31 jan Zondag 4 februari 2024: 5de zondag door het jaar B
Delen in zorgen en pijn.
Job 7, 1-4.6-7 Marcus 1, 29-39
Oog in oog met ziekte, dood en verdriet ervaart de mens onmacht en verzet. Geen enkele generatie kon zich ooit verzoenen met het bestaan van zoveel negativiteit. Ook nù hebben wij het er moeilijk mee, ofschoon de wetenschap reeds heel wat vooruitgang maakte. We blijven vragen stellen en zoeken naar verklaring voor pijn en lijden. Het geloof heeft evenmin oplossingen op zak. Integendeel… wanneer het leven hem kwetst, staart de gelovige vertwijfeld naar God met de vraag: waar zijt Gij als de mens, als de wereld lijdt? Dit hield Job ook sterk bezig. Hij was een vroom man, die altijd Jahwe’s aanwezigheid in het leven had ervaren. Doch plots nam alles een andere wending aan. Hij verloor zijn bezittingen, zijn kinderen en werd zelf ernstig ziek. Kon Jahwe dit toelaten? Waar had hij het verdiend? Was het een beproeving, een manier om zijn geloof te toetsen?
Het genezen van zieken is één van de sterke trekken van Jezus’ optreden. Hij wordt geraakt door de ellende van een lamme, een blindgeborene, een bezetene. Melaatsen maakt Hij weer gezond, kreupelen doet Hij rechtop staan. Met een opvallende sereniteit beschrijft Marcus deze genezingen. Hij gebruikt geen omhaal van woorden. Wat er gebeurt met de schoonmoeder van Petrus vertelt hij op een eenvoudige manier. Er is geen ruimte voor sensatie, noch voor nieuwsgierige vragen naar het hoe en het waarom van dit wonder. De sobere stijl van het evangelie helpt ons juist door te dringen tot de echte betekenis van deze genezingen. Ook Jezus vermijdt elk groots vertoon van kracht. Hij dingt niet naar succes en laat niet toe dat mensen in Hem enkel een wonderdoener zien. Zijn zorg voor zieken wil een teken zijn van Gods bekommernis voor de mens. Vaak keert het terug in het Oude Testament hoe Jahwe getroffen wordt door het verdriet en de pijn van zijn volk. Immers… omdat de mens Hem zo ter harte ging, heeft Hij zijn eigen Zoon gezonden als zijn levende zorg, als zijn daadwerkelijk antwoord op het waarom van het lijden. Geen theoretisch antwoord weliswaar maar een echte nabijheid, die genezing en bevrijding teweegbrengt.
Vergeten we niet dit éne zinnetje over Jezus: ‘vroeg, nog diep in de nacht stond Hij op en ging naar een eenzame plaats om er te bidden” (v.35). Hierin ligt het geheim verborgen van zijn genezende nabijheid. Het kan ook het onze worden, wanneer wij de moed opbrengen om ons terug te trekken en stil te worden bij God.
Padre Nikolaas Devynck o.s.b. Infra Antenne Noord Sint-Kruis-Brugge
Marcus 1:29-39
Het Woord van God
In die tijd toen Jezus uit de synagoge kwam ging Hij met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts te bed; zij spraken Hem aanstonds over haar. Hij ging naar haar toe, pakte ze bij de hand en deed haar opstaan; zij werd vrij van koorts en bediende hen. In de avond, na zonsondergang, bracht men allen die lijdend of bezeten waren bij Hem. Heel de stad stroomde voor de deur samen. Velen die aan allerhande ziekten leden genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet toe dat de boze geesten spraken, omdat zij Hem kenden.
Vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf zich naar een eenzame plaats waar Hij bleef bidden. Simon en diens metgezellen kwamen Hem achterop en toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze: “Iedereen zoekt U.” Hij antwoordde hun: “Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken. Daartoe immers ben Ik uitgegaan.” Hij trok door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef de boze geesten uit.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.