02 feb Hoe overleef ik mijn werk? Burn-out, depressie en veranderingsmoeheid
Verslag van de JoB-dag die op 29 april 2003 plaatshad en handelde over het thema ‘burn-out, depressie en veranderingsmoeheid’.
2/2003
Een aantal nieuwe gezichten waren speciaal op dit thema afgekomen. Met meer dan honderd waren we naar Schaffen afgezakt. We werden er hartelijk verwelkomd in de stemmige kapel.
Het ontvangstcomité uit Schaffen had zich geen moeite gespaard om het ons zo aangenaam mogelijk te maken.
Na een korte paasbezinning over gelovigen die “en toch” mensen zijn werd de link gelegd naar de spreker die een “en toch” mens is om ondanks burn-out en depressie, terug te geloven in het leven en de toekomst. We zaten meteen op het goede spoor.
Onze spreker, Jan Rolies, is wat men noemt een ervaringsdeskundige op dat vlak.
Toen hij 19 jaar jong was werd hij reeds geconfronteerd met “overspanning”. Hij was op dat moment in het klooster, wou absoluut later prof worden en geraakte overspannen. In een gesprek met één van zijn oversten kreeg hij te horen dat hij een vogel voor de kat was. Meteen een zware fout van die overste toen. Je mag zoiets nooit zeggen als iemand in zo’n toestand verzeild geraakt.
Wat was er gebeurd?
Jan komt uit een familie van harde werkers. Vooral vader had een enorme werkkracht. Hoe kwam het dan dat zoonlief een vogel voor de kat zou zijn.
Leefde hij misschien anders, was de tijd misschien anders, was hij sterker?
Allemaal vragen.
In elk geval is het nu wel zo dat wij inderdaad veranderd zijn en dat ook de tijden veranderd zijn.
Kinderen in de lagere school zijn nu al overspannen. Ze ‘moeten’ immers 10 op 10 halen.
Sabine Appelmans en andere sportgoden zijn heel vlug opgebrand. Willen wij wellicht allemaal, onbewust wellicht, de top bereiken?
Bij arbeiders hebben 4% een burn-out en tussen de 16 en 20% leven in de rode zone.
Met wat zijn we bezig?
Velen kennen het verhaal over Icarus, die ervan droomde om te kunnen vliegen. En na lang zoeken lukte het hem. Met houten vleugels vol pluimen vastgemaakt met was begint hij te vliegen, hoger en hoger en hoger, steeds dichter bij de zon die de was doet smelten en Icarus stort terug neer in zee.
Wellicht is Icarus het beeld van onze tijd. We willen altijd maar hoger en hoger en dan vallen we dieper en dieper.
De tijd waarin we leven is de tijd van de val van Icarus.
Vanaf 1850 neemt de stress toe.
Toen verscheen een eerste boek over neurastinie en had men het over zenuwpatiënten.
Neurastinie, overspannen zijn, stress, burn-out heeft te maken met onze arbeidsomstandigheden en onze leefomstandigheden.
Toen waren mensen al “gestresseerd” over het lawaai van een trein die aan 30km per uur voorbijreed.
Gestresseerd leven is iets anders dan intens leven. Intens leven wil zeggen dat je graag doet wat je doet en dat je er ten volle voor gaat. Je leeft en je werkt voor de 100%.
Gestresseerd leven echter is gekenmerkt door slapeloosheid, wakker worden, rugproblemen omdat de druk te groot is en je te veel moet dragen, boulemie (te veel eten) of niets meer willen eten (anorexia), alcoholgebruik, lusteloos zijn, irritatie, zweten.
Al deze fenomenen wijzen erop dat ik onder stress sta, dat er punten zijn die mij negatief beïnvloeden.
En op het einde van een lang proces van depressie volgt een burn-out: het vat is leeg.
Een mooi voorbeeld is het levensverhaal van de stichter van Poverello, dokter Jan Vermeire. Na een gestresseerd leven als sexuoloog was op een dag het vat leeg en pas een hele tijd later begon hij te herleven in Poverello.
Tussen haakjes, wij JoB-mensen hadden eens het geluk om het hem zelf te horen vertellen, enkele maanden voor zijn plotse dood.
Is stress, is burn-out een “ziekte”?
In elk geval niet als je denkt dat een ziekte op te lossen is met een pilletje.
Stress en burn-out zijn niet op te lossen met een pilletje.
Wel met de vraag: vertel het een keer…
Dat is de oplossing: vertel het eens, wat is er…
Niets is zo moeilijk als het eens vertellen.
Vertellen wat je voelt, wat er in jou omgaat.
Dat is dus geen ziekte, maar wel heel veel levenspijn.
Mag ik het vertellen en wil jij luisteren?
Depressie is geen angst hebben.
Depressie is geen verdriet hebben.
Depressie is niet rouwen om verlies.
Depressie is geen melancholie over de vergankelijkheid van het leven.
Depressie is in de put vallen.
Niks zegt me nog iets.
Medicijnen kunnen eventjes helpen maar vooral het gesprek helpt.
En vanuit de diepte van het leven komt er terug kracht.
In onze buik zitten onze emoties.
We mogen nooit vergeten dat het leven op zich stress is.
Onze spreker geeft al sinds 1968 lezingen over depressies en aanverwante onderwerpen en toch heeft hij elke keer opnieuw stress. Stress hoort gewoon bij het leven. Leven is stress.
Niks is zo stresserend als geboren worden. Vanuit die warme geborgenheid uitgedreven worden en een klets krijgen als je niet vlug genoeg zelf ademt.
Je ‘moet’ voor het eerst zélf ademen.
Al die dromen van een leven zonder stress: vergeet het !
Geboren worden, voor de 1ste keer naar school, je eerste examen, voor het eerst werk zoeken, voor het eerst werken, ja zelfs vakantie is stress.
Het ‘moet’ allemaal ‘perfect’ zijn.
We moeten genieten.
Mobistar: haal meer uit het leven!
Libelle en andere vrouwenbladen…
De publiciteit speelt met ons: alles is light en wij worden zwaarder, gedeprimeerd. Je ‘moet’ gewoon van alles genieten, ook van sex.
En als die dat wel kan en ik niet, dan krijg je stress.
Relaties zijn de grootste bron van stress.
We willen op elk vlak de perfecte relatie.
We vragen veel van onszelf (en van de ander). We leggen de lat veel te hoog. Een man moet dit en dat; een vrouw moet dit en dat.
Met het gevolg dat hij niet goed genoeg is en dat zij niet deugt.
En als het thuis niet goed is dan neem je het mee op het werk.
Bedrijven in Amerika zorgen voor hun toppersoneel voor een goede thuissituatie.
Daarbij komt nog dat wij menen dat arbeid plezant moet zijn. Dan hebben we de bijbel niet goed begrepen.
De plaats waar we werken geeft ons ook zijn stress.
Elk werk, in zijn herhaling, is een vorm van stress.
Ook de kinderen zitten met een probleem: naar school gaan moet plezant zijn.
Als we over mensen spreken, spreken we veelal met beelden.
Een mens is energie: dat beeld komt uit de 18de eeuw na de ontdekking van de stoommachine.
We zien de mens als een brok energie. Hij moet stoom aflaten omdat hij onder druk staat, en als we in overdruk komen dan ontploffen we. Eigenlijk hebben we het gevoel dat we constant onder druk staan.
Maar het probleem is niet enkel de overdruk, maar ook de vraag hoe we energie opdoen. In de apotheek staat het vol met energie. Voor alle soorten “tekorten” is er wel iets “aanvullend” te vinden.
Maar waar vind ik energie zelf.
Het tegenovergestelde van energie is moeheid. En bij een burn-out is er geen energie meer.
We leven in een spanningsveld van MOETEN ↔ KUNNEN
Maar eveneens in een spanningsveld van
Intern ←IK→ extern
Daardoor hebben velen problemen met: kan ik wel aan wat een ander van mij verwacht, wil ik eigenlijk niet te veel, verwacht ik niet te veel van mezelf.
Stress komt voort uit de spanning van moeten en kunnen, en uit de spanning van interne en externe druk.
Op het werk is er steeds minder personeel! Er worden ook nieuwe werkwoorden gebruikt: je moet scoren, je wordt afgerekend. Als je goed gescoord hebt wacht eventueel een promotie al of niet met loonopslag. Maar o wee, als je onvoldoende krijgt: je mag het vergeten.
Het feit dat we constant ‘examens’ moeten afleggen tot op het eind van ons leven is enorm stresserend.
We hebben zelfs geen controle meer over “ons” werk. Nieuwe baas, nieuwe wetten, maar evenzeer medeverantwoordelijk als nieuwe uitdaging.
“Doe wat je wil, maar doe het goed” is een serieuze stok achter de deur! Vooral als er constante veranderingen zijn.
In een bedrijf, een samenleving waar er VISIE is EN INFORMATIE is er geen stress. Als die er niet zijn is er onzekerheid en blijven we in het ongewisse.
In de tijd waarin we nu leven hebben we problemen met gehoorzaamheid. Vroeger moesten we enkel maar gehoorzamen. Maar al bij al was dat nog niet zo slecht. In ons leger bijvoorbeeld hadden we een typische militaire organisatie. De chef boven en de rest eronder moest gehoorzamen. Nu hebben we, ook in het leger, meer en meer een platte organisatie met inspraak en participatie. We zitten met ons allen als het ware rond de tafel en de kolonel vraagt zowel aan de S1, de RSM enz. wat hij ervan denkt.
Ook in de opvoeding van de kinderen is er wat veranderd.
Het bevelsgezin is geëvolueerd naar een onderhandelingsgezin. Met kinderen moet je onderhandelen.
Zo geraken we verdeeld in twee werelden, de wereld van het werk en de wereld thuis.
Spijtig genoeg leven we ook in de wereld van het negationisme: het negeren van.
Voorbeeld:
• er waren geen concentratiekampen in WO II.
• de mensen worden niet overvraagd.
• Het bedrijf maakt niet ziek.
• Enz…
En toch maken structuren mensen ziek. De mentaliteit maakt mensen ziek.
Attitudes maken mensen ziek. Als er geen afspraken zijn en het uurwerk domineert is er stress. We willen met zijn allen appreciatie, bevestiging, erkenning, respect.
Ben ik wel gerespecteerd, word ik wel gewaardeerd.
De visie op het leven is aan revisie toe.
Meteen voegde de spreker de daad bij het woord en laste een pauze in om ons de kans te geven voor de broodnodige boodschappen…
Na een verkwikkende pauze waar heel veel tevreden waren omdat ze zich zo herkend hadden in wat de spreker bracht ging de spreker nog even verder over “ik en mijn werk”.
Wat verwacht ik eigenlijk van mezelf. Wat wil ik mezelf bewijzen en wat wil ik een ander bewijzen.
Met een voorbeeld uit het leven gegrepen werd het ons duidelijk dat velen vinden dat ze perfect moeten zijn (vb. in het huishouden).
Maar moet dat echt wel? Ik moet niet volmaakt zijn! Ik moet niet perfect zijn!
Ge zijt goed ALS ge, ge zijt lief ALS ge, ge zijt… als ge!!
Er zijn ‘perfecte’ gezinnen waar alles geregeld is. Waar alles moet volgens de regels, maar waar dus geen plaats is voor ont-moeten.
Er komt een nieuw wereldbeeld: doe ik het graag, is dat goed voor mij, voelt dat goed aan, vind ik mezelf erin terug.
Succes hangt niet meer af van afkomst en privileges (vb. kritiek van velen op prins Laurent) maar van uw inzet en prestaties.
Maar het gevolg is dan ook navenant:
1. als ge mislukt is het uw fout (vroeger niet!)
kompassie, medelijden is voorbij!
2. je krijgt het gevoel dat je veel meer voor alles alleen staat.
Je wordt individueel afgerekend en aangesproken.
Er is desolidarisering, ook op de werkvloer. We zijn individuen geworden.
Zelfs een dorp bestaat niet meer. Wel zijn er verschillende huizen. We vallen allemaal op ons zelf terug. We moeten ons invoegen. Doen wat iedereen doet.
Ook TIJD wordt nu anders beleefd.
In 1250 werd de eerste klok gemonteerd in Verona.
Daarna kwamen klokken op torens en nu heeft iedereen een uurwerk. In huis soms meerdere!
We zijn geobsedeerd door tijd. Time management ! We hebben altijd tijd tekort!
En toch hebben we al zoveel dingen uitgevonden om tijd te winnen: machines op het werk, maar ook thuis: wasmachine, droogkas, afwasautomaat enz…
Het moet allemaal vlug gaan maar de ziel blijft altijd te voet gaan en kan soms niet meer volgen.
Met de TGV zit je al in Parijs maar de ziel is nog in Brussel.
De hamvraag is tegenwoordig: hoe kunnen we “onthaasten”?
We vergeten te leven in het “nu-moment”.
We zitten nu in Schaffen te luisteren en het is goed, nu!
Daarom is het Zen-Boedhisme nu “in”, omdat ze bezig zijn met het nu.
We hebben nood aan LEVENSKUNST waarin het belangrijkste nu is.
Bepaalde dingen kan ik niet veranderen, wel hoe ik er naar kijk!
Er is b.v. Lawaai, daar kan je niets aan doen. Maar toch kan ik midden het lawaai tot rust komen.
Sommige mensen zijn zelfs bang van de stilte. Bang om na te denken.
Ze willen altijd vooruit en kunnen niet stilvallen…
Ze willen altijd vluchten in de drukte omdat ze schrik hebben van de leegte vanbinnen…
Leren accepteren dat je onrust hebt in je hart, dat je onderweg bent, dat er gemis is…
Je kunt niet alles, je bent niet alles, je weet niet alles, je hebt grenzen!
Vrouwen en mannen gaan anders om met depressie. Mannen die problemen hebben met depressie willen direct een oplossing, en zoeken die schuld bij anderen.
Vrouwen zoeken de schuld bij zichzelf. De zorg voor het gezin, voor de man (soms een groot kind), voor het beroep maakt dat ze meer gestresseerd zijn dan mannen.
Maar vrouwen kunnen gemakkelijker vertellen. Het riet buigt dan maar knakt niet.
Mannen vallen liever dood, krijgen dan ook een hartinfarct, breken en vallen effectief dood.
Vrouwen leven dichter bij hun emoties.
Hoewel nogal wat mannen vrouwelijke kenmerken hebben en vrouwen mannelijke kenmerken. Dit tussen haakjes.
Maar hoe geraken we nu “uit” de put, uit de “burn-out”?
1. Het eerste en belangrijkste is het gesprek; kunnen spreken; inzicht; emoties erkennen. Nu weet ik waar ik sta!
2. Middelen zoeken om te ontspannen.
– relaxatie, massage, tennissen,…
– aandacht voor je lichaam: schrijven, schilderen, talenten ontwikkelen;
– even terug trekken
– een ‘coach’ voor ’t werk
3. Groot gevaar is alcohol. Alcohol ontspant, de-stresseert, neemt angst weg,
vooral de eerste pint, de eerste borrel, het eerste aperitiefje.
Maar alcohol is ook slaaf, lost geen problemen op. Medicijnen ook niet.
Alcohol en medicijnen zijn krukken die helpen maar niet oplossen.
Alcohol lost niets op maar maakt het alleen ingewikkelder!
“Verdriet” ligt aan de basis van elke mislukking, van elke verslaving.
Er wordt heel veel “verdronken”.
4. Iemand ontmoeten die jou jezelf teruggeeft.
5. Een van de grote punten is zin, inzicht en uitzicht.
Zin in mijn werk, inzicht, waarom doe ik het, wat ik doe heeft betekenis.
En ik heb ook uitzicht.
Wie inzicht en uitzicht heeft in zijn werk en in zijn leven heeft zin in zijn werk en in zijn leven.
Als in- en uitzicht verdwijnen gaat zin verloren.
Tot besluit verwees onze spreker naar een mooi gebed dat ook steeds gebeden wordt op de vergaderingen van de A.A.
Er zijn namelijk dingen die je kunt veranderen. En dingen die je niet kunt veranderen. De wijsheid bestaat erin om het verschil te kunnen zien tussen de twee.
We moeten leren dingen te aanvaarden, we moeten verzoenen, hoe dan ook!
Verzaken aan ideaalbeelden (zo zou ik me willen zien) maar ook aan beelden die anderen over me hebben.
En toch blijven geloven.
Vertrouwen in mezelf.
We hebben allemaal iets, maar ook niet alles.
Niemand heeft alles, zelfs de mooiste vrouw niet.
Ze heeft iets (zeker!) maar ook niet alles. Dat is voor vele mannen gelukkig de ontnuchtering.
Geloof in dat iets dat je hebt en dan heb je vertrouwen in jezelf.
Een daverend applaus zei meer dan genoeg. We zijn met zijn allen onze spreker dankbaar en velen willen hem ooit nog eens terugzien of terug horen. Dat zegt genoeg.
Bedankt Jan, voor je inzicht en je uitzicht!
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.