02 feb Verhaal van een Lourdeservaring
Plaatsvervangend KOOG-voorzitter Louis Dewilde doet zijn persoonlijke verhaal van de 50ste Lourdesbedevaart.
109/2008
Alhoewel het voor de derde maal was dat ik vertrok naar Lourdes sloegen de zenuwen toch toe.
Op de autostrade richting Gent, was het al van dat, door een zwaar ongeval was de weg versperd, dus ik dacht dat ik slim was door een afrit vroeger af te rijden om via binnenbaantjes
Wetteren te bereiken. Dat was echter buiten de waard gerekend, de waard had in dit geval de hoedanigheid van wegwerkzaamheden. Ik wist niet dat er in België zoveel plakkaten bestonden met “omlegging”, amai.
Uiteindelijk kwam ik toch aan op de plaats waar ik moest zijn, en na het afkomen van mijn medereiziger en het drinken van meerdere kopjes koffie vertrokken we richting Evere, waar de bus ons zou staan opwachten. Daar ik echter niet zo goed ben in data en uren van afspraak bereikten wij dat punt echter slechts net op tijd.
Na het begroeten van de bekenden en de onbekenden stapten we in, zochten ons een plaatsje (helemaal voorin de dubbeldekker, net of ik mocht rijden, maar dan wel in het geval het een Britse bus zou geweest zijn) en we zaten nog niet goed, of we reden al door.
Onze eerste stop, na een uur of twee in die bus gezeten te hebben, mochten we eindelijk eens buiten, ik snakte naar een sigaretje, hoog tijd voor een nicotine shot. Ook een kopje koffie ging er wel degelijk in.
Na een nacht waarin onze chauffeurs méér dan hun best hebben gedaan om ons veilig in het oord van gebed te brengen (een slapeloze nacht voor de meeste van de passagiers) werden we voor ons hotel afgezet.
Blij met het vooruitzicht op enkele uurtjes platte rust begaven we ons naar onze kamers, die wel niet helemaal aan onze maatstaven voldeden, voor sommige van ons waren deze kamers zelfs ronduit een grote ontgoocheling, ééntje van ons heeft zelfs een andere kamer gevraagd (en gekregen). Nu, de kamers vielen misschien wel tegen, het eten maakte dan echter veel goed, het was zelfs heel lekker (en genoeg).
‘S Namiddags begonnen we dan aan onze echte bedevaart, de nationale opening. Dat wil zeggen dat er dan een Eucharistieviering is met al onze Belgen (we waren er deze keer met ongeveer driehonderd), waarbij de grote kaars van de Belgen ontstoken werd en met militaire eer naar de Grot werd gebracht
Die avond waren we uitgenodigd voor een concert in de grote zaal in het Heiligdom, waar we ons kostelijk hebben geamuseerd, vooral met de valse tonen van de Creolen, en waar we kippenvel kregen van de muziekpartij van de doedelzakken. Toch was het pas rond een uur of één voor we in ons bed zaten, een uitputtende dag achter de rug.
Om 6 uur begon die wekker af te lopen, bijna had ik die lawaaimaker door het raam gekegeld, nog een geluk dat we in een oord van devotie waren. Dus met een gelijkstemmend humeur kwam ik aan de ontbijttafel waar de conversatie tot het strikte minimum beperkt bleef. Het was pas na het tweede kopje koffie dat de tongen losser kwamen.
Na het ontbijt vlug vlug naar het begin van de grote kruisweg, een zeer indrukwekkend evenement. Om de twee staties gaf onze padré, André De Cock, een reflectie van hetgeen er toen gebeurde op vandaag, met de eindelijke conclusie dat de kruisweg nog steeds actueel is, iedereen doorloopt op een andere manier de verschillende staties. Daar even kunnen praten met de schoolcommandant van de KSOO, de Kol SBH Ir HUBRECHTS, om eens te peilen hoe hij ten opzichte van de Kristelijke Onderofficieren Gemeenschap, de sector van Defensie waarvan ik waarnemend voorzitter ben, staat.
Die namiddag kwam het internationale defilé aan bod. Elk land stelde zijn peloton van afgevaardigden met hun vaandel voor. Ook waren de fanfares er bij, zodat het een kakofonie van jewelste was. Het duurde een hele tijd vooraleer de 28.000 militairen uit 48 verschillende landen gepasseerd waren. Dolzinnig van vreugde waren we toen we de Belgische driekleur ontwaarden, we klapten de handen van ons lijf en schreeuwden ons schor. Maar toch, we hadden nog niets gezien, dat zou pas ’s avonds gebeuren.
De kaarsjesprocessie is één van de meest emotionele momenten van de Internationale Militaire Bedevaart in Lourdes. Als je al die mensen, onder wie duizenden militairen, met een kaars in de hand ziet rondlopen, als je het gebed “wees gegroet Maria” in tientallen verschillende talen hoort prevelen, dan begin je je wel heel klein te voelen. Dan hoef je niet echt gelovig te zijn, of een kerkhanger, of een pilaarbijter, of devoot tot en met, maar dan voel je wel degelijk dat er ‘iets’ is. Dat je ergens tot rust komt binnen in je zelf.
Beste lezer, U leest wel de woorden die hier staan, maar ik kan de gevoelens die je op dat moment beleeft niet in woorden samenvatten, de taal is er veel te beperkt voor…tenslotte gaat het over gevoelens, over emoties die door iedereen op een andere manier geïnterpreteerd worden, die door elkeen op een eigen manier ervaren worden.
Dit moment is nog heel lang blijven nazinderen, bepaalde dingen blijf je herbeleven, dingen uit het verleden die weer bovenkomen. Eigenlijk was dit een heel goede aanzet voor hetgeen er de dag daarna op het programma stond, de viering in de Cité Saint-Pierre, de groene kathedraal van Lourdes. Persoonlijk vind ik dit het mooiste moment van de ganse bedevaart, tevens het meest emotionele.
Wegens de slechte weersomstandigheden kon deze viering niet buiten, in de prachtige bosrijke omgeving, doorgaan. We werden doorverwezen naar een immense kerk binnen deze Cité. Ik was van mening dat het effect van de viering al voorbij was, doordat we binnen moesten gaan zitten, maar ik was verkeerd. De viering begon als een popconcert, we leerden zingen, dit onder begeleiding van Bruno Sprengers (majoor in de KMS), een echte muzikant (in hart en nieren, geen moment houdt die mens zijn mond dicht). Natuurlijk dat dit op een catastrofe moest uitlopen, Louis die zingt (vraag dit maar eens na aan de collega’s op het bureau).
Daarna begon het serieuze gedeelte, opnieuw onder leiding van André De Cock, in totaal met zeven priesters of aalmoezeniers. Het afgeven van het ‘spijtzakje’ met daarin de dingen geschreven waarvan je spijt hebt, was één van de meest intieme momenten die ik tot op vandaag heb meegemaakt. Het andere ogenblik waar ik persoonlijk het erg zwaar mee had, was met de handoplegging.
Om die dag rustig te kunnen beleven kregen we die namiddag de gelegenheid om eens buiten Lourdes te gaan, dus de bus op, richting Gavarnie. Dit is een onooglijk dorpje volledig omringd door bergen, eigenlijk ligt het in een keteldal. Het ligt tegen de Spaanse grens, iets wat men te voet kan overschrijden. Jammer van het slechte weer, ik wou die weg graag eens afleggen, maar dan per ezel. Aan de andere kant, misschien nog goed dat het zo’n weer was, een ezel op een ezel is ook geen zicht.
Ter plaatse een lekkere pannenkoek gegeten, en dan terug naar Lourdes.
Om 0930 ging de sluitingseucharistie door in een ander hotel. Daar wilden we bij zijn. Ook daar was het een gebeurtenis die niet snel zal vergeten worden, een gebeurtenis van een lach en een traan. Eigenlijk kan ik de Lourdes ervaring op deze manier samenvatten, een plaats waar je je de ogen uit je kop kan huilen, en waar je je kapot lacht. Een plaats van gebed, van devotie en van plezier, van echte kameraadschap, van onderlinge verbondenheid. En zowel op het devote als op het emotionele, op het religieuze, als op het plezierige, het uitgaan, moet er een evenwicht gevonden worden. Lourdes enkel beleven op het plezierige kan niet, maar Lourdes enkel beleven op het religieuze kan ook niet, het een behoort bij het andere.
De laatste dag was Lourdes zo goed als leeg, de meeste militairen waren al naar huis teruggekeerd. Dan hebben wij gebruik gemaakt van de situatie om een bezoekje te brengen aan de Pic du Jer, een van de hoogste bergen van de Pyreneeën. Prachtig zicht als het mooi weer zou geweest zijn, maar nog een geluk voor ondergetekende, want die heeft al nood aan een pamper om op een ladder te staan die een hoogte van 25 centimeter overschrijdt, laat staan op die berg van meer dan een kilometer hoog.
Na een urenlange busrit terug aangekomen in Evere, en dan huiswaarts. Blij om mijn eigen voordeur te mogen openen, moe en voldaan, kroop ik mijn bed in.
Dit is Lourdes, beste lezer, dit is slechts een papieren indruk dat ik U kan geven, dit zijn slechts woorden. Er waren veel meer zaken in Lourdes, zaken die ik U graag zou willen meegeven maar die ik voor twee redenen niet doe. De eerste reden is dat mijn artikeltje dan te lang wordt, dan ik begin te zagen (wat ik nu misschien al doe, maar dan toch een dikke proficiat dat U het hebt uitgehouden tot hier toe) en de tweede reden is dat ik al die dingen bijna niet kan verwoorden, zoals reeds eerder in dit artikel vermeld. Een stille derde reden is, dat ik U natuurlijk nieuwsgierig probeer te maken naar Lourdes, zodat U zelf die ervaring zou willen meemaken. In ieder geval, als ik de optelling van de ervaringen maak, valt het resultaat zeer positief uit.
Ik kijk al uit naar de 51e IMB in 2009…
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.