Verslag bezinningsdagen te Retie 2004 (deel 1): ‘Elia, profeet van vuur, mens als wij’

Verslag bezinningsdagen te Retie 2004 (deel 1): ‘Elia, profeet van vuur, mens als wij’

Verslag van het eerste deel van de bezinningsdagen te Retie van maart 2004. Dit eerste deel van de bezinning ging in op de betekenis van de profeet Elia voor ons vandaag.

 

Van Den Eeckhout Johan

2/2004

Tijdens de Vlaamse studiedagen in Retie, begin maart jongstleden, hadden wij het genoegen Abt Roger De Coster van de Sint-Pieter en Paulus-abdij van Dendermonde te beluisteren. Hij gaf ons een bezinning vanuit zijn lezing van de profeet Elia van wie de verhalen opgetekend staan in het Oudtestamentische Boek der Koningen.

ELIA IS EEN VOLKSPROFEET

Elia leefde rond 850 voor Christus. De Eliaverhalen (1 Koningen 17-19; 21; 2 Koningen 1-2) stammen uit 550 voor Christus. Is er een verklaring voor deze 3 eeuwen tijdsverschil tussen het leven van deze profeet en het neerschrijven van zijn ervaringen? Misschien heeft het wel te maken met het feit dat Elia een echte volksprofeet is in het Jodendom. Tot op vandaag krijgt hij veel aandacht in het Joodse geloof. Het neerschrijven van de verhalen 3 eeuwen na zijn leven kadert in deze sympathie voor het leven en werken van deze profeet. Zo worden en werden telkens weer nieuwe facetten van het leven van Elia naar voor gebracht. Deze gevoeligheid vinden wij overigens ook terug in het Christendom en de Islam. Wij zien hoe in deze godsdiensten Elia doorheen de eeuwen een grote interesse wegdraagt en een respectabele plaats heeft verworven in het geloof.

ECONOMISCHE VOORSPOED EN RELIGIEUZE ACHTERUITGANG

Voor de moderne gelovige heeft Elia een boodschap. Zijn tijd lijkt immers op de moderne tijd. Ten tijde van Elia leefde het land in economische voorspoed maar het kende een religieuze crisis. Jahweh God was immers niet meer de enige God die werd aanbeden. De vruchtbaarheidsgod Baäl was een geduchte concurrent. Dat er toen zoveel aandacht was voor Baäl had te maken met het feit dat de bevolking hoofdzakelijk uit landbouwers bestond voor wie de vruchtbaarheid van groot belang was. In die zin kreeg de vruchtbaarheidscultus rond Baäl meer en meer succes. Hij werd dan ook gepromoot door koning Achab die er een kans in zag de bevolking naar zijn hand te zetten. Hij liet Israël immers aanleunen bij Tyrus en Sidon die de economisch leidende centra waren. Ook zij gebruikten de Baälcultus als religieus middel voor de maatschappelijk-politieke stabiliteit gebaseerd op economische voorspoed. Maar zoals elke welvarende regio zich zelfgenoegzaam nestelt in het eigen rijke gelijk, zo was ook in Israël de aandacht voor de armen, de weduwen en wezen, weggevallen. Juist hier haakt Elia op in als hij Jahweh verkondigt als een God van de gerechtigheid en geen God van de rijken alleen. Jahweh gaat mee met zijn volk in de geschiedenis. Hij trekt zich het lot van de armen aan. Zo kan Hij niet anders dan in concurrentie komen met Baäl. Voor deze heidense god telt alleen de vruchtbaarheid. Het lot van mensen gaat hem niet aan. Juist dit religieuze nihilisme klaagt Elia aan. Hij affirmeert de Joodse religieuze waarden midden een periode van economische hoogconjunctuur.

TEGEN DE URGENTIE IN

Ook al staat er heel wat werk op de plank in Israël, toch wordt Elia in eerste instantie door Jahweh God weg gestuurd. “Houd je verborgen in het dal van de Kerit” (1 Kon. 17, 3-4). De profeet heeft immers de ware geloofshouding nog niet aangenomen. Hij dient zichzelf nog te bekeren. De genade heeft nog geen bezit genomen van zijn hart. Elk echt religieus leven begint met een wachttijd, met passiviteit. Laat ik God werken in mijzelf? Kan ik afstand nemen van mijn “Ik”? Alleen in confrontatie met de leegte, kun je God leren kennen. Elia leert God op een niet-alledaagse wijze kennen. In het dal van de Kerit wordt hij gevoed door een raaf. Bij de Joden was dit een onrein dier en een rover. Jahweh sluit niets of niemand uit in zijn heilsgebeuren. Zelfs een onrein dier in de ogen van mensen heeft een plaats in het scheppingsgebeuren. Dan wordt Elia naar Sarefat in Sidon gezonden. Dit is heidens gebied. Hij dient er niet te missioneren maar moet bij een heidense weduwe verblijven. Zij heeft het niet breed maar deelt alles wat zij heeft met de profeet. Haar gastvrijheid is een voorbeeld voor het krenterige Israël. Haar onbewuste geloof in Jahweh is een aanklacht tegen het afkalvende geloof van het volk Gods. Elia ontdekt er meer en meer zijn ware roeping. Een tragisch gebeuren ligt mee aan de oorsprong ervan: de enige zoon van de weduwe sterft. Zo wordt de identiteit van Elia en van Jahweh God in vraag gesteld. De weduwe vraagt aan Elia wie hij eigenlijk is dat er ongeluk over haar komt? En wie is Jahweh God dat Hij niet verhindert dat haar enige zoon sterft? Doorheen dit gebeuren en doorheen de vragen van de weduwe ontdekt Elia zijn ware roeping: hij wordt voorspreker bij Jahweh God.

ACTIE IN ISRAËL

Na deze bezinnings- en rijpingsperiode zet Elia koers naar Israël. Hij pakt er koning Achab aan. In tegenstelling tot de gastvrijheid die hij van de heidense weduwe mocht ervaren, wordt hij door de rijke ‘gelovige’ koning als een gevaar bekeken en gemarginaliseerd. Er wordt aan Elia verweten dat hij droogte heeft gebracht over Israël. Achab beschouwt Elia als de ontwrichter van Israël. Dit is het moment waarop de profeet de ware identiteit van Jahweh God naar voor brengt tegenover de valsheid van Baäl. Hij doet een voorstel om de 850 profeten van Baäl te testen tegenover de ene profeet van Jahweh. Het wordt een test tussen de verslaving en onvrijheid van de heidense cultus en de bevrijding van het Jahweh-geloof. Het volk wordt uitgedaagd: “Hoelang blijven jullie nog op twee gedachten hinken?” Waar blijft jullie keuze voor de ene en ware God? Naar vandaag toe kan ons dezelfde vraag gesteld worden: wie is je God? Ook moderne mensen en moderne gelovigen maken niet altijd het onderscheid tussen Baäl en Jahweh, tussen de goden en God. Kiezen wij ook niet voor wie of wat ons het best uitkomt? Je kan je de vraag stellen: waar heb ik offers voor over? Waarmee laat ik niet spotten? Zijn er geen dwingende machten die in de vaagheid opereren en ons afhouden van het ware bevrijdende geloof? De markteconomie, de nucleaire groei, de erotiek, de snelheid, zijn dit niet de moderne varianten van de vruchtbaarheidscultus van Baäl? De vraag dient scherp gesteld te worden: wie is je God? Compromissen zijn uit den boze. Een vaag godsaanvoelen betekent nog niet dat je de God van Jezus in je leven toelaat. Wanneer laat je je raken door Gods genade? Wanneer laat je je ware “Ik” omvormen door Gods aanwezigheid? Zelfs de meest heilige principes en gebedstechnieken kunnen een scherm optrekken tussen jezelf en Gods genade. De weg van de ontlediging is een moeizame weg! In 1 Koningen 18 komt de ware God naar voor. Hij openbaart zich in een verblindend vuur. Het doet ons ook denken aan de Godsopenbaring aan Mozes in het brandende braambos en de Godsopenbaring in het vuur op de Sinaï. Als Elia later in vuur ten hemel wordt opgenomen, is dit een teken dat er in zijn leven voor niets of niemand anders nog plaats was dan voor zijn roeping: hij is de ware profeet geworden als voorspreker van Jahweh God.

CRISIS IN HET HART VAN DE PROFEET

Elia is als profeet van vuur ook een mens als wij. Na zijn succesvol optreden tegenover de heidense profeten van Baäl komt hij in een crisis terecht. In 1 Koningen 19, 1-15 wordt dit beschreven. Elia capituleert omdat hij fysisch en psychisch aan de grond zit. Hij wordt uit zijn evenwicht gebracht door Izebel, de vrouw van Achab. Zij staat symbool voor de duistere machten die het leven beheersen en die een beproeving zijn voor elk geloven. Elia ervaart de duistere nacht die later ook wordt beschreven door de mysticus Johannes van het Kruis en die eigen is aan elk geloven. Het oorspronkelijke vuur kan doven. Het enthousiasme van weleer kan omslaan in moedeloosheid. Moedeloosheid drijft mensen in de eenzaamheid. Je kan je afvragen of moedeloosheid geen blindheid is voor wat God gedaan heeft, doet en nog wil doen? Is het geen vorm van ongeloof? Elia heeft er mee te maken, maar ook andere voortrekkers zoals Jeremia, Job en Paulus geven blijk van een gelijkaardig wegzinken in de twijfel. Het kan dus ook ons overkomen. Herkennen wij vandaag niet eenzelfde problematiek bij priesters en religieuzen die stellen dat zij zich buitengewoon hebben ingezet maar toch lijdzaam moeten toezien hoe vele kerken leeg lopen? Ook gewone gelovigen vragen zich vertwijfeld af waar het met de kerkgemeenschap heen moet nu haar zichtbare gestalte in de samenleving meer en meer afneemt en hier en daar zelfs haar aanwezigheid in vraag wordt gesteld?

GOD HEEFT AANDACHT VOOR DE PROFEET EN DE MENS IN NOOD

In deze situatie kan het verhaal van Elia een uitweg bieden: hoe handelt God om Elia uit zijn ontmoediging te halen? God breekt niet het geknakte riet, Hij dooft niet de kwijnende vlaspit. In de eerste plaats geeft God energie aan Elia in de vorm van slaap, eten en drinken. Een engel zorgt hiervoor. Dan wordt hij naar de Horeb gezonden. Zo toont God dat Hij dezelfde God is als diegene die verscheen aan Mozes, Aäron en Jozua. Zij hebben ook moeilijkheden ervaren in hun roeping. Jahweh tovert de moeilijkheden niet weg, maar verwijst naar anderen die hetzelfde hebben ondergaan.

GOD MAAKT ZICH KENBAAR

Na 40 dagen vraagt God aan Elia: “Wat doet gij hier?” De diepste levensvraag wordt gesteld. Elia antwoordt niet op de vraag die God hem stelt. Hij zit in zijn eigen denken gevangen en schuift de schuld op anderen. Hij stelt zichzelf buiten de uitdaging. Jahweh openbaart zich dan op unieke wijze. Hij doet Elia uit zijn grot treden en toont dat Hij niet ervaarbaar is in het gedonder en het beven van de aarde. Deze rumoerige fasen zijn tekenen die naar Baäl verwijzen. Jahweh is anders dan de heidense goden. Wel maakt Hij zich kenbaar doorheen het suizen van een zachte bries. Veel meer dan in de natuur, het terrein bij uitstek van Baäl, openbaart God zich in het Woord.

ONZE ROEPING LIGT TER PLAATSE

Elia wordt dan teruggestuurd naar zijn oude standplaats. Dit heeft alles te maken met het feit dat onze roeping ter plaatse ligt. Thomas a Kempis verwoordt het als volgt: “Wie veel op pelgrimage gaat, zal zelden geheiligd worden.” Wel krijgt de profeet een nieuwe opdracht mee die drievoudig is. Hij moet immers twee koningen zalven en Elisa als zijn opvolger zalven. Opnieuw moet hij de woestijn door maar zijn zending is hem opnieuw duidelijk. Het basisinzicht voor Elia is dat de geschiedenis niet om hem draait maar wel om God. In het uitvoeren van de drievoudige opdracht ervaart hij dat de profetie doorgaat. God neemt een buitenlands volk in dienst om zijn volk weer tot inzicht te brengen. Wel behoudt Jahweh zich een restvolk in Israël. Het is een teken dat Elia toch niet alleen stond. 7000 man waren Jahweh God trouw gebleven. Voor ons vandaag is dit een hoopvolle boodschap. De kerken lopen leeg. Wij hebben de indruk nog als enigen over te blijven. God behoudt zich echter een heilige rest. Dit mag onze ogen open houden voor de nabijheid van Jahweh God en voor hen die ondanks alles blijven geloven. Wel blijft geloven te maken te hebben met strijd tegen corruptie en sociaal onrecht. Dit blijkt uit 1 Koningen 21 waar het tragische verhaal van de wijngaard van Nabot is neergeschreven.

PORTRET VAN ELIA

Als moderne mensen hebben wij een technologisch wetenschappelijke kijk op het leven. Toch kunnen wij uit de verhalen van Elia, geschreven in een landbouwersmaatschappij, veel leren voor het gelovige leven. In 1 Koningen 18 blijkt dat Elia een vurige verdediger is van Jahweh God. Hij is een profeet van vuur. Hij buigt niet voor het getal en voor de publieke opinie. In 1 Koningen 19 blijkt dat Elia ook depressief kan zijn. Hier zien wij hoe zelfs een profeet bekering nodig heeft. Dit doet ons ook denken aan de profeet Jona die op zijn manier een zelfde bekering heeft doorgemaakt. Elia blijkt geen martelaarstype te zijn. Hij gaat op de vlucht en vraagt te mogen sterven. God verhoort zijn ‘dwaas gebed’ niet. Maar toch blijft Hij hem nabij. Dit laatste doet ons denken aan Jezus in de hof van olijven die in het aanschijn van lijden en dood een zekere ontmoediging ervaart na het succesvolle instellen van de eucharistie op het laatste avondmaal. Ook hier verhoort God Jezus’ gebed “laat deze kelk aan mij voorbijgaan” niet, maar blijft zijn Zoon midden de beproeving nabij. Zoals Jezus, geeft ook Elia blijk van gehoorzaamheid en bewaart het vertrouwen in Jahweh God. Net als bij hen, mogen wij er vandaag op vertrouwen God echt te leren kennen als alles verloren lijkt. Tot slot komen wij nog even terug op het feit dat Elia deel uitmaakte van een profetenkring. Daar binnen werd er samengekomen om de naam van God te leren uitspreken, om te leven naar het Woord van Jahweh. Zo mag het vertrouwen groeien in de diepste ervaring van anderen die door God op onze levensweg zijn geplaatst. Ook al zijn dit niet altijd de meest sympathieke mensen of zelfs ‘oenen’, zij kunnen nodig zijn om je geloof te tonen. In de profetenkring kan ‘toekomst’ worden ingeoefend. Het is een samenleven waarin andere waarden centraal staan dan die van jan en alleman. Profeten worden tot op vandaag ontweken. Zij hebben toegang tot een mystieke kijk op God en ook vandaag slaat dat niet aan in de moderne nihilistische samenleving.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.