“Dan zal Christus’ droom waar worden…” Een gesprek met jongeren

“Dan zal Christus’ droom waar worden…” Een gesprek met jongeren

Godsdienstleerkracht Peter Ausloos brainstormt met de leerlingen van de Koninklijke Technische School (Saffraanberg, Sint-Truiden) over een jeugdmuurkrant van de Eigentijdse Jeugd.

 

Ausloos Peter

2/2005

Enkele weken geleden brainstormden we met onze groepen jongeren van de Koninklijke Technische School (Saffraanberg, Sint-Truiden) voor de zoveelste keer rond een nieuwe jeugdmuurkrant van Eigentijdse Jeugd. Elk school- en werkjaar verschijnen er, in samenwerking met Uitgeverij Muurkranten (Brugge) zeven nieuwe posters, op reuze-formaat.

In 2001 kregen we van Eigentijdse Jeugd de uitnodiging om creatief en interactief met onze jonge mensen te werken met de aangebrachte thema’s en items van de jeugdmuurkranten. We haakten onmiddellijk op deze uitdaging in. Telkens een nieuw ontwerp klaar is, houden we eerst met onze jongeren in groep een ‘verkenning’ rond het thema. Vervolgens vragen we van hen een korte, schriftelijke reflectie. Nadien worden alle binnengekomen reacties, onder eindredactie van onszelf, integraal op Internet geplaatst, op de webstek www.eigentijdsejeugd.be. Dit als service aan de duizenden zoekende jongeren-leeftijdsgenoten, die surfen op de website van Eigentijdse Jeugd.

Wat nu, en hopelijk ook nog in de volgende even nummers (102, 104, …) van ‘Om en Rondom’ volgt, is een selectie van reacties van onze jongvolwassenen bij een keuze uit de muurkranten van de voorbije jaargangen.

Enkele weken geleden brainstormden we met onze groepen jongeren van de Koninklijke Technische School (Saffraanberg, Sint-Truiden) voor de zoveelste keer rond een nieuwe jeugdmuurkrant van Eigentijdse Jeugd. Elk school- en werkjaar verschijnen er, in samenwerking met Uitgeverij Muurkranten (Brugge) zeven nieuwe posters, op reuze-formaat.

In 2001 kregen we van Eigentijdse Jeugd de uitnodiging om creatief en interactief met onze jonge mensen te werken met de aangebrachte thema’s en items van de jeugdmuurkranten. We haakten onmiddellijk op deze uitdaging in. Telkens een nieuw ontwerp klaar is, houden we eerst met onze jongeren in groep een ‘verkenning’ rond het thema. Vervolgens vragen we van hen een korte, schriftelijke reflectie. Nadien worden alle binnen¬gekomen reacties, onder eindredactie van onszelf, integraal op Internet geplaatst, op de webstek www.eigentijdsejeugd.be. Dit als service aan de duizenden zoekende jongeren-leeftijdsgenoten, die surfen op de website van Eigentijdse Jeugd.

Wat nu, en hopelijk ook nog in de volgende even nummers (102, 104, …) van ‘Om en Rondom’ volgt, is een selectie van reacties van onze jongvolwassenen bij een keuze uit de muurkranten van de voorbije jaargangen.

(A)
Pesten
Misbruik
Verdachtmaking
Schending van vertrouwen
Aanranding
Roddels
Vandalisme
Verwaarlozing

ZIJN WIJ ELKAARS HEL?


WAAR BLIJFT ONZE PASSIE
OM ELKAARS HEMEL TE WORDEN?

Ik denk niet dat we een fundamenteel onderscheid kunnen maken tussen hemel en hel. De twee lopen volkomen door elkaar. De ene keer zijn we mekaars hemel, vijf minuten later mekaars hel. Hier, op Saffraanberg bestaan vele momenten van ‘hel’, maar vroeg of laat veranderen deze in hemelse momenten. Zo kan je een zware ruzie hebben met iemand, maar even later werk je weer samen als twee vrienden. En dat maakt een vriendschap sterk en onaantastbaar. Want als er alleen goede momenten in een vriendschap zouden zijn, zou deze bij de minste tegenslag kapotgaan. Ik weet zeker dat in onze klas, zelfs bij de hevigste ruzie, de vriendschap vroeg of laat terugkeert, wat er ook gebeurt.

Je kan voor elkaar ‘makkers’ zijn en ‘maten’ en elkaar liefhebben. Dan kan je voor elkaar de hemel betekenen. Mijn vriendin is voor mij een stukje hemel. Als ik vrijdags thuiskom, staat zij klaar om mij op te fleuren. Vanaf het ogenblik dat ik haar zie, zit ik een beetje in de hemel. En hoe verder ik me van haar verwijder, hoe dichter ik me bij de hel voel. Er zijn bij ons in het leger bepaalde mensen die het anderen moeilijk maken, waar dit echt niet nodig is. Zoals het verneuken van het weekend van een leerling…

Ik denk dat het niet in de mensen hun aard ligt om elkaars hemel te kunnen zijn. Alhoewel we wel zullen proberen om voor onze geliefden een hemel op aarde te maken, zullen we deze hemel moeten vrijwaren van hebzuchtige en egoïstische invloeden van buitenaf, van andere mensen die niet kunnen inzien dat jij de hemel wil brengen. Zij zullen altijd een bedreiging zijn voor de integriteit van jouw en je geliefdens hemel.
Als we echter met z’n allen, en daarmee bedoel ik echt met iedereen, al deze menselijke zwakheden kunnen laten vallen, zal de mensheid klaar zijn om onze aardbol om te toveren tot een hemel. Dan zal Christus’ droom waar worden. Als we bereid zijn onze materiële behoeften te laten vallen, zal de hemel een feit zijn.

Elk weekend proberen honderden jonge mensen in jeugdbewegingen er iets plezants van te maken. Als leiders nemen we, ook ik, de verantwoordelijkheid op ons om voor onze leden iets te doen. We zetten ons voor de volle 100% in om leuke programma’s in elkaar te steken. We proberen als het ware een ‘hemel’ te creëren, maar soms wordt het een ‘hel’. De jongens boren je en je programma direct de grond in als het geen tv, ‘playstation’, video, … is. Je vraagt je dan af: wat doe ik hier? Het ergste is dan nog dat de ouders achteraf komen klagen. Zo van: “Hoe komt het dat hij zich niet geamuseerd heeft? Hebben jullie weer niets uitgewerkt?”

Het is gemakkelijker om iemands hel te zijn dan iemands hemel. Je gaat veel vlugger iets slecht zeggen tegen iemand in plaats van hem of haar erop te wijzen dat het goed was. Ook al is het de normaalste zaak van de wereld die hij of zij gedaan heeft. De mensen zeggen veel te vlug slechte dingen en zeggen dat dan ook meteen. Maar als iemand iets slecht over hen vertelt, zijn ze direct over hun toeren. Dat iedereen alles zomaar goed doet, is blijkbaar logisch. Maar iets goeds zeggen over iemand, is blijkbaar veel moeilijker.

Wanneer mensen voortdurend op elkaars kap leven en vitten, maakt men van van het leven een hel. Als we hier, als internen, een ganse week doen waar we zin in hebben, zonder stil te staan bij wat er in de anderen leeft, dan zal het vroeg of laat tot een conflict komen. Als er ’s avonds op de kamer mensen zijn die willen slapen, dan moeten de lawaaimakers daar respect voor hebben. Anderzijds kunnen we ook weer niet eisen dat de lichten al om half negen uit zouden moeten zijn, omdat er één wil slapen. Als we in het dagelijks leven de anderen respecteren en een dialoog aangaan, kunnen we het voor iedereen aangenaam maken, en bij ‘iedereen’ ben jij natuurlijk bij!

Het beste voorbeeld voor mij waren de eerste twee à drie maanden van onze opleiding hier in Saffraanberg. We werden met een 20-tal mensen bij elkaar geroepen en er werd gezegd: “Dit is jullie groep voor de rest van de opleiding”. De eerste week kan je nog verdraagzaam zijn voor de anderen, maar nadien wordt het gebeuren – tenminste als je elkaar niet helpt of niets zegt over de dingen die je ergeren -, een levende hel.

(B)
MIJN PERSONAL LIVE STORY?

DE MAX
DRIVE
CADEAU
KICK
UITDAGING

ROTBOEL
BEDROG
TRAGIEK
ILLUSIE
KOMEDIE


In mijn leven probeer ik zoveel mogelijk balans en regelmaat te brengen. Een kick is soms leuk meegenomen, maar hoeft voor mij zeker geen behoefte te zijn.
Al bij al moet ik zeggen dat mijn ‘personal life story’ met ups and downs gaat, en dit op totaal onverwachte momenten. De ene dag kan totaal het omgekeerde zijn van de vorige.
Ik kan op een avond uitgaan met vrienden en gezellig pinten drinken, maar de volgende dag kan dit volledig omslaan door de hoofdpijn die je eraan overhoudt.
Hoe je het ook draait of keert, je moet de dagen nemen zoals ze komen en er gewoon het beste van maken!

Ik mag van geluk spreken dat ik met mijn beide voeten op de wereld sta. Het is een cadeau dat ik heb gekregen van mijn ouders. Ook kun je spreken van een uitdaging. Je wilt toch iets bereiken in het leven, en daarnaar moet je streven. Het leven kan ook ‘de max’ zijn wanneer je bijvoorbeeld met vrienden op stap gaat en lol maakt.
Ik zie echt niet veel slechte kanten aan het leven. Ja, af en toe is het wel een rotboel, maar dat blijft niet duren. Ik bekijk het leven langs de goede kant!

Het leven is voor mij een geschenk, een gunst. We hebben veel geluk dat we in een welvarend land kunnen leven. En daarom moeten we er ook zoveel mogelijk van genieten.
Ik probeer zelf om zoveel mogelijk dingen te zien, te doen en elke dag opnieuw ervaringen op te doen.
Zo zal ik later naar mijn leven kunnen omkijken en dankbaar zijn dat ik alles gedaan heb wat ik kon doen, en dat mijn leven de moeite waard was.

Mijn leven is een plezier. Alles wat men tegen mij of over mij zegt, dat mij zou kunnen raken, neem ik op als een lachtertje.
Hier, op school, heb ik lang ruzie gehad met iemand. Hij/zij dreigde mij te slaan. Ik lachte ermee. Mij kan je enkel raken ‘op’ mijn familieleden. Voor de rest zal ik altijd lachen en blijven lachen.
Het is gezonder en leuker om veel te lachen, dan om altijd te treuren. Treuren kan de gezondheid schaden! Treuren tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van het kind schaden.
Mijn motto is: “Lachen, lachen, en nog eens lachen.”

Mijn leven/het leven is één grote uitdaging. Iedere dag komt er een nieuwe uitdaging die je moet aanpakken. Zo kreeg ik onlangs de kans om mee te voetballen met de eerste ploeg van onze club. Voor mij betekent dat een enorme uitdaging. Dit is mijn kans om te tonen dat ik kan voetballen. Ik blijf mij voortdurend inzetten, tot de laatste seconde van de wedstrijd.
Dit zint het publiek dan ook. En je wordt ook door de groep geholpen. Zo leer je ook elke dag bij.
Dus stel ik: neem de uitdagingen die je krijgt aan en vervul ze ‘tot het bittere einde’.

Mijn leven is in het algemeen een rotboel. Als ik me amuseer, is alles nog oké, maar de dag erna zal ik altijd wel commentaar krijgen en uitgelachen worden. Maar van die rotboel probeer ik een uitdaging te creëren, door eropin te gaan en me gewoon voort te amuseren. En zo zie ik het leven toch nog positief.

De uitdaging op dit moment in mijn leven is slagen in mijn opleiding, mijn eigen grenzen hierdoor kunnen verleggen, en zodoende een stukje gemakkelijker kunnen ademhalen wanneer je weet dat je in je opzet geslaagd bent. Ik leef grotendeels met deze gedachte in mijn achterhoofd. Zo weet ik waarvoor ik werk.
Mijn leven is op dit moment niet echt te omschrijven. Ik leef met ups and downs. Toch ben ik ervan overtuigd dat doorzettingsvermogen en wilskracht beloond zullen worden…

(C)
KEER JE OM NAAR DE ZON
…EN JE SCHADUW VERDWIJNT…


Met je rug naar de zon
trap je steeds op je schaduw.
Wil je die duisternis achter je laten?
Stop! Keer je om, richt je blik op het licht.

Het is een levensvisie om te zeggen: ik kijk vooruit naar de toffe dingen die nog moeten komen. Ik keer mijn rug naar de schaduw: ik laat de minder ‘leuke’ dingen die gebeurd zijn (of nog moeten gebeuren) achter mij. Ik zet er mij over, probeer ze te verwerken en eventueel te vergeten. Vergeten is soms niet mogelijk, als het ernstige zaken zijn die gebeurd zijn. Maar voortdurend erop terugkomen is ook niet goed. Mijn ouders hebben een serieus probleem gehad, waardoor ze beiden enkele weken in het ziekenhuis hebben doorgebracht. Waren die gezondheidsproblemen 50 jaar geleden gebeurd, dan zou ik geen ouders meer gehad hebben. ‘Alles’ is goed gekomen! Ik denk daar vaak aan, maar het mag geen leidraad zijn. Je moet verder, positief vooruit!

Ik vind dit een mooie slogan, maar niet altijd toepasselijk. Soms moet men zijn problemen onder ogen durven zien. Door altijd je hoofd te draaien, los je geen problemen op, maar krijg je vroeg of laat het deksel op de neus. Ik wil niet beweren dat je van alle kleine tegenslagen een drama moet maken. Maar problemen zijn er om op te lossen.

Je mag niet alles negatief bekijken. Je zal een beter leven hebben (uit de schaduw) als je, in plaats van te klagen, in alles iets positiefs probeert te zien. Negatieve dingen zullen dan echter niet verdwijnen: je zal ze gewoon kunnen relativeren en je zult minder zwaarmoedig zijn. Ikzelf geef evenwel toe dat ik hier moeite mee heb. Bij een zware tegenslag heb ik het moeilijk om mijn leven en werk terug aan te vatten, en geraak ik soms nog dieper in de problemen…

Wanneer je in het verleden slechte dingen gedaan hebt en je betert je leven, zullen vele mensen hun visie over jou herzien. Ik ken bijvoorbeeld iemand – hij was vroeger een goede vriend – die voetballer bij de jeugd van PSV was. Hij is op het slechte pad geraakt, door diefstallen en dergelijke meer. Sinds een jaar of twee heeft hij zich ‘gebeterd’. Hij speelt nu opnieuw bij een hogere ploeg. Om je te ‘beteren’ heb je steun van anderen, en ook zelfvertrouwen nodig.

Als persoonlijke levensvisie zou ik deze slogan niet beschouwen, maar ik zal hem zeker in m’n achterhoofd houden! Ik interpreteer deze slogan als een advies om de negatieve kanten van het leven links te laten liggen en het leven ‘aan de lichte kant te nemen’. Zoals: “Always look on the bright side of life”. Ik ben het daar gedeeltelijk mee eens, maar ‘always’ valt me te zwaar. Er komt wel altijd een moment waarbij je iets meemaakt en je het leven minder kleurig bekijkt.

Volgens mij wil deze slogan zeggen dat je je masker moet laten vallen, en met ‘openheid’ de zomer moet tegemoet stappen. Enkel met een glimlach, vol moed en zelfvertrouwen, kun je deze wereld aan. Dit is inderdaad een slogan die kan doorgaan als een levensvisie! Als ik niet inzie dat er nog een toekomst voor mij is, hoe kan ik mij dan ooit gelukkig voelen in mijn huid en al mijn zorgen achterlaten?

Kijk de ‘feiten’ recht in de ogen, en de oplossing zal wel komen. En durf ook van je verleden afscheid nemen. Van misdadiger kan je een ‘voorbeeldburger’ worden. Of wat mij betreft: van een gesloten iemand tot iemand die nu van het leven geniet. Daarvoor bedank ik vooral mijn vriendin.
Om deze levensvisie te realiseren is er veel moed en wilskracht nodig, om tot een beter gevoel te komen voor jezelf en van jezelf.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.