Een bezoek aan Wereldmissiehulp te Boechout

Een bezoek aan Wereldmissiehulp te Boechout

Eind 2006 trok JoB naar Wereldmissiehulp in Boechout om er samen met de plaatselijke vrijwilligers en medewerkers Kerst in te zetten. Het verslag van een boeiende en veelzijdige dag.

 

Decock André

3/2006

Voor onze vormingsdag met kerstviering trokken we dit jaar naar Boechout. Het stond al een tijdje op ons verlanglijstje. Wereldmissiehulp, zo hoorden we tijdens de rondleiding is nog vrij jong. Zopas werd hun 20-jarig bestaan gevierd met onder andere een T.V.-mis in hun stemmige kapel. 20 jaar pas, maar toch niet helemaal nieuw. Voordien was er de befaamde spekpater die ook inzamelacties hield voornamelijk voor kledij. Kledij was namelijk een opstapje om te kunnen en te mogen naar school gaan.
Enkelen vonden dat, toen de spekpater ermee ophield, er toch iets dergelijks moest blijven. En in 1986 kwam het idee van een diaconie-zonder-grenzen. Een wereldwijde dienstbaarheid aan de allerarmsten in het Zuiden en in Oost-Europa. Concrete en vooral materiële dienstverlening aan zusterkerken, missionarissen, ontwikkelingswerk(st)ers en hun thuisbasis (familie, vriendenkring, missiekring).
In het prille begin vond wereldmissiehulp onderdak in de abdij van Tongerlo en jawel, ons Belgisch Leger, stelde in de buurt van de abdij een loods ter beschikking. Maar om efficiënter te kunnen werken werd uitgekeken naar een terrein dichtbij de haven van Antwerpen, en de broeders Alexianen stelden een terrein, naast hun psychiatrisch centrum te Boechout, ter beschikking. Het serreplantje gekoesterd in de abdij werd een grote boom. Er kwam immers een ruime werkhal, enkele kleine kantoren, een kapel, ontmoetingsruimten en Denis Schepens, de directeur van wereldmissiehulp, een vroegere vrijgestelde van Milac voor de soldatenwerking in het voormalige BSD, werd diaken gewijd in Zuid-Afrika door een missiebisschop. Een mooi symbool van de wereld-missie-hulp.

We begonnen de dag zoals gewoonlijk met een bezinning. En omdat het onze kerstviering was, mocht die iets langer duren, met een verwijzing naar het geknakte riet dat niet wordt gebroken en naar de kwijnende vlaspit die niet wordt gedoofd. Met een oproep ook om waakzaam te blijven, elk uur van de dag en elk uur van de nacht. Een oproep ook om ons niet in slaap te laten wiegen door het oppervlakkige van onze samenleving, zodat Christus ook in ons hart terug mens kan worden.
Met een eigentijds kerstverhaal van een koppige soldaat die thuis kwaad weggelopen was en droomde over een koppige herder die er door zijn koppigheid niet bij was in Bethlehem en over een vierde wijze (koning) die even onwijs was en boos een andere weg was opgegaan, en over de engel die ruzie kreeg en zich verstopte toen de anderen met hun bordje “vrede op aarde” afdaalden. De koppige herder, de vierde koning en ruziënde engel waarschuwden in een droom onze jonge soldaat dat wie koppig blijft nooit ontdekt waar het om gaat met Kerstmis… Wakker geworden wist de jonge soldaat niet eens meer waarom hij zo koppig weggelopen was en midden in de nacht, ging hij terug naar huis, ander een heldere sterrenhemel.
Na de bezinning bleef een groep in de mooie Stefanuskapel, ontworpen door architect Guido Voets en met interieurinrichting van de hand van Paolo D’Orazio. In het centrum staat een glazen altaar met middenin het altaarblad het tabernakel. Op de grond onder het altaar is een grote windroos, wijzende naar alle mogelijke windrichtingen, symbool voor de “universaliteit” van “wereld”missiehulp. De Stefanuskapel is een oord van stilte en schoonheid, midden de drukte van de magazijnen en de laadkaaien. Een plaats om even op adem te komen, een plaats die uitnodigt tot bezinning en gebed. Ze is het hart van Wereld-Missiehulp, waar bidden in en door Christus de stuwkracht wordt van de grote bedrijvigheid. De kapel is de laatste plaats van samenkomst voor alle groepen (van jongeren tot volwassenen) die op bezoek of op bezinning komen. Voor ons was het de eerste plaats en het startsein van onze rondleiding.
Intussen was een tweede groep naar de winkel en naar de mooie kerststal. Een kerststal met een eigen verhaal, een kopie van een hut uit Burkina Faso, met beelden gekleed met kleren die gerecupereerd werden uit de kledij geschonken aan Wereld-Missiehulp. Een pareltje… In de winkel met geschenken uit de hele wereld met kaartjes allerhande met liturgisch materiaal, vonden velen nog een ideaal geschenkje om onder de kerstboom te leggen. Meteen ook een financieel steuntje.
Intussen was een derde groep een film aan het bekijken. Een film van Omer D’Hoe over het leven in Cité Soleil te Port au Prince in Haïti. Een beklijvende film over het leven van de armsten onder de armen die blijven hopen en glimlachen ondanks hun penibele leefomstandigheden. Enkele Vlaamse missionarissen doen daar wonderen, gesteund door de levensblijheid – ondanks alles – van de arme Haïtianen.
Een vierde groep werd rondgeleid in het gespecialiseerd sorteercentrum. We kennen wellicht allemaal reeds de rode kledingbakken in heel het Vlaamse land, nogal dikwijls om en rondom de kerk. Vrijwillige medewerkers zijn immers het hart en de ziel van Wereld-missiehulp. Ze zijn met meer dan 5.000. Ze organiseren acties, hebben een depot waar klederen mogen gebracht worden, halen goederen op uit de kledingdepots (rode bakken) en stokkeren die tot ze een volle camion hebben, organiseren speciale inzamelactiviteiten in de eigen parochie of de gemeente. Voor één keer waren we dat ook. Velen van ons hadden zakken kledij meegebracht!
Mensen werden gesensibiliseerd en opgeroepen om goede kledij te geven. Spijtig genoeg deponeren mensen soms hun “vodden” in de “rode kledingbakken”. De goederen die persoonlijk afgegeven worden zijn doorgaans van betere kwaliteit. De depothouders verwittigen WMH wanneer hun beschikbare ruimte (garage, tuinhuis, schuur….) goed gevuld is, om de goederen te komen ophalen… Al die goederen worden grotendeels naar het sorteercentrum gebracht in Boechout. We keken onze ogen uit.
Personeel en vrijwilligers sorteren de kleding en andere goederen in de magazijnen. We zagen tonnen vol met schoenen, met winterkleding en zomerkleding, in functie van het land van bestemming. Daarna wordt de gesorteerde kleding in balen van 80 kilogram geperst zodat er een grotere hoeveelheid in een container kan. Een plastic – of juteverpakking beschermt de goederen tegen vocht en vervuiling. De tonnen met schoenen worden in de ton verstuurd die in het land van bestemming wel eens gebruikt wordt voor voeding of als waterton. Andere goederen worden vanwege hun volume verstuurd in houten kisten. We zagen fietsen, computers, speelgoed, bedden, voertuigen… Personeel en vrijwilligers zijn druk in de weer. Het is een veelkleurig geheel.
Via het arbeidszorgcentrum werken er ook politieke vluchtelingen die voor hun vrijwilligerswerk één euro per uur extra verdienen. De ganse wereld is hier zowat overal zichtbaar aanwezig! Met heftrucks worden de goederen dan in containers geladen of soms ook op vrachtwagens (voor levering naar Oost-Europa). Per werkdag wordt er één 20-voet container geladen en klaargezet voor transport naar de haven van Antwerpen. Het laden van de containers is o.a. omwille van het spreiden van gewicht, gespecialiseerd werk. In zo’n 20-voet container worden 118 balen kleding (bijna 9,5 ton!) geladen in anderhalf uur. Voor de andere hulpgoederen duurt het laden een ganse dag !
Om misbruik tegen te gaan vraagt WMH steeds een projectbeschrijving of een aanbevelingsbrief van de bisschop of de verantwoordelijke van het ontwikkelingsproject. Met de hulpaanvrager zoekt WMH naar de goedkoopste manier van verzenden, maakt de uitvoerdocumenten op en bezorgt de laadlijsten en instructies aan de expediteur. Voor courante bestemmingen groepeert WMH de verzendingen zodat de kiloprijs per bestemmeling aanzienlijk daalt. Ze verstuurt meestal via de plaatselijke Caritas, een zeer betrouwbaar kanaal en voorkomt daardoor bovendien de hoge invoertaksen.
Ze hebben op WMH intussen ook een aankoopdienst, die op vraag van missiecongregaties en particulieren (familie en vrienden van missionarissen) goederen aankoopt die zij nodig hebben voor hun werk (bouwmaterialen, medische apparatuur, auto-onderdelen). In totaal zijn er meer dan 1200 bestemmingen wereldwijd, vertrekken er ieder jaar ± 260 containers en 265 vrachten met een totaal van 2.000.000 kilogram hulpgoederen voor een totale waarde van 2,5 miljoen euro. Na aankomst van het hulptransport ontvangt WMH van de bestemmeling een email, fax of dankbrief.

Over de middag ontmoetten de vier groepen elkaar terug aan tafel. De vrijwilligers hadden een deeltje van de loodsen wat afgeschermd van het lawaai en van de koude en tafels klaargezet. We hadden zelf een traiteur aangesproken voor onze kerstmaaltijd. Als aperitief werden we vergast op een muzikaal optreden met dans van een internationaal gelegenheidsgezelschap die op een spontaan applaus konden rekenen.
Zusters uit Afrika en India samen met politieke vluchtelingen toonden zich langs hun artistieke kant.

In de namiddag kreeg elke groep de nog ontbrekende rondleiding en tegen drie uur had elke groep zowat alles gezien. We werden nog getrakteerd met taart gebakken door zusters uit een naburig klooster en de directeur bedankte ons voor ons bezoek. Wij van onze kant bedankten hem en WMH met een gouden handdruk. Een paar euro per persoon is per persoon niet zo veel, maar in totaal toch een mooi bedrag.
Een druppel op een hete plaat? Een doekje voor het bloeden? WMH gelooft in kleine waterdruppels die rotsen doen kantelen (Afrikaans gezegde). Kleine gebaren kunnen soms ook structureel grote gevolgen hebben. Het Rijk Gods lijkt op het allerkleinste zaadje dat iemand op de akker van de wereld zaait: het groeit en het wordt een grote boom (Lc 3,18-19). Het heeft ons allemaal weer eens deugd gedaan en wie weet heeft WMH er na ons bezoek een paar vrijwillige medewerkers bijgekregen.
Onze JoB-ers zijn er in elk geval voor gekend. Dat weet Poverello intussen ook al.
Surf ook eens naar de website van WMH: www.wmhelp.be.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.