Militaire families: een theologisch-praktische brainstorming

Militaire families: een theologisch-praktische brainstorming

Document dat door het Centrum voor theologie en militaire ethiek (CTME) werd voorgesteld op de AMI-conferentie in Slovakije die handelde rond het thema ‘militaire families’.

 

Smit Wim

4/2004

[0]Vooraf was aan elk van de delegaties die vertegenwoordigd waren op de AMI-conferentie gevraagd een korte paper voor te bereiden met betrekking tot het thema, in dit geval ‘Militaire families’. Hieronder vindt u de tekst terug die oorspronkelijk in het Engels naar voren werd gebracht, maar voor dit tijdschrift werd vertaald.

Alle partners en kinderen van Belgische militairen die al eens op buitenlandse missie geweest zijn, weten wat het is om de fysieke aanwezigheid van de partner of ouder voor lange tijd te moeten missen. Nochtans bestaat er weinig of geen Belgisch onderzoek of specifieke interesse voor het thema van de impact van het ‘militair zijn’ en in het bijzonder het ‘op missie’ zijn op de gezinnen van de militairen.
We gaan hieronder voornamelijk in op de interne dynamiek van gezinsrelaties, in het bijzonder wanneer gezinnen geconfronteerd worden met een lange afwezigheid. We bouwen onze korte reflectie op aan de hand van twee kernelementen uit het denken van een belangrijk gezinstherapeut, met name de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy. Deze twee kernelementen zijn enerzijds ‘loyaliteit’ en anderzijds ‘geven en nemen’. We benaderen de thematiek van militaire families hier dus niet in de eerste plaats vanuit macro-context, bijvoorbeeld via een reflectie over het belang van een goed gezinsleven voor het welzijn van de militair op missie en het welslagen van de operatie, of over het belang van opoffering voor het vaderland, zowel door de militair als door zijn of haar partner. Ook de meso-context van begeleiding van militaire gezinnen door legereenheden, aalmoezeniers, en dergelijke kunnen we hier niet bespreken. Wél behandelen we het micro-vlak en hopen op die manier ook mensen die op meso-vlak actief zijn in de begeleiding van militaire gezinnen te inspireren.

1. Loyaliteit
Dit is een kernbegrip van Nagy. Hij omschrijft het als: “preferentiële trouw aan mensen met wie men een relatie heeft en die op voorrang gerechtigde aanspraak hebben bij het aangaan van een ‘band'”[1].Van zodra kinderen ter wereld komen zijn ze loyaal aan hun ouders, alleen al omdat ze het leven van hun ouders gekregen hebben en als dusdanig van bij hun geboorte reeds opgenomen zijn in een dynamiek van ‘geven en nemen’. Nagy spreekt over ‘basale of existentiële loyaliteit’. Wanneer de ouders goed voor de kinderen zorgen, kunnen ze verder loyaliteit verdienen. Dat noemt Nagy verworven loyaliteit. Loyaliteit is een gegeven dat als dusdanig niet goed of slecht is, maar dat wel ernstig dient genomen te worden. Als een kind geen uitdrukking kan geven aan de loyaliteit aan zijn of haar ouders, kunnen allerlei moeilijke situaties ontstaan. Nagy spreekt in die context onder andere over ‘loyaliteitsconflicten’, ‘gespleten loyaliteit’ en ‘onzichtbare loyaliteit’. Als een kind de loyaliteit aan één ouder niet mag uitdrukken of bijvoorbeeld permanent negatieve commentaar over de ene ouder te horen krijgt van de andere ouder, komt het kind terecht in een loyaliteitsconflict, en meer specifiek in een bijzondere vorm ervan, namelijk ‘gespleten loyaliteit’. Het kind wordt dan als het ware uiteen gerukt tussen de twee ouders. In bepaalde gevallen zal het kind uitdrukkelijk voor één ouder kiezen en de andere laten vallen – al dan niet gedwongen. Vaak ontwikkelt zich dan echter op de één of andere manier een vorm van onzichtbare loyaliteit, die zich vaak uit in destructief gedrag. Slechtere prestaties op school, delinquent gedrag, weglopen van thuis en dergelijke kunnen soms vormen zijn om op een verdoken manier uitdrukking te geven aan de verboden loyaliteit aan de ouder. Het spreekt voor zich dan in een dergelijke situatie er naar moet gestreefd worden om de verschillende betrokkenen bewust te maken van de onzichtbare loyaliteit en te streven naar een meer constructieve manier om hieraan vorm te geven.
Dit is zeer beknopt Nagy’s theorie over loyaliteit. Ook voor militaire families is dit denken van belang. Een partner van een militair op missie doet er goed aan om de kinderen de kans te geven iets voor de ouder op missie te doen, bijvoorbeeld een tekening te maken en op te sturen, het huis te versieren bij thuiskomst, enzovoort. Dergelijke zeer zinvolle tips vinden we terug in heel wat Amerikaanse literatuur over militaire families. Het wordt begrijpbaar waarom dit zo belangrijk is vanuit Nagy’s theorie: een kind kan op die manier uitdrukking geven aan de loyaliteit tegenover de afwezige ouder. Het is misschien ook een geruststelling voor ouders om te beseffen dat een kind meestal sterk geneigd is de loyaliteit aan de ouder te tonen, ook al is deze er niet altijd. Voor pastores, psychologen en andere vertrouwenspersonen is het belangrijk om ouders en kinderen – zowel zij die op missie zijn als zij die thuis zijn –te zoeken naar manieren om hun loyaliteit aan elkaar uit te drukken.
Tussen twee partners bestaat er ook loyaliteit. Het gaat hier weliswaar niet om existentiële verticale loyaliteit maar om verworden horizontale loyaliteit. Een militair kan in een loyaliteitsconflict verzeild geraken tussen enerzijds de partner en anderzijds de militaire opdracht. Opdat een militair in staat zou kunnen zijn met een dergelijk loyaliteitsconflict op een constructieve manier om te gaan, is het belangrijk dat vanwege beide kanten – zowel de partner als de militaire werksfeer – erkenning gegeven wordt voor de andere kant (partner – werksfeer en vice versa). Dit houdt in het bijzonder voor de militaire gemeenschap in dat de begeleidingsdiensten (aalmoezeniers, psychologen en sociale assistenten en communicatiediensten) de nodige aandacht schenken aan het sociale probleem op zich door de zowel voor enerzijds de militairen op zending als anderzijds voor de achtergebleven thuis (partners en kinderen) een degelijk psychosociaal netwerk wordt voorzien. Op missie is het belangrijk dat militairen erkenning krijgen voor hun loyaliteit ten opzichte van het thuisfront. Dat kan gebeuren door hen bijvoorbeeld voldoende mogelijkheden te bieden om contact op te nemen met het thuisfront (een degelijke postdoorstroming, internet, videoverbindingen…) Op het thuisfront zelf is het belangrijk dat partners en kinderen voldoende adequate en toegankelijke informatie krijgen over de militaire opdracht zodat zij aan de militair op missie erkenning kunnen geven voor zijn trouw aan zijn militaire opdracht. Op die manier wordt het mogelijk voor de militair op missie dat zijn dubbele loyaliteit tot een loyaliteitsconflict leidt.

2. Geven en nemen
Naast loyaliteit is ‘geven en nemen’ een ander centraal thema in het denken van Nagy – nauw verwant met loyaliteit. Nagy spreekt over de balans van geven en nemen, of beter: ontvangen. Mensen willen aan elkaar geven en verwerven op die manier een vorm van ‘relationele verdienste’. Het is belangrijk dat een ouder een kind de kans geeft om aan hem of haar te geven, door attent te zijn, door iets te knutselen, door te helpen in het huishouden, door te troosten, of op zoveel andere manieren, en dat de ouder een kind daarvoor erkenning geeft. Het is ook belangrijk dat ouders ‘geven’ aan hun kinderen en voor hen zorgen. Zowel het geven als het kunnen ontvangen maken dat relaties ‘goed’, ‘rechtvaardig’ zijn. Het is daarbij belangrijk dat de balans steeds in beweging blijft en niet teveel uit evenwicht geraakt.
Met betrekking tot militaire families betekent dit concreet dat een militair op missie oog zou moeten hebben voor de manieren waarop een kind of een partner probeert te geven aan hem of haar, ook al zijn ze ver weg, en het kind daarvoor erkenning te geven. Ook omgekeerd geldt dat een ouder die thuis blijft met de kinderen kan zoeken naar concrete manieren om te ‘geven’ aan de ouder op missie.
Dit kan concreet door het organiseren van vormingsdagen waarop tips kunnen worden gegeven aan zowel militairen op terrein als aan de families op het thuisfront.

Ik wil mijn paper besluiten met zeven voorbeelden van tips en suggesties die aan militaire families thuis kunnen gegeven worden[2]:
1. Help kinderen wegen te vinden om in contact te blijven met hun ouder in het buitenland, bijvoorbeeld door het zenden van brieven en pakketjes.
2. Help kinderen om een dagboek of fotoalbum bij te houden, die ze dan kunnen bekijken met hun vader of moeder wanneer die weer naar huis terugkeren.
3. Schoolwerk: kinderen kunnen een dip(je) vertonen in hun gedrag en prestaties op school terwijl één van de ouders op missie is. Kinderen kunnen moeilijkheden krijgen met studeren terwijl ze zoveel andere dongen aan hun hoofd hebben. Anderen kinderen kunnen zich juist extra gaan focussen op hun schoolwerk als een manier om om te gaan met hun angsten. In het algemeen moeten leerkrachten betrokken worden bij het proces dat het kind meemaakt, of in ieder geval toch op de hoogte zijn van het feit dat één van de ouders van het kind op missie is. Dat zal ook de leerkracht zelf enige noodzakelijke duiding geven bij veranderend gedrag van het kind.
4. Blijf in contact met andere militaire families. Help kinderen om contact te maken met andere kinderen wiens ouder op een actieve militaire missie is.
5. Wees beschikbaar. Terwijl een ouder op missie is, is het in het bijzonder belangrijk dat kinderen weten andere volwassenen, ouders, leerkrachten, verwanten en vrienden beschikbaar zijn om te helpen met het beantwoorden van vragen, te luisteren naar hun zorgen en bekommernissen, of ‘gewoon’ om hen te ondersteunen. Kinderen moeten weten dat er altijd iemand voor hen klaarstaat, en dat het niet zo is dat niemand met hen zal willen praten over de dingen die hen dwarszitten.
6. Help kinderen om zichzelf uit te drukken. Kinderen van alle leeftijden kunnen sterke gevoelens hebben rond oorlog en politiek beslissingen. Help hen om zichzelf uit te drukken door brieven te versturen, gedichten of tekeningen naar locale dagbladen te versturen, of naar radio of TV-stations, of zelfs naar politieke verantwoordelijken.
7. Professionele evaluatie: kinderen die met vragen over oorlog te kampen hebben, of met vragen rond de strijd tegen terrorisme, moeten kunnen ge-evalueerd worden door getrainde en gekwalificeerde mensen uit de gezondheidszorg in al zijn facetten. Tekenen aan de wand voor problemen bij het kind zijn mogelijks: slaapproblemen, indringende gedachten, beelden, zorgen, terugkerende angsten over dood, het niet meer weerkeren van de ouder of het naar school gaan. Het lijdt geen twijfel dat de afwezigheid van een ouder door een buitenlandse opdracht, een duidelijke stress voor het kind betekent. Gelukkig kunnen kinderen (zelf) omgaan met die ervaringen en nemen ze de draad van hun leven weer gewoon op. Maar hoedanook kunnen we de kinderen helpen bij hun zorgen en angsten, en kunnen we het risico van blijvende emotionele gevolgen reduceren door een open, eerlijke, ondersteunende en voorspelbare (in de zin van herkenbare of vertrouwde) omgeving te creëren.

3. Conclusie
In deze korte paper hebben we geprobeerd het denken van Yvan Nagy te linken met de problemen waarmee militaire families worden geconfronteerd. Deze uiteenzetting is bedoeld tot het geven van een impuls met betrekking tot een nieuwe aanpak van het thema, onthecht van het zogenaamde ideaal van opoffering en nationalisme, zoals we dat kunnen vinden in het Amerikaanse denken rond militaire families.
Wat we nodig hebben is een andere manier om deze problematiek aan te pakken. Maar om deze problematiek – waarvan het belang nooit kan en mag onderschat worden – te herdenken, hebben we nog heel wat meer tijd nodig. We hopen dat dit een aanzet kan zijn.

(0) Deze paper is gebaseerd op het boek: A. DILLEN, Ongerhoord vertrouwen. Ethische perspectieven vanuit het contextuele denken van Ivan Boszormenyi-Nagy, Antwerpen/Apeldoorn, Garant, 2004. (www.garant.be)
(1) TGN, p. 477. Cf. BGT, p. 418: “In contextual terms, loyalty is a preferential attachment to relational partners who are entitled to a priority of ‘bonding’.” Let op de nuances tussen ‘trouw’ en ‘attachment’ en de Engelse weergave van ‘op voorrang gerechtigde aanspraak hebben bij het aangaan van een band’: “who are entitled to a priority of ‘bonding’.”
(2) Zie: http://www.scienceblog.com/community/older/2003/B/2003780.html

Aanvullende informatie

Met dank aan Annemie Dillen.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.