26 jun Zondag 2 juli: dertiende zondag door het jaar
God ontmoeten in mensen
Mt 10, 37-42
Het evangelie van Matteüs is geschreven in een moeilijke tijd. De spanning tussen Joden en joden- -christenen was uitgegroeid tot ene tragisch conflict. Zij die geloofden in Jezus werden niet alleen beschuldigd van ontrouw aan de godsdienst van Israël. Zijn werden ook aanzien als een bedreiging voor de joodse gemeenschap, die uit angst voor de Romeinse overheersing alles op alles zette om haar joodse identiteit te bewaren. Als gevolg hiervan ontstond een klimaat van wederzijds wantrouwen en vijandigheid. Mensen moesten soms kiezen tussen hun geloof en hun familie. Velen werden vervolgd. Een volgeling van Jezus opnemen in je huis was niet enkel een zaak van gastvrijheid. Het hield in dat je kleur bekende. Je koos partij vóór de een en tegen de ander.
Alle uitspraken van Jezus die Matteüs hier bij elkaar plaatst, kan je terugbrengen tot de ene keuze voor de ‘liefde’. Hij vraagt om Hem te beminnen en in zijn naam elke mens, van groot tot klein. Hij roept ons op om een gastvrij mens te worden, die ruimte schept om anderen en God te ontvangen. Waarom zou je dit doen als je ziet dat de wereld rondom jou en jijzelf vanbinnen vaak andersom redeneren? Het evangelie beklemtoont dat eer dergelijke levenshouding ‘beloond’ wordt. Toch zou het verkeerd zijn indien de gastvrijheid uit pure berekening beoefend werd. Wie tijd en ruimte vrijmaakt voor een ander ‘verdient’ er niets mee, maar wordt er wel zelf gelukkiger door. Hoe meer je geeft, hoe meer je mag ontvangen. Hoe meer je jezelf loslaat, hoe dichter je komt bij de echte invulling waarvoor je geschapen bent. Het evangelie herhaalt het in nog andere bewoordingen: “Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden” (Mt 10, 39).
Er is echter nog meer. Mensen als gast verwelkomen, schept kansen tot ontmoeting. Je laat de ander binnentreden in je huis en in je leefwereld. Omgekeerd gebeurt wellicht hetzelfde. Zo groeit de wederzijdse verbondenheid en wordt de keuze voor de ander steeds ingrijpender. Uit wat Jezus vandaag tot ons zegt, mogen we geloven dat ook Hij ontmoetbaar is en dit in twee richtingen. Waar mensen voor elkaar openstaan en in liefde voor elkaar kiezen, kan het dat plots zijn aanwezigheid ervaarbaar wordt. Anderzijds vereenzelvigt Hij zich zodanig met zijn Kerk, met allen die zijn boodschap verkondigen en vooral met de kleinsten op deze wereld, dat Hij zelf aanklopt aan ons hart en vraagt of zij bij ons te gast mogen zijn. “Al wat je gedaan hebt”, zo horen we Hem zeggen in de parabel over het eindoordeel, “voor een dezer geringsten van mijn broeders heb je voor Mij gedaan” (Mt 25, 40). In het gelaat van ene medemens wordt zijn liefde voor ons zichtbaar en herkenbaar.
Padre Nikolaas Devynck o.s.b. Infra Antenne Noord Sint-Kruis-Brugge
Matteüs 10:37-42
Het Woord van God
‘Wie zijn vader of moeder meer bemint dan mij, is mij niet waardig; wie zijn zoon of dochter meer bemint dan mij, is mij niet waardig. En wie zijn kruis niet opneemt en mij volgt, is mij niet waardig.
Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest om mijnentwil zal het vinden. Wie u opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt hem op die mij gezonden heeft.
Wie een profeet opneemt, omdat het een profeet is, zal ook het loon van een profeet ontvangen; en wie een deugdzaam mens opneemt, omdat het een deugdzaam mens is, zal ook het loon van een deugdzame ontvangen.
En wie een van deze kleinen al was het maar een beker koud water geeft, omdat hij mijn leerling is, voorwaar, ik zeg u: zijn loon zal hem zeker niet ontgaan.’
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.