en dat maakt het draaglijker…
Voor alles is er een oplossing, maar daar hangt natuurlijk een prijskaartje aan vast en veel politieke moed… en wellicht wringt daar het schoentje…

Een al bij al gelukkige padre, die hier vooral een luisterend oor mag zijn.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.