Zondag 9 juni 2024: 10de zondag door het jaar

Zondag 9 juni 2024: 10de zondag door het jaar

Voor- en tegenstanders                    

                                                                                                              Marcus 3, 20-35

Mensen vormen een oordeel over andere mensen. Van meet af aan heb je voor- en tegenstanders. Terwijl het volk toestroomt naar Jezus om Hem te zien en Hij en zijn leerlingen niet eens de tijd hebben om te eten, zegt men dat Hij niet meer bij zijn verstand is. Een grotere tegenstelling in enkele zinnen kan je je moeilijk indenken. Zijn verwanten sluiten zich blijkbaar bij dit ‘men’ aan. Zij willen Hem meenemen. Waarom?  Om Hem te beschermen tegen zichzelf? Zijn zij in Hem beschaamd? Marcus laat deze vraag telkens weer naar voor komen.

Wie is Hij voor ons? Heel wat mensen komen naar Hem toe. Vooral zieken, kreupelen en uitgestotenen proberen Hem te zien, aan te raken. Jezus heeft het voor kleine mensen. Ze zijn er nooit teveel, ze kloppen nooit tevergeefs aan. Vaak zie je mensen in lijden en pijn hun toevlucht nemen tot de Heer.

Een tweede groep zijn de ‘men-mensen’. Waarschijnlijk lopen ze mee met de stroom van mensen, die zoveel van Jezus verwachten. Ze zijn nieuwsgierig en eerder uit op sensatie. Ze dragen geen persoonlijke naam. Ze zeggen en denken wat een ander zegt en denkt en schermen zich af voor elk woord of gebaar dat hun leven zou kunnen in vraag stellen. Hun oordeel is dan ook negatief. Zij houden Hem op een veilige afstand en begrijpen niet wie Hij is.

Tenslotte zijn er de Schriftgeleerden. De Godskenners van het jodendom hebben een duidelijke aanklacht: de duivel huist in Hem en Hij is bovendien een werktuig in de handen van Satan. Wie is Hij dat Hij meent boze geesten te kunnen uitdrijven. Jezus wordt hier ondervraagd naar zijn identiteit, naar de zin en de inhoud van zijn optreden. Voor- en tegenstanders zijn blijkbaar met hetzelfde bezig. De Schriftgeleerden worden op hun plaats gezet. Hoe kan de ene satan de andere uitdrijven? Tweedracht maakt elk leven, elk gezin, elke gemeenschap kapot.

Vaak blijven we steken in discussies ‘over’ Hem en komen we er niet toe ons ‘tot’ Hem te richten. We hebben allerlei bezwaren en excuses om de consequenties van zijn evangelie niet te moeten nemen. Zijn we niet al te overtuigd van de degelijkheid van ‘onze’ waarheid en kennen we de Waarheid onvoldoende?

Marcus 3,20-35

Het Woord van God

In die tijd ging Jezus naar huis en weer stroomde zoveel volk samen, dat zij niet eens gelegenheid hadden om te eten. Toen zijn verwanten dit hoorden, trokken zij erop uit om hem mee te nemen, want men zei dat hij niet meer bij zijn verstand was.
Ook de schriftgeleerden, die uit Jeruzalem gekomen waren, zeiden over Jezus dat Beëlzebub in hem huisde en dat hij door middel van de vorst der duivels de duivels uitdreef. Jezus riep hen bij zich en sprak tot hen in gelijkenissen: “Hoe kan de ene satan de andere uitdrijven? Wanneer een rijk innerlijk verdeeld is kan dat rijk geen stand houden. Wanneer een huis innerlijk verdeeld is zal dat huis geen stand kunnen houden. En wanneer de satan opstaat tegen zichzelf en verdeeld is, kan hij geen stand houden, maar is zijn einde gekomen. Bovendien, niemand kan binnendringen in het huis van een sterke om zijn huisraad te roven, als hij niet eerst die sterke heeft gebonden. Dan pas kan hij zijn huis leeghalen. Voorwaar, Ik zeg u: alle zonden zullen aan de mensen vergeven worden, ook alle godslasteringen die zij uitgesproken hebben, maar als iemand lastert tegen de heilige Geest krijgt hij in eeuwigheid geen vergiffenis; hij is bezwaard met een eeuwig blijvende zonde.” Dit omdat zij gezegd hadden: er huist een onreine geest in hem.

Intussen waren zijn moeder en zijn broeders aangekomen, en terwijl zij buiten bleven staan, stuurden ze iemand naar hem toe om hem te roepen. Er zat veel volk om hem heen, dat het bericht doorgaf: “Uw moeder en uw broeders daarbuiten vragen naar u.” Hij gaf hun ten antwoord: “Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broeders?” En terwijl hij zijn blik liet gaan over de mensen die in een kring om hem heen zaten zei hij: “Ziehier mijn moeder en mijn broeders. “Want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij, die de wil van God volbrengen.”

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.