Met de JoB-gepensioneerden in de Westhoek

Met de JoB-gepensioneerden in de Westhoek

Op 7 juni (2005) trokken de JoB-gepensioneerden naar de Westhoek. Bestuurslid Steve Maertens schreef een verslag.

 

Maertens Steve

2/2005

Na lang zoeken om een geschikte datum en locatie te vinden, was uiteindelijk de beslissing gevallen om de dag voor de gepensioneerden te laten plaatsvinden in ‘Bachten de kupe’, een vaak vergeten stukje erfgoed.

Door diverse ontwikkelingen die aan het bezoek vooraf gingen, kreeg de dag voor mij persoonlijk een bijzondere betekenis. Deze zorgden er samen met het eerste bezoek voor dat ik me terug ten volle bewust werd van de vergankelijkheid van ons bestaan. We zijn vaak zo vervuld van onze liefde voor ons eigen kleine wereldje en onze eigen persoon, dat we geen oog meer hebben voor de pracht van de natuur, in de meest ruime betekenis van het woord, rondom ons. We moeten dringend wat meer genieten van de kleine dagdagelijkse dingen want daarin schuilt een ongeziene pracht. Eenvoudig geluk loert achter elk hoekje. We moeten het enkel willen zien en vooral willen grijpen.

De werking van de gepensioneerden bij JoB staat nog in de kinderschoenen maar zal in de toekomst steeds belangrijker worden, gezien de leeftijdspiramide binnen de Krijgsmacht. Het is ook niet steeds eenvoudig om voor iedereen een geschikte datum te vinden want onze collega’s op rust hebben een ongelofelijk drukke agenda.

Als locatie voor het eerste bezoek hadden we gekozen voor het openluchtmuseum ‘Bachten de kupe’ in Izenberge. Men heeft hier geprobeerd om een West-Vlaams boerendorp zo authentiek mogelijk na te bouwen, rekening houdend met bouwkundige beperkingen. Zo mocht men door de nabijheid van een woonkern, de daken niet vervaardigen uit stro maar moesten pannen gebruikt worden. Vooral de herberg annex gemeentehuis en de winkelstraat zijn zeker het bezichtigen waard. Als leuk extraatje bleek dat men het volledige complex kan afhuren voor familiefeesten. Zoals vaak het geval is, wordt dit initiatief hoofdzakelijk gedragen door vrijwilligers en door giften. Dit brengt met zich mee dat het karakter van het dorpje wat verloren dreigt te gaan door de hoeveelheid van didactisch materiaal en wegens acuut gebrek aan opbergruimte. Na de rondgang en het leveren van een bescheiden financiële bijdrage in het winkeltje, was het tijd om te genieten van een stevige maaltijd om nadien het middagprogramma met vernieuwde krachten te kunnen aanvatten.

Het tweede deel van het programma betrof een bezoek aan het mout – en brouwerijmuseum te Fortem. Het eerste wat aan dit gebouw opvalt, is de gevel. Het betreft een zogenaamde duimgevel die onlangs werd gerenoveerd. Hiervoor wordt er met een omzwachtelde duim afdrukken geplaatst in de gevelbedekking, een werk dat 2 jaar heeft geduurd. Tijdens de rondgang met gids werd het volledige productieproces uit de doeken gedaan met de nodige leuke anekdotes. Wat echter het meeste verbaasde was het vernuft waarmee deze brouwerij werd gebouwd. Doordat men in die tijd niet beschikte over technische hulpmiddelen, diende men het gebouw zo te construeren dat alles gebeurde met een minimum aan handenarbeid. Meer dan eens stonden we versteld van de intellectuele kennis van onze voorvaderen zoals de methode voor de versnelde afkoeling van het bier. Na het bezoek dat werd afgesloten met een drankje in de bijhorende herberg, was er dan nog even tijd om na te praten over de opgedane indrukken.

Moe maar voldaan was het dan tijd om de dag af te sluiten en afscheid te nemen met de plechtige belofte dat we dit initiatief zeker verder zouden ondersteunen en uitwerken. Op naar volgend jaar zou ik zeggen.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.