Kosovo: een nieuwe dageraad?

Kosovo: een nieuwe dageraad?

Een evaluatie van de toestand in Kosovo aan het begin van 2004. Investeringen, militaire aanwezigheid en godsdienst komen hierbij aan bod.

 

Van Den Eeckhout Johan

1/2004

Vooruitgang zichtbaar

Wie de kans gehad heeft in Kosovo enkele missies mee te maken, zal niet ontkennen dat er een vooruitgang zichtbaar is in het land. Gelukkig is dat zo want 5 jaar NATO-aanwezigheid ter ondersteuning van de heropbouw onder de leiding van de UNO dient toch positieve sporen na te laten. Toch is de situatie in deze provincie ten zuiden van Servië-Montenegro nog niet helemaal opgeklaard. Er is nog werk aan de winkel. Wel heeft de UNO een duidelijk project uitgelijnd. Het komt erop neer dat het bestuur van Kosovo zo vlug mogelijk in handen wordt gegeven van de plaatselijke bevolking. Als ideaal voorzien de UNO-mandatarissen een Kosovo waar allen, ongeacht hun etnische achtergrond, hun ras of hun godsdienst, vrij zijn te leven en te werken zonder angst, vijandschap of gevaar en waar er verdraagzaamheid is, rechtvaardigheid en vrede voor iedereen. Om dit te realiseren werkt de UNO aan de uitbouw van democratisch verkozen instellingen midden een rechtsstaat, waar er vrijheid is van beweging, waar de vluchtelingen kunnen terugkeren naar hun vroegere huizen en de minderheden beschermd worden. Dit alles wordt ondersteund door een competitieve markteconomie. Het culturele erfgoed dient te worden beschermd. Kosovo wordt niet onafhankelijk maar het krijgt wel een autonoom statuut binnen Servië-Montenegro. Er wordt zodoende een voortdurende dialoog voorgesteld tussen Pristina (hoofdstad van Kosovo) en Belgrado (hoofdstad van Servië-Montenegro). Een Kosovaars politiekorps, dat bestaat uit mensen uit geheel Kosovo, zal toezien op de publieke veiligheid en de orde. De UNO wil een Kosovo uitbouwen dat geschoeid is op Europese leest. Zolang dit niet lukt, zullen er buitenlandse militairen helpen toekijken op de vrede en de veiligheid.

Vermindering van de getalsterkte

Het aantal van deze NATO-soldaten neemt wel af. Bij het begin van 2004 waren er nog 20.000 Nato- en andere militairen in Kosovo. Tegen eind 2004 zouden er nog 6000 overblijven. Het is een teken van vooruitgang op het vlak van stabiliteit. Het plaatselijk politiekorps neemt meer en meer zijn geëigende taak ter harte en werkt hiervoor samen met de UNO-Politie. Het viel mij op tijdens Belukos 14 (December 2003 – Maart 2004) dat het aantal patrouilles en controles door de politiediensten enorm is toegenomen. Waar tijdens een vorig verblijf, toen ik met Belurokos 9 (April 2002 – Juli 2002) in Kosovo was,de politie nog niet voluit functioneerde, lijkt er nu een serieuze stap voorwaarts gezet te zijn. Dat de militaire aanwezigheid wordt teruggeschroefd valt nog het meest op bij de Belgen. Terwijl er tot voor kort een 700 Belgen humanitair-militair werk leverden in het noorden van Kosovo, zijn er nu nog 200 die de vroegere compounds hebben verlaten en nu opereren vanuit een nieuwe lokatie. Zij functioneren binnen een Frans bataljon en verblijven aan de rand van de stad Mitrovica, dat op de scheidingslijn ligt tussen het Servische en het Albanese gedeelte van Kosovo. Het voormalige kamp in Leposavic is opgebroken. White Plains, de vroegere verblijfplaats van een compagnie in de buurt van Lesak, is opgedoekt. Op Nothing Hill in de buurt van Leposavic is nog een kleine militaire accommodatie zichtbaar. Maar terwijl er tot voor kort ongeveer 400 militairen konden gelogeerd worden, is het kamp nu herleid tot één containerblok waar een 40-tal soldaten afwisselend verblijven. Nothing Hill is werkelijk nothing hill geworden.

Toename van burgervoertuigen

Wat opvalt in het verkeer is de toename van buitenlandse burgervoertuigen. Alle nationaliteiten wagen zich door de Kosovaarse provincie: Duitsers, Oostenrijkers, Italianen, Fransen, Nederlanders, Luxemburgers, Belgen… Soms wordt de vraag gesteld: is de bestuurder van de wagen ook wel eigenaar van de wagen? Ik herinner mij het havenstadje Durrës in Albanië waar ik een week verbleef in 1999 op bezoek bij paracommando’s die deel uitmaakten van de NATO-zending aldaar in voorbereiding op de interventie in Kosovo. Als je er de plaatselijke haven voorbijreed, kon je er elke morgen tientallen dure merken aanschouwen, die waren ‘ingevoerd’ en te koop werden aangeboden. De nummerplaten van het land van herkomst waren nog zichtbaar. In die zin wist de koper in welk land hij niet direct op vakantie hoefde te gaan. Wetende dat er nog altijd vele wagens worden ontvreemd in West-Europa, kan het zijn dat er zo nu en dan één in Kosovo rondrijdt, eventueel nog voorzien van de nummerplaat van het land van herkomst. Maar, ongetwijfeld is dat niet bij allemaal het geval en is er meer en meer trafiek van buitenlandse investeerders of van Kosovaren die in het buitenland leven en werken en op bezoek komen bij achtergebleven familie en vrienden. En waarom zouden er zich geen avontuurlijke West-Europese toeristen tussen de wagens met buitenlandse nummerplaat bevinden?

Nieuwe investeringen

Sprekende over de buitenlandse investeerders, valt vooral het stijgend aantal benzinestations op. Ook zijn er meer en meer magazijnen zichtbaar langs de weg. Vooral bouwondernemingen doen hier gouden zaken. Er wordt nog altijd flink bijgebouwd. Niet alle huizen zijn afgewerkt. Dat zou te maken hebben met het feit dat op een onafgewerkt huis geen belastingen worden geheven. Hier en daar zijn er nog sporen zichtbaar van het vroegere oorlogsgeweld. Dit zie je onder andere langsheen de weg die Mitrovica met Pristina verbindt. Maar ook in Mitrovica zelf is nog niet alles hersteld. Toch is er vooruitgang zichtbaar tegenover enkele jaren terug toen de oorlog net voorbij was. In de wijk ‘klein Bosnië’, zo genoemd door de Fransen wegens het multiculturele karakter van de inwoners, is dit zichtbaar. Waar er tijdens Belukos 5 (2001) een gespannen sfeer heerste en je een weg moest banen doorheen vernielde huizen en met vuilnis versperde straten en steegjes, is het er nu rustig. De straten liggen er netjes bij. De inwoners groeten je vriendelijk. Nog niet alle vernielde huizen zijn hersteld. Misschien zijn de vroegere inwoners omgekomen tijdens de oorlog of bevinden zij zich nog als vluchteling in een buurland.

Minder oorlogswapens en munitie

Toch bemerk je positieve verandering die de zinvolheid van de missie in Kosovo in een goed daglicht plaatst. Dat Kosovo hard zijn best doet om terug een normale provincie te worden, blijkt ook uit het feit dat onze manschappen bij controles in huizen (‘search’) en in wagens (‘check-point’) praktisch geen oorlogswapens of munitie vinden. Toch blijft het oppassen geblazen. De oorlog is slechts enkele jaren voorbij. De littekens in de harten van de mensen zijn nog niet geheeld. Er is niet veel nodig om de gemoederen op te hitsen. De ‘hardliners’ aan beide zijden van de Ibar, de rivier die de Servische Kosovaren van de Albanese Kosovaren in Mitrovica scheidt, zitten nog altijd klaar om vanuit hun extreme opstellingen de onverzoenbare standpunten tegen elkaar uit te spelen. Om dit niet te laten gebeuren is het belangrijk dat er bij de afbouw van de aanwezigheid van KFOR-troepen, een goed opgeleide politiemacht de dienst overneemt.

De para’s blijven gemotiveerd

Bij onze soldaten in Kosovo blijft de motivatie hoog tot het volbrengen van de opdrachten. Dit is niet alleen positief voor de militairen, maar draagt ook bij tot de positieve kijk van de bevolking op het werk van de Belgen. Tijdens patrouilles in Mitrovica en Leposavic worden de para’s die het hoofdcontingent uitmaken van Belukos 14, gewaardeerd om hun voorkomende en ondersteunende aanwezigheid. Of het nu gaat om een vriendelijke groet, of een geïnteresseerd luisteren naar enkele jongeren omtrent hun toekomstverwachting, het tonen van de weg aan een plaatselijke ziekenwagen op zoek naar een ernstige zieke in een moeilijk te vinden huis, of het wegtakelen van een op ijs en sneeuw geslipte wagen uit een afgrond, altijd is het opbouwend werk dat bijdraagt tot een beter functioneren van de lokale leefgemeenschappen. Als je kan helpen bij één van de vele concrete noden van lokale mensen, dan draag je bij tot het herstel van het samenlevingsweefsel. De politieke discussies die gevoerd worden in Pristina zijn voor vele in armoede levende mensen een ver-van-mijn-bed show. De gesprekken op hoog niveau zijn een must. Er zijn teveel verschillende belangen die spelen. Maar voor de vele concrete problemen waarmee de plaatselijke bevolking wordt geconfronteerd, geven zij vooralsnog geen oplossing.

Elektriciteit?

In België kennen wij schrijnende toestanden van mensen die hun electriciteitsrekening niet langer kunnen betalen. Zij krijgen een voorstel tot beperking van verbruik. Voor een minimum aan elektriciteit wordt altijd gezorgd zodat aan een aantal basisnoden wordt tegemoet gekomen. In het noordelijke gedeelte van Kosovo, waar vooral Servische Kosovaren leven, stelt zich een identiek probleem maar dan wel op grote schaal. Er wordt per dag dikwijls slechts 1 uur elektriciteit geleverd vanuit de centrale. Dit maakt het moeilijk om aansluiting te vinden bij de moderne maatschappij. Met een computer werken, heeft geen zin. Je weet niet wanneer de stroom wordt afgesloten. Een elektrische wasmachine heeft al even weinig zin. Hoe lang draait ze? Toen ik een patrouille vergezelde op rondgang bij avond in het Servische gedeelte van Mitrovica, zag ik hoe op een bepaald moment een hele wijk plots in de duisternis kwam te zitten: de elektriciteit was afgesneden. Iets later viel een andere wijk in het duister. Dit gebrek aan continue stroom is één van de nieuwe problemen waarmee dit deel van Kosovo heeft af te rekenen. De elektriciteit komt uit een centrale bij Pristina. Om de één of andere reden wordt de stroom ten zeerste beperkt. Vroeger was de elektriciteit gratis in Kosovo. Dat was eigen aan het communistische systeem. Nu dient er betaald te worden. Misschien is de verandering van economisch systeem nog niet volledig doorgedrongen in de hoofden van de mensen. Een feit is: het is moeilijk vlot aan te sluiten bij de nieuwe voorgestelde samenlevingsvorm en economie als je amper 1 uur per dag voorzien wordt van het basisgoed elektriciteit.

Vluchtelingen

Dat Kosovo nog geen paradijs is, blijkt ook uit onverwachte situaties. Onlangs constateerden Franse militairen die in Mitrovica-station de wacht optrokken bij een binnenrijdende goederentrein geladen met militaire voertuigen komende uit Griekenland dat er mensen aan de wagons hingen. Naderbij gekomen, bleken het Albanese Kosovaren te zijn die in de omgeving van Pristina op de treinwagons waren geklommen. Zij hadden gehoopt meegevoerd te worden richting Griekenland maar jammer genoeg hadden zij zich vergist van rijrichting. Zo kwamen zij terecht in Mitrovica. Blijkbaar is het zicht op de toekomst voor een aantal Kosovaren nog niet zo klaar als de autoriteiten wel zouden wensen. Deze vluchtelingenproblematiek kadert natuurlijk in een wereldwijd probleem. In Griekenland zelf had een Belgische militaire chauffeur geconstateerd dat er aan het slot op de container van zijn vrachtwagen was geprutst. Hij liet de politie komen die de container opende. Er kwamen zeven Iraanse vluchtelingen uit. Ook zij hadden zich vergist van rijrichting: zij hadden gehoopt de oversteek per schip te maken richting Italië maar hadden de verkeerde container uitgekozen en waren zodoende bijna Kosovo binnengevoerd. Deze schrijnende toestanden geven weer hoe mensen uit onstabiele en arme landen er alles voor over hebben om toch maar hun leefsituatie te verbeteren. Zij laten het land van hun herkomst achter en richten hun steven richting West-Europa, in de hoop er een beter leven te kunnen leiden. Ligt hier geen enorme uitdaging voor de ‘rijke’ landen om de economische en politieke slagvelden elders in de wereld met alle middelen trachten te voorkomen of mee helpen her op te bouwen? Als dat niet gebeurt, zullen mensen uit arme continenten dan niet blijven kloppen aan de poorten van de rijke wereld of er zich desnoods met geweld een toegang toe verschaffen?

Godsdienst

In België wordt er momenteel nogal wat gebakkeleid op politiek vlak omtrent het toelaten van religieuze symbolen. De hoofddoekdiscussie is er een voorbeeld van. Soms heb je de indruk dat er standpunten zijn die vanuit het zogenaamde neutraliteitsprincipe alle religieuze symbolen willen weren. Het doet mij meer en meer denken aan de vroegere communistische staten waar godsdienstige uitingen ook verboden waren. In het China van de jaren vijftig liep iedereen in een grijs pakje rond: totale neutraliteit en gelijkheid volgens het systeem. Alleen nog reuzengrote afbeeldingen van politieke leiders werden toegelaten. De Balkan heeft ook een communistisch verleden. Godsdienstige praktijken waren er niet toegelaten. Toch bleef het religieuze gevoel onder de atheïstische oppervlakte broeien. Dat na jaren van communistische overheersing de religieuze ziel niet dood is, merk je in Macedonië waar er op de heuvels rond Skopje een enorm kruis is geplaatst. Het symboliseert de aanwezigheid van de Macedonisch-orthodoxe Kerkgemeenschap. In de stad zie je naast enkele kerktorens verschillende minaretten die verwijzen naar de aanwezigheid van 30 % islamitische Albanezen. Ook in Kosovo is de voormalige schroom tegenover de godsdienst afgelegd. Aan Albanees-Kosovaarse zijde merk je dat door de vele moskeeën die zijn bijgebouwd. Aan Servisch-Kosovaarse zijde is de bouw van Orthodoxe kerken volop bezig. In Leposavic, waar de Belgische militairen tot voor een half jaar verbleven, staat nu een spiksplinternieuwe orthodoxe kerk. In Mitrovica liggen reeds de fundamenten van een nog te bouwen orthodoxe kerk. Zij zal opgericht worden aan de voet van een oud-communistisch monument dat de mijnbouw herdenkt. Terwijl het oud-communistische mijnbouwmomument opvalt door zijn vormeloosheid en grauwheid, in de militaire volksmond wordt het ‘barbecue’ genoemd, zal de nog te bouwen orthodoxe kerk stralen in schoonheid en grootsheid.

Toekomst voor de Balkan?

Wij kunnen alleen maar hopen en bidden dat de positieve en verzoenende krachten die in elke godsdienst aanwezig zijn, het zowel in Macedonië als in Kosovo mogen halen op de aanzetten tot geweld en onverdraagzaamheid die nog al te dikwijls de ware godsdienst besmeuren. Het is een blijvende uitdaging om de moeilijke weg te bewandelen van een uitbouw van een samenleving die bevolkt is door mensen van verschillende origine en godsdienst. Politiek alleen kan een samenleving niet opbouwen. De menselijke ziel en identiteit is veel rijker en krachtiger dan de armoede van het politieke debat. Hopelijk kunnen de UNO en Europa er verder toe bijdragen om met deze uitdaging om te gaan op de Balkan en er de mogelijksvoorwaarden scheppen voor een stabiele samenleving waar elke cultuur, overtuiging en godsdienst zijn plaats heeft. Dat wij daar als Belgische militairen mogen toe bijdragen, mag ons tot eer strekken.

Op weg naar vrede…

Het witte sneeuwtapijt dat rond Kerstmis 2003 Kosovo sierde, liet toe dat het land er vredig en rustig bijlag. Alle sporen van een gewelddadig en onrustig verleden waren op dat moment gewist. Je bevond je als het ware in een sprookjeslandschap. Een sprookje is niet echt, maar het zegt wel iets over het leven van mensen. De droom van mensen is gelukkig te zijn. In vrede met zichzelf en de anderen te mogen leven. Kerstmis als feest van de vrede mocht deze wens naar voor brengen: vrede op aarde aan alle mensen van goede wil. Voor die vrede zijn wij in Kosovo en wij mogen ons steentje bijdragen tot het uitbouwen van een structuur die de plaatselijke bevolking zal toelaten op menselijke wijze met elkaar samen te leven. Wij zijn er nog niet, maar wij mogen de hoop niet opgeven. Samen mogen wij er aan werken, in internationaal midden. Het is al een teken van vooruitgang dat zovele naties samen stabiliteit willen brengen in een verscheurd land. Ook de onderlinge band, de spirit, mag verder bijdragen tot het goed vervullen van deze missie. De goede band met de thuisbasis is tevens een onmisbare steun om dag in dag uit de opdrachten en uitdagingen eigen aan deze humanitaire missie tot een goed einde te brengen. Zo dragen de families ook bij bij tot het goed volbrengen van de zending in Kosovo. De zinvolheid van deze humanitaire operatie mag ook een steun zijn voor de thuisbasis die al bij al hun geliefden toch telkens weer vier maand moeten missen…. omwille van de vrede elders in de wereld.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.