Zondag 15 oktober: 28ste zondag door het jaar A

Zondag 15 oktober: 28ste zondag door het jaar A

                                     Weven aan je bruiloftskleed.

                                                                                      Mt. 22, 1-14

Wij doen er goed aan om behoedzaam om te gaan met de tijd die vóór ons ligt. Op grond van de feitelijkheid die zich aan ons voltrekt, leven er hoop en angst in ons. Het ene moment zijn we positief ingesteld en maken we allerlei plannen. In andere ogenblikken hebben we alle creativiteit verloren en zijn we ontmoedigd bij de minste tegenslag of tegenwerking. Beide reacties zijn begrijpelijk en heel menselijk. Zij hebben ook hun waarde, althans voor zover zij elkaar in evenwicht houden.

 

Vandaag scherpt Jezus ons vertrouwen op Gods belofte nog aan. Hij vertelt een gelijkenis aan de hogepriesters en de oudsten van het volk, waarin niet de wijngaardenier maar een koning de hoofdrol speelt. De maaltijd op de Sionsberg uit de eerste lezing heeft plaats gemaakt voor een bruiloftsfeest tere van de zoon van de vorst. Wanneer alles klaar is, trekken de dienaren erop uit om de genodigden bijeen te roepen, maar zij weigeren te komen. De één gaat naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overigen vergrijpen zich aan de knechten van de koning en doden hen (v.6). Eén iets ligt echter vast: de bruiloft moet gevierd worden. De tafel staat gedekt voor het feest. De weigering van de genodigden blijft het hele gebeuren overschaduwen. Er mogen nog andere mensen aangesproken worden maar het geeft evenmin een verklaring voor hun afwijzing.

 

Jezus neemt opnieuw stelling tegen de religieuze overheid die op het punt staat Hem te veroordelen. Zij hebben Hem niet erkend als “Zoon” van de Vader. Uit reactie hebben zij Hem vermoord en na Hem hebben zij zijn leerlingen vervolgd. Het verhaal voorspelt dus wat er komen zal. Maar over de grenzen van deze historische context richt het zich tot ons. Ook wij behoren tot de genodigden voor het koninklijk bruiloftsfeest. Alle mensen zonder onderscheid, krijgen dit aanbod en zelfs meer dan een keer. God zelf is immers de gastheer en overstelpt ons met zijn gaven. Hij roept ons en vraagt ons om zijn goedheid en barmhartigheid aan ons te laten gebeuren. Doch wij aarzelen om ons te engageren. Waarom? Vanwaar die afwijzing? Wellicht zijn er oorzaken te vinden in de culturele crisis die we meemaken of in het algemeen leefklimaat dat ons omringt. Dit pleit ons echter niet vrij van onze persoonlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van onszelf, van anderen en van God. Elk aanbod, van welke aard ook, vraagt om een antwoord. De gelijkenis van vandaag is in die zin ook een roepingsverhaal. Mensen worden uitgenodigd: de enen zitten mee aan tafel, anderen weigeren.

 

Nikolaas Devynck o.s.b.
Padre Infra Antenne Noord
8310 Brugge-Sint-Kruis

Matteüs 22:1-14

Het Woord van God

In die tijd nam Jezus het woord en sprak tot de hogepriesters en de oudsten van het volk in gelijkenissen. Hij zei: ‘Het rijk der hemelen gelijkt op een koning die een bruiloftsmaal gaf voor zijn zoon. Hij stuurde zijn dienaars uit om allen te roepen die hij tot de bruiloft had uitgenodigd, maar zij wilden niet komen. Daarop zond hij andere dienaars met de opdracht: ‘Zegt aan de genodigden: ‘Zie, ik heb mijn maaltijd klaar, mijn ossen en het gemeste vee zijn geslacht; alles staat gereed. Komt dus naar de bruiloft.’ ‘ Maar zonder er zich om te bekommeren gingen zij weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn zaken. De overigen grepen zijn dienaars vast, mishandelden en doodden hen.

Nu ontstak de koning in toorn, stuurde zijn troepen en liet de moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. Toen sprak hij tot zijn dienaars: ‘Het bruiloftsmaal staat klaar maar de genodigden waren het niet waard. Gaat dus naar de kruispunten der wegen en nodigt wie ge er maar vindt tot de bruiloft.’ Zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee die zij er aantroffen, slechten zowel als goeden, en de bruiloftszaal liep vol met gasten. Toen de koning binnenkwam om de aanliggenden te bezoeken, merkte hij daar iemand op die niet voor een bruiloft gekleed was. En hij sprak tot hem: ‘Vriend, hoe zijt gij hier binnengekomen zonder bruiloftskleed?’ Maar de man bleef het antwoord schuldig. Toen sprak de koning tot de bedienden: ‘Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem buiten in de duisternis. Daar zal geween zijn en tandengeknars. Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.’ ‘

 

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.