23 okt Zondag 27 oktober 2024: 30ste zondag door het jaar B
Zien en genezen
Jeremia 31, 7-9: God brengt genezing en nieuw perspectief aan de ballingen.
Hebreëen 5,1-6: Christus is hogepriester: Hij kan ons vertegenwoordigen bij God omdat Hij één van ons is geweest.
Marcus 10,46-52: Bartimeüs heeft een groot vertrouwen in Jezus en dat brengt hem genezing.
Door de eeuwen heen heeft de drang naar vrijheid groepen en individuen in beweging gebracht. Velen hebben ervoor gevochten en tot op vandaag is deze vrijheid de twistappel tussen regeringen en verzetsstrijders, tussen bestaande machthebbers en oppositie. Vrijheid staat in het blazoen van alwie “up to date” wil zijn. “Tot vrijheid ben je geroepen” schrijft Paulus aan de christenen van Galatië. Een blinde en berooide bedelaar, Bartimeüs genaamd, wijst ons de weg.
Zijn handicap heeft hem zovele levensmogelijkheden ontnomen, dat hij enkel nog kan bedelen. Dit maakt hem kwetsbaar, want hij is volkomen afhankelijk van de welwillendheid of de willekeur van anderen. Veel heeft hij niet te verwachten, aangezien het voor iedereen zichtbaar is dat hij als mens tegenover God te kort schoot. Bartimeüs is de wanhoop nabij. Vertwijfeld roept hij naar Jezus, die voorbij komt. Het is misschien zijn enige, maar ook zijn laatste kans. Toch is niet alles verduisterd. Zijn ogen zijn wel verblind, zijn hart echter nog niet. De hoop op redding en bevrijding is als een smeulende vlaspit blijven branden. Misschien ontmoet hij een goed mens die voor hem wil zorgen? Misschien komt Jezus van Nazaret, over Wie hij zoveel hoorde, ooit voorbij? Misschien… Bartimeüs is een man vol hoop. Zijn wanhopig geschreeuw is dan ook een gebed om hulp.Het is een vraag om bevrijding en tegelijkertijd een uiting van geloof en overgave. Bartimeüs is één brok vergrendeld leven, een gerijpte vrucht die nog vastzit in de bolster. Hij gooit zijn mantel weg, spring overeind en gaat naar Jezus toe.
In de vraag van Jezus “wat kan Ik voor je doen?” gebeurt de intieme ontmoeting met de bedelaar. In zijn kreet “Rabboeni, dat ik weer zien kan!”, ligt heel het vertrouwen en groeiend geloof van de sukkel. Het gebeuren te Jericho was voor de bedelaar van onschatbare betekenis. Daar had de ommekeer plaats, daar werd de duisternis doorbroken en kon hij opstaan, zien en volgen. Zoals bij elke ontmoeting wordt ook hier een woord of een teken beantwoord met een wederwoord en een tegengebaar. Alles heeft zijn bedoeling en draagt bij tot een hechtere verbondenheid tussen Jezus en Bartimeüs. Zonder inzet en het vertrouwen van Bartimeüs was al het andere niet mogelijk geweest.
Nikolaas-Willy Devynck o.s.b – monnik van Sint-Andriesabdij-Zevenkerken
gewezen padre Infra Antenne Noord – Sint-Kruis
Marcus 10, 46-52
46In die tijd kwam Jezus vergezeld van zijn leerlingen in Jericho. Maar toen ze, vergezeld van een flinke menigte, weer uit Jericho wegtrokken, zat een blinde bedelaar langs de weg, Bartimeüs, de zoon van Timeüs. 47Zodra hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was begon hij luidkeels te roepen: “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!” 48Velen snauwden hem toe te zwijgen, maar hij riep nog veel harder: “Zoon van David, heb medelijden met mij!” 49Jezus bleef staan en zei: “Roept hem eens hier.” Ze riepen de blinde toe: “Heb goede moed! Sta op, Hij roept u.” 50Hij wierp zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe. 51Jezus vroeg hem: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” De blinde antwoordde Hem: “Rabboeni, maak dat ik zien kan!” 52En Jezus sprak tot hem: “Ga, uw geloof heeft u genezen.” Terstond kon hij zien en hij sloot zich bij Hem aan op zijn tocht.
New Revised Standard Version Updated Edition (NRSVUE)
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.