Leren leven met beperkingen

Leren leven met beperkingen

In dit artikel gaat aalmoezenier André Decock in op de ervaring van velen dat er veel op ons afkomt, maar we niet altijd de tijd en de middelen hebben om alles aan te pakken. Daardoor moeten we soms anderen en onszelf teleurstellen. Maar dat is de beperking waar we moeten mee leren omgaan.

 

Decock André

3/2007

Terwijl ik deze regels schrijf zitten we nog steeds zonder regering.
Hoewel velen hun uiterste best deden om uit de impasse te geraken, ontstond stilaan de indruk dat sommigen het nog steeds niet snapten. Niet kunnen of niet willen snappen?
Met deze gegevens voor ogen probeer ik mijn nieuwjaarswensen aan dit papier toe te vertrouwen, hopende dat we al lang een nieuwe regering hebben, die formidabel haar werk doet.
Dat is dan ook de eerste wens die bij me opkomt, alhoewel…

De titel, die enigszins eigenaardig overkomt, had ik immers al een tijdje in mijn hoofd. Een titel waar je vele kanten mee op kan.
2007 heeft zijn laatste kaarsjes uitgeblazen, en daarom ‘is het goed om even in het eigen hart te kijken, nog even voor het…’

Een jaar is weer voorbij, zoals vele jaren, met zijn vreugde en verdriet, met zijn hoogtes en zijn di(e)pjes, zijn aangename en minder aangename dagen en gebeurtenissen.
Voor mij daarbovenop een jaar dat me leerde inzien dat ook ik, net als alle anderen trouwens, moet leren leven met mijn beperkingen. Je kan dat negatief invullen, maar evenzeer positief duiden. En aangezien ik eerder de neiging heb om enkel het goede uit het verleden mee te nemen naar de toekomst, en het minder goede zo vlug mogelijk probeer te vergeten, zijn mijn wensen dan ook als het ware de ‘lessons learned‘ uit 2007.

Ik wens dan ook dat we met zijn allen leren te leven met beperkingen.

1. Beperkingen omwille van de tijd
Ik heb immers geleerd dat een dag maar 24 uur heeft, gelukkig maar.
Bijgevolg heb ik leren kiezen, omdat tijd niet onbeperkt is, omdat tijd heel kostbaar geworden is. Eenmaal je gekozen hebt voor iets of voor iemand, dan is die tijd onherroepelijk voorbij. Tijd maken voor iets of voor iemand is dan ook meer en meer belangrijk geworden, omdat je, door tijd te maken, heel duidelijk laat aanvoelen dat die persoon voor jou echt belangrijk is. Spijtig genoeg kan ik niet anders dan mijn tijd te verdelen tussen de verschillende kazernes in West-Vlaanderen waarvoor ik verantwoordelijk ben, tussen JoB en de Lourdesbedevaart, waar ik eveneens een verantwoordelijkheid heb, tussen Om en Rondom en de pastorale raad, tussen zendingen in het binnenland en in het buitenland, tussen werk en vrije tijd, tussen collega’s, vrienden, familie en bekenden zowel van vroeger als van nu…
In 2007 heb ik het daar even moeilijk mee gehad, heb ik waarschijnlijk mensen ontgoocheld, mensen waarvoor ik wel tijd wou maken, maar waar ik spijtig genoeg door werk en andere omstandigheden geen tijd kon maken.
Gelukkig heb ik ook geleerd dat het leven een tweede, en een derde, en een vierde kans geeft, en dat ‘leven om te werken’ anders is dan ‘werken om te leven’.
Ik heb ook geleerd dat ‘echte’ vrienden begrijpen dat je even geen tijd kon maken, en eveneens dat liefde, en niet de tijd, alle wonden heelt.

2. Beperkingen omdat we nu eenmaal allemaal beperkt zijn
Iedereen heeft zijn eigen talenten, maar we hebben ook allemaal onze zwakke kanten. Een olifant kan je moeilijk viool of piano laten spelen. Er zijn mensen die heel sterk zijn in één bepaald domein, en er op een ander domein niets van terecht brengen. Je mag jezelf niet overschatten door te denken dat je alles kunt: koken, bakken, metsen, tuinieren, automechanica, elektriciteit en elektronica, leraar onderrichter of professor, nachtwaker, chauffeur, naaister, hersteller, verpleger, dokter, padre, en noem maar op. Zowat alles en iedereen heeft zijn eigen specialiteit.
En met ouder te worden voelen we dat we niet onbeperkt en ongestraft roofbouw mogen plegen op ons lichaam. Er zijn nu eenmaal grenzen aan ons kunnen.
Ook daarmee heb ik het in 2007 moeilijk gehad.
Na een zware dagtaak protesteert mijn lichaam als ik nog enkele uren in de tuin wil werken. En ik zie in mijn omgeving dat ik niet alleen ben met dit probleem. Lichamelijke ongemakken dwingen vele mensen om het kalmer aan te gaan doen.
Door de oplopende stress op het werk, in het verkeer, in onze maatschappij, kortom een beetje overal waar we ons begeven, hebben we meer en meer nood aan ontstressen.

Gelukkig heb ik ook geleerd, dat, ook al heb ik last van iets, dat ik geen last hoef te zijn. Dat ik, vooral op dat vlak nog veel te leren heb. Dat mensen toch vergeten wat ik zei of deed, maar nooit vergeten wie ik voor hen was, wat ik hen liet voelen.
Dat mensen vooral houden van een warme knuffel, een vriendschappelijk tikje op de schouder, een duwtje in de rug.
Dat ik niet kan kiezen hoe ik me op een bepaald moment voel, maar wel kan kiezen hoe ik met dat gevoel omga en wat ik eraan doe.

3. Beperkingen omdat priester zijn, padre zijn, niet meer evident is
Als christen mens, als gelovig mens, als padre mag ik mijn beperkingen niet inroepen als excuus dat mijn relatie naar de diepte toe, naar de zingever van mijn bestaan als priester, van mijn priester zijn, op een lager pitje zou zetten en op den duur zou uitdoven. Ik woon nu anderhalf jaar in een pastorie omdat er in Moorslede geen pastoor meer is bij gebrek aan priesters. Mijn pastoor is verantwoordelijk voor drie parochies. Ik heb dan ook voor mezelf beslist om, in mijn vrije tijd, tijd vrij te maken om bij te springen in de federatie en in de omliggende parochies om de liturgische vieringen te helpen verzorgen. Ik heb opnieuw ervaren dat er ook buiten mijn werk in het legermidden, een ander werkveld even braak bij ligt. Dat de oogst ook daar even groot is en er ook daar evenveel arbeiders te weinig zijn. Dat de mensen, niet alleen in ons legermidden, maar ook hier nood hebben aan een padre. Dat er een groot probleem aan het groeien is omdat we met steeds minder priesters, steeds meer moeten doen. Omdat mensen, ondanks alles, meer en meer van ons verwachten.
Ook daar heb ik het in 2007 moeilijk mee gehad. Samen met mijn collega’s moeten we vaststellen dat er voorlopig geen oplossingen zijn voor het nijpende tekort aan priesterroepingen, voor het nijpend tekort aan mensen die zich willen engageren, vanuit hun geloof, om God wat dichter bij de mensen te brengen, en om de mensen wat dichter bij God te brengen.

Gelukkig heb ik ook geleerd dat God ons niet alles geeft waar wij om vragen, dat het de kleine dingen zijn van elke dag die het leven spectaculair maken. Dat het negeren van de feiten, de feiten niet verandert. Dat wat er ook gebeurt, of hoe slecht het er vandaag ook uitziet, het leven toch doorgaat, en dat het morgen beter zal zijn.
Dat het leren loslaten mij veel ademruimte geeft. Dat ik moet blijven geloven in de kracht van het gebed. Dat je iemand beter en beter kan leren kennen door er meer tijd en energie in te steken. Dat dit ook zo is met Jezus, en met God die we vader mogen noemen. Dat dit wellicht de kern is van het probleem en meteen de oplossing voor dit probleem.

Leren leven met beperkingen is een voortdurende en boeiende opdracht. Wie het niet kan, loopt vroeg of laat met zijn hoofd tegen de muur. Het leven op aarde zelf is nu eenmaal wat het is. Beperkt in tijd en ruimte.
Leren leven met beperkingen is meer dan ooit een kans om je gelukkiger te voelen, om gelukkiger te zijn. Het is een zalig gevoel.
Ik wens dan ook aan iedereen een zalig en een gelukkig 2008.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.