04 jul Zondag 7 juli 2024: 14de zondag door het jaar
Vakantie… vrije tijd…
2 Kor 12, 7-10 Mc 6, 1-6
Zal je ook je hart wat vakantie gunnen? Krijgt de eucharistieviering tijdens het weekend wat meer kans om na te werken achteraf? Genieten van het onvoorziene, tot rust komen, tevreden zijn met gewone dingen…: het behoort nog te weinig tot onze ervaringswereld. Ook Jezus neemt wat vrije tijd en gaat op bezoek in zijn vaderstad Nazaret maar wordt er niet zo goed ontvangen. Het is een weerzien dat eerder op een afscheid lijkt, want één iets is duidelijk: zij die Hem van dichtbij gekend hebben, begrijpen niet wie Hij eigenlijk is. Mensen leven in verschillende werelden, ook wij. Is er wederzijds begrip mogelijk?
Hoe kon het dat Jezus’ dorpsgenoten zich zo afzijdig hielden? Zij hoefden toch niet blindelings te geloven! Zij konden zelf vaststellen dat Hij hen iets te zeggen had en over zijn wonderdaden hadden ze wellicht gehoord. Gebeurt aan ons vaak niet hetzelfde? Hoeveel Nazaretplaatsen zijn er niet rondom ons, waar wij Hem evenmin herkennen? Buitenshuis lijkt alles veel boeiender en gemakkelijker, maar in het gezin of in de gemeenschap, in het gewone van het werk, in de alledaagsheid van het leven, valt het soms moeilijk. Toch blijft God dezelfde en laat Hij zich kennen aan wie er voor openstaat. Het fiasco van Nazaret heeft Jezus niet doen besluiten om zich in het vervolg terug te trekken. Hij blijft spreken. Hij doet wat moet gedaan worden. De vraag richt zich dus naar de toehoorders in de synagoge en naar ons: wat maakt je blind? Wie of wat verhindert je te geloven?
Dit evangelie kan een aansporing zijn om met open blik naar anderen en naar God toe te gaan, zodat je verwachtingen ten aanzien van hen uitgezuiverd worden en je meer vrijkomt van wat jij zelf nodig en belangrijk vindt. Paulus getuigt hierover radicaal in zijn brief aan de Korintiërs. Gaandeweg heeft hij geleerd enkel op de Heer te vertrouwen en zelfs ‘te roemen op zijn zwakheden’ (v.9). Dit betekent niet dat hij zich goed voelt in zijn onvolkomenheid, maar wel dat hij zijn eisende houding en zelfvoldaanheid heeft afgelegd om zichzelf, anderen en het leven te aanvaarden mét al het mooie en mét al het negatieve dat eraan verbonden is. Zo weet hij zich gekend en bemind, zo kan hij tevreden zijn met wat is en wat kan.
Is dit geen deugddoende boodschap waarmee we de vakantie mogen intrekken? Is het geen oproep om ‘verwonderd’ naar mensen en dingen te kijken: blij verrast om wie iemand is, gelukkig om wat een ander kan, ontroerd bij de vreugde van kinderen, verbaasd over de onvermoede pracht van de natuur.
Nikolaas-Willy Devynck o.s.b. ere-padre en monnik Sint-Andriesabdij - Brugge
Marcus 6:1-6
Het Woord van God
In die tijd ging Jezus vandaar weg om zich naar zijn vaderstad te begeven en zijn leerlingen gingen met Hem mee. Toen het sabbat was begon Hij te onderrichten in de synagoge. De talrijke toehoorders vroegen verbaasd: ‘Waar heeft Hij dat vandaan? En wat is dat voor een wijsheid die Hem geschonken is? En wat zijn dat voor wonderen die zijn handen verrichten? Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jakobus en Jozef en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?’ En zij namen er aanstoot aan. Maar Jezus sprak tot hen: ‘Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.’ Hij kon geen enkel wonder doen, behalve dat hij een klein aantal zieken genas die hij de handen oplegde. Hij stond verwonderd over hun ongeloof. Jezus ging rond door de dorpen in de omtrek, waar Hij onderricht gaf.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.