Respect en verdraagzaamheid tegenover andersgeaardheid

Respect en verdraagzaamheid tegenover andersgeaardheid

Verslag van de JoB-dag over respect en verdraagzaamheid tegenover mensen met een andere geaardheid, van 18 september 2007.

 

Decock André

2/2007

Op de 100ste dag na de verkiezingen, nog steeds zonder nieuwe regering, stelden we vast dat het blijkbaar niet gemakkelijk is om ons land te besturen. We vroegen ons af, tijdens het bezinningsmoment, wie er vandaag de dag nog bereid kan en wil zijn om verantwoordelijkheid op te nemen, de spreuk indachtig dat de beste stuurlui toch altijd aan wal staan, en wetende dat op de dagelijkse werkvloer steeds minder mensen meer moeten presteren met minder middelen, terwijl er toch altijd maar betere resultaten worden verwacht.
In elke vereniging, dus ook bij JoB, gebeurt het dan ook wel eens dat de trekkers eventjes moe zijn om te trekken. Gelukkig zijn onze trouwe leden geen politici die voet bij stek moeten houden om tijdens de volgende verkiezingen niet afgestraft te worden omdat ze te veel hadden moeten toegeven.
Neen, op die manier hoeven wij niet te denken, we zijn maar al te blij dat we er weer mogen bij zijn, en het bestuur is na elke JoB-dag, daardoor alleen al, weer even enthousiast om verder te doen.
Voor de derde keer op rij gaat het over respect en verdraagzaamheid.
Vandaag gaat het specifiek over respect en verdraagzaamheid tegenover mensen die anders geaard zijn. Homo, lesbisch, biseksueel of transseksueel.

Gelukkig is er veel veranderd binnen onze militaire gemeenschap. We kennen allemaal wel een collega die homo is of lesbisch, die daar vroeger niet voor durfde uit te komen, maar die dat nu niet meer hoeft te verbergen. Het is spijtig genoeg nog niet overal even gemakkelijk, en het is nog niet zo lang geleden dat iemand om die reden mutatie heeft aangevraagd en gelukkig ook heeft gekregen.
Onze spreker van vandaag heeft meer geluk gehad.
Patrick Nolet, is, zoals hij zelf zegt, eerst en vooral militair, en als militair is hij ook homo. Al 15 jaar komt hij er openlijk voor uit, zonder al te veel problemen. Dat is toch al heel wat. Momenteel is hij werkzaam in de KMS, in het vormingscentrum van onze Krijgsmacht. Omdat hij het zo tof vond dat wij dit thema aandurfden, heeft hij hemel en aarde bewogen om zelf te komen spreken over dit toch nog altijd gevoelig thema.
Hij voelt zich direct welkom in ons midden, omdat hij verwelkomd werd door een grote regenboog, die tussen twee vlagen regen door aan de hemel zichtbaar was.
De regenboogvlag is immers een symbool, een teken dat holebi’s ergens welkom zijn.

Bij wijze van inleiding krijgen we een film, gemaakt door Defensie en in opdracht van Defensie over het anders zijn op vele vlakken, en waarin natuurlijk ook andersgeaardheid op seksueel vlak aan bod komt. In die film speelt onze spreker eveneens een rol.
Onze spreker spreekt in eigen naam. Hij had de groep wat jonger verwacht, maar heeft daar geen probleem mee. Sommigen kunnen immers al kinderen hebben van rond de twintig, en er zijn eveneens nog altijd mensen, veertigers, die nog bang zijn om over hun geaardheid uit te komen in onze, toch nog steeds een beetje macho wereld.
1 op de 8 mannen is homoseksueel.
Waarover spreken wij als wij het hebben over het holebi-seksueel zijn.
Homo’s zijn mannen die verliefd zijn op en houden van andere mannen.
Lesbiennes zijn vrouwen die verliefd zijn op en houden van andere vrouwen.
Biseksuelen kunnen zowel mannen als vrouwen zijn die verliefd zijn op en houden van zowel mannen als vrouwen.
Let wel, het zijn dus geen mensen die verliefd worden op en houden van kinderen.

Er worden nog altijd veel verkeerde vragen gesteld over het holebi-seksueel zijn.
– waarom is mijn man, kind homo ‘geworden’?
– wat heb ik als ouder, partner verkeerd gedaan?
Het ligt dus niet aan de opvoeding.
Het ligt ook niet aan de echtscheiding,
Het ligt zelfs niet aan jezelf, als je zelf zo bent (homo of lesbisch en toch getrouwd).
Neen, het ligt gewoon aan je geaardheid zelf. Je wordt zo geboren.

Onze spreker spreekt weer in eigen naam.
Op 12-13-jarige leeftijd kwamen de eerste prikkels. Een homojongen wordt namelijk geprikkeld door mannen, door jongens. In de geschiedenisles was er sprake over de Romeinen en over de Grieken. Die beelden van naakte mannen prikkelden hem.
Zijn medeleerlingen vertelden over hun eerste ervaring met meisjes. Maar dat vond hij vies. Wel kon hij fantaseren over zijn sportleraar.
30 jaar geleden was het niet zo evident om je te ‘outen’.
Je denkt dus dat je helemaal alleen bent op de wereld.
Elke avond ga je slapen met de idee: als ik morgen niet meer wakker wordt,
is dat geen probleem. Ik ben anders, ik ben alleen.
En dan hoor je opmerkingen als: dat is een ‘janet’, dat is een ‘flikker’…
Dank zij Jos Brink en Will Ferdy is dat ondertussen fel veranderd.
Nu is het helemaal anders. Het is bespreekbaar. Er is niets mis mee.
Seks is niet vies.

Als 17-jarige volgde hij elektriciteit op de technische school.
Dat was niet leuk, hij wou kapper of kok worden.
Hij werd nog meer ongelukkig. Naar het leger gaan was dan ook een vlucht.
Hij zou wel een lief zoeken, een vrouw zoeken, kindjes krijgen,
onder druk van de familie, de maatschappij, de kerk, enz.
Hij zou wel proberen een ‘normaal’ leven te leiden.
Zo blijven velen gefrustreerd, sommigen worden toch gelukkig, de meerderheid echter niet, en later komt er dan nogal eens een scheiding van…
Als 17-jarige was hij dus op zoek naar een lief.
Op een bepaald moment was hij aan seksboekjes geraakt. Maar niet van meisjes, maar wel van jongens. Die boekjes kwamen uit. Dan kwamen de vervelende vragen, maar hij ontkende. Neen zo was hij niet, dus verder op zoek naar een lief.
De zus van zijn schoonbroer was de oplossing. Die bleek later lesbisch te zijn.
Dus opnieuw op zoek naar een meisje.

Op een dag belandde hij in de Bolero, een homobar in Brugge.
Elke dag zat hij alleen aan de toog!
Na een tijdje werd hij aangesproken. Er ontstond een gesprek over graag zien, over houden van, dat graag zien anders is dan houden van…
Voor het eerst kwam hij echt tot het besef: ik ben homo!
Ik voel iets voor die jongen, iets dat ik nog nooit gevoeld heb voor een meisje.
Op dat ogenblik had hij, voor zichzelf al aanvaard dat hij homo was.
Maar hoe moet je dat nu zeggen aan de anderen.
Aan collega’s in het leger zeker niet. Aan je ouders?
In de Strange in Antwerpen vond hij een mooie tekst op een bierviltje:

“Pervers is dat miljoenen mensen geamuseerd voor de beeldbuis zitten te kijken hoe
mannen elkaar te lijf gaan, maar ontzet kijken als mannen zich teder aanraken.”

Hij stak dit bierviltje in zijn portefeuille. Ma vindt dit kaartje, maar opnieuw ontkent hij.
Op een dag stelt zijn tweelingzus de vraag op de man af: ben je nu homo of niet?
Hij zei ja, en vroeg meteen dat zij dit aan ma en pa zouden zeggen. Zelf durfde hij het niet uit schrik om ma en pa pijn te doen, om buiten te vliegen bij ma en pa.
Soms gebeurt dat ook, soms vinden ouders het oké maar dan zwijgen ze er verder over, soms blijft de zoon welkom, maar dan alleen…
Zijn zus wou het dus ook niet zeggen, maar gelukkig kan ze niet zwijgen zodat zijn ouders het na een tijdje ook wisten.
Pa en ma vragen hem dan ook, nu voor het eerst op de man af, of het inderdaad zo is. Hij ontkent niet langer, verwacht een uitbrander, die er niet komt.
Dan kwam de vraag of hij wel zeker was, en verwachtte dat zijn pa hem zou buiten smijten. Maar ze zeiden oké, dan is het maar zo, we hadden het liever anders gezien, maar als jij maar gelukkig bent…
Wat een geluk dat hij zo’n ouders heeft die op die manier gereageerd hebben.
Anderen hebben dat geluk niet.

Hij is intussen echt blij dat hij een homo is. Nu kunnen ze sinds 5 jaar al met elkaar trouwen. In Oeganda vliegen mensen daarvoor nog in de kerker, en in andere landen is het nog niet zo lang geleden dat homo’s werden opgehangen.
Ouders hebben nog altijd schrik, omdat ze bang zijn voor hun kinderen.
En inderdaad, het is niet altijd even gemakkelijk voor homo’s.
Een paar jaar terug heeft hij nog een nare ervaring meegemaakt toen hij samen met zijn partner iets ging eten in Antwerpen. Om de dertig seconden klonk een engelse kwetsende term voor homo. De uitbaters zeiden wel dat het moest ophouden, maar uiteindelijk is hij samen met zijn partner naar buiten gegaan. Hij kan er mee leven, maar het blijft pijn doen.

Even terug naar zijn verhaal.
Nu wisten zijn ouders het al, maar hoe dat nu vertellen
aan de collega’s van 6 TTR in Lüdenscheid?
Dat kon hij (nog) niet.
Hij zei dan maar dat hij een vriendin had in België, maar niemand kende haar, hij natuurlijk evenmin.
In OC 3 in Turnhout zei hij al niet meer dat hij een vriendin had.

Op de CIS school te Peutie stak hij het nog weg. Hij durfde er (nog) niet openlijk voor uitkomen. Op kamp kreeg hij dan de vraag van een leerling: ben je nu homo of niet?
Hij zei: ja. Waarop zijn collega’s zeiden: waarom hebt ge dat niet vroeger gezegd.
Daarna heeft hij zelf nooit problemen gehad in het leger.
Wellicht werd er wel achter de rug wat gezegd, maar ja…
Dan kwam dat interview met Humo.
Uiteindelijk was alles heel positief. De interviewers hadden het anders verwacht.
Gelukkig kwamen er veel reacties, allemaal positief. Maar ook reacties van mensen die het niet zo gemakkelijk hadden!
Zoals die para die openlijk en in uniform met paramuts huwde met zijn vriend.
Dat ligt (nog) niet gemakkelijk…
De reactie is soms niet te voorspellen.

Hij eindigt met nog eens duidelijk te stellen dat hij militair is die toevallig ook homo is.
Dus geen homo militair, want dat bestaat niet.
Nu kan hij er openlijk over praten, ook met zijn moeder.
Samen kunnen ze nu een “man” echt knap vinden…

Een warm en daverend applaus is de duidelijke appreciatie voor dit ‘open’ getuigenis.
Na de zoemsessie kwamen de vragen dan ook heel spontaan. We geven hier enkel de antwoorden…

De tijd tussen de aanvaarding voor zichzelf dat hij homo was en de ‘outing’, heeft
15 jaar geduurd. Het was een moeilijke tijd die ook emotioneel heel zwaar was.
Je speelt constant een rol. Je bent een kameleon.
Nu bestaat er intussen een jongerengroep: wel jong, niet hetero.

Als 16 jarige heb ik er inderdaad aan gedacht: “nu hoeft het niet meer”.
Later, na de zelferkenning en zelfaanvaarding niet meer.

Het is niet simpel om naar ouders toe te zeggen wanneer hun kind zeker is om het te weten. Niet iedereen is er zich op zijn 12 jaar bewust van. Er is verschil in leeftijd.
Als ouder mag je enkel niet zeggen dat het verkeerd of fout is. Je kan enkel de raad geven om te ontdekken, te experimenteren, en erover te blijven praten.

Een homo is geen transseksueel of een travestiet. Een homo denkt er nooit aan om liever een vrouw te zijn. Neen. Hij voelt zich goed zoals hij is.
Een transseksueel voelt zich als man vrouw en een transseksuele vrouw voelt zich man. Een transseksueel is eigenlijk in het verkeerde lichaam geboren. Er komt heel veel commentaar op!!! Het is immers een heel zware en pijnlijke ingreep. Vóór de operatie moet je daarom één jaar lang als een andere door het leven gaan (met andere kleren). De steun van de ouders is hier heel belangrijk, op alle vlakken. Iemand die de stap zet doet het niet zomaar. Er is een transseksueel die niet wou scheiden! Hij bleef bij zijn vrouw, die nu haar vrouw is.
In het leger zijn er een zestal transseksuelen. Dat ligt wat moeilijker, maar ons leger doet ook op dat vlak een serieuze inspanning.
Travestieten zijn meestal mannen die seksuele prikkels hebben als ze vrouwenkleren aantrekken. Ze zijn geen homo, ze zijn geen lesbienne, ze willen niet veranderen van geslacht.

Als niet-gelovige heb ik geen geloofsprobleem rond mijn homo zijn. Maar er zijn wel godsdiensten zoals de Islam waar het taboe is.
Nvdr. Binnen de Katholieke Kerk bestaat er al heel wat rond deze problematiek waardoor andersgeaardheid bespreekbaar is.

Er zijn homo’s die vrouwelijk doen en er zijn lesbiennes die mannelijk doen. Je kunt dus niet direct alle holebi’s herkennen aan hun gedragingen. Je herkent enkel de mannen die meer vrouwelijke kenmerken hebben en omgekeerd. Iedereen heeft trouwens mannelijke en vrouwelijke kenmerken. De vraag wie er nu het manneke en het meisje is in een holebirelatie is dus niet relevant. Zoals bij elk koppel zijn er afspraken wie wat doet en is er dus niet direct een ‘rolverdeling’.
Er zijn inderdaad heel wat toffe en lieve homo’s en lesbiennes, net zoals in de
heterowereld. Maar net zoals in de heterowereld zijn er in de holebiwereld ook wel ‘ambetante’ en lelijke mensen.

Sommigen hebben problemen met het ‘outingsgedrag’ van de holebi’s.
Zeker met de gayparades. Nochtans zijn die gayparades niet agressief.
Die parades zijn er om te laten zien: wij zijn er ook.
Het is een feest om samen te zijn met gelijkgeaarde mensen die er mogen voor
uitkomen wie ze zijn. Ze willen het bijna uitschreeuwen dat ze het beu zijn om zich te moeten wegsteken. In bijna alle grote steden zijn er gayparades, ook in Brussel is er één. Als homo’s samen zijn, is het feest.

In het leger is homoseksualiteit toegestaan. De film is gemaakt door het leger.
Ooit is het leger genomineerd geweest om een prijs te krijgen vanuit de holebigemeenschap. Maar tevens ook eens genomineerd om de homofobie prijs te krijgen. Er zijn immers nog steeds heel wat onschuldige websites geblokkeerd.

Misschien kan ik eindigen met te zeggen dat je als homo bijna overal getolereerd wordt, maar zeker nog niet aanvaard.
Homo moet kunnen, zeggen velen al, maar niet mijn zoon…

Een tweede warm applaus was een opsteker zowel voor de spreker als voor het bestuur. We doen verder ons best om op zoek te gaan naar actuele en levensnabije thema’s.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.