Poverello op het Kerstfeest en de jubileumviering van JoB

Poverello op het Kerstfeest en de jubileumviering van JoB

Verslag van de JoB-Kerst-en Jubileumviering van 9 december 2003 waarop ook Poverello was uitgenodigd.

 

Decock André

1/2004

Met 131 personen waren we, een record, maar toch weer niet omdat onze gepensioneerden en partner mee uitgenodigd waren.
Zoals gewoonlijk begint onze JoB-dag met een bezinningswoordje.
Aangezien velen me vroegen of ze de tekst konden krijgen, beloofde ik die in Om en Rondom op te nemen.
Belofte maakt schuld.

Beste JoB-mensen,

Eerst en vooral dank voor de mooie kaart die jullie stuurden naar Kosovo. Het deed mij deugd en ook de JoB-ers van het logistiek bataljon uit Leopoldsburg, die nu aan het genieten zijn van een welverdiend verlof en daardoor hier nu niet aanwezig zijn.
Ik ben ook blij dat ik hier zelf aanwezig kan zijn. Eerste en vooral omdat ik blij ben terug in ’t land te zijn, maar ook dat mijn sinusitis me niet al te veel last berokkent.
Gisteren was ik door en door koud, koortsachtig, half ziek. En terwijl ik me opwarmde in een warm eucalyptusbad dacht ik aan wat ik hier vandaag zou brengen als bezinning.
Ik dacht aan het thema op weg naar Kerstmis, ik dacht aan Poverello, ik dacht aan ons 25-jarig jubileum en aan al de JoB-mensen die zo graag naar JoB komen.
In Kosovo schreef ik elke week een recept van Decock.
Eentje ervan wil ik vandaag meegeven aan jullie allen als recept voor een goed kerstfeest, niet enkel voor onszelf als JoB-ers, maar ook voor de mensen die dagelijks opgevangen worden in Poverello en bij Bond zonder Naam.
Het gaat immers over jezelf graag zien, jezelf graag leren zien, jezelf opnieuw graag leren zien.
Jezelf graag zien is een hele kunst, die spijtig genoeg niet voor iedereen is weggelegd. Spijtig genoeg, want jezelf graag zien is toch zo broodnodig om je diep-gelukkig te weten.
Er zijn teveel mensen die zichzelf over-schatten, maar ook teveel mensen die zichzelf onder-schatten.
Ons karakter, maar vooral onze opvoeding thuis, op school, in de kerk of waar dan ook heeft daar veel mee te maken.
Het goede dat we deden werd niet steeds bemoedigd. Integendeel.
Wat fout of minder goed was werd soms extra in de verf gezet.
Sinterklaas stond dikwijls in de schaduw van Zwarte Piet.
En God had altijd alles gezien, zeker de dingen waarover we ons schaamden.
Vele mensen hebben het dan ook moeilijk om zichzelf te aanvaarden, om in zichzelf te geloven, om van zichzelf te houden zoals ze zijn.

Op weg naar Kerstmis denk ik dan aan Jezus die ons kwam zeggen dat we onze naaste moeten beminnen als onszelf. Eigenlijk wil dat zeggen dat je eerst en vooral jezelf moet beminnen, met andere woorden, jezelf graag zien. Anders loopt het mis.

Mensen die zichzelf niet graag zien gebruiken daardoor de andere mensen en ook God. Meer zelfs ze misbruiken de andere mensen en ook God.
God mag en kan zichzelf niet meer zijn en ook de andere mensen kunnen en mogen dat niet. Zo krijgen we een verkeerd beeld van de mensen en van God, een beeld dat we tussen haakjes zelf gemaakt hebben. En dan zijn we op de koop toe nog kwaad ook op de mensen en op God, ’t is te zeggen op dat verkeerd beeld dat we zelf gemaakt hebben.
Jezelf graag zien is je laten beminnen door de mensen en door God. Christus had in feite maar 2 geboden: bemin God en bemin je naaste als jezelf.
Eigenlijk wil dat zeggen dat we ons eerst en vooral moeten laten beminnen. Dat klinkt raar maar toch is dat zo. Ik ben er in elk geval diep van overtuigd.

We zijn wie we zijn dankzij de anderen en dankzij God. Dankzij de liefde van de anderen en de liefde van God.
Jezelf graag zien is een leerproces.
Je leert het gaandeweg als je door anderen wordt aanvaard, bemoedigd, bemind.
Mekaar bemoedigen, mekaar bevestigen, mekaar opbeuren, luisteren naar mekaar. Het gebeurt allemaal nog veel te weinig en vooral veel te weinig onder christen mensen die we toch allemaal proberen te zijn.
Bij Bond zonder Naam en bij Poverello komen veel mensen over de vloer die nood hebben aan wat warmte, aan wat bemoediging, aan wat bevestiging, aan een luisterend oor. Niet aan betutteling, niet aan verwijten, wat gebeurd is, is gebeurd. En wat er gebeurde heeft veelal ook te maken met een geschokt zelfvertrouwen…
Ooit zei Bond zonder Naam: geef de mens een pluim en hij krijgt vleugels…
En tot slot nog een gebed:

Verborgen God,
voor wie wij niet verborgen zijn.
Gij kent ons tot in onze diepte,
Gij weet hoe ver wij zijn
van U en van uw Rijk
Gij ziet hoe blind wij zijn
voor uw aanwezigheid:
wij kijken uit naar bewijzen van uw macht
en zien voorbij aan tekenen van uw liefde.
Aanwezige God,
voor wie wij vaak afwezig zijn,
keer U om naar ons toe
en laat ons ervaren
dat Gij ons meer nabij zijt
dan al wat ons te na komt,
keer ons om naar U toe
dat wij niet blindelings doorgaan
met de rug naar uw licht,
maar eindelijk uw liefde beamen.

Na deze bezinning kreeg Johan Van Eetvelde het woord.
Hij kreeg de (on)dankbare taak om bij Poverello stichter en bezieler Jan Vermeire op te volgen die plots en veel te vroeg overleden is.
Johan is dan verhuisd vanuit Poverello Brussel en woont nu in Poverello Banneux.
Hij stak meteen van wal met een voorbeeld van een vrouw die hij bezocht en die woonde in een huis (?) zonder elektriciteit. Ze zei tijdens zijn bezoek dat hij nog wat geduld moest hebben, dat het straks wat klaarder zou zijn.
Ze wachtte elke avond tot het straatlicht aanging.
Meteen zaten we bij de kern van armoede namelijk de eenzaamheid. Arme mensen zijn eenzame mensen die weggekwijnd zijn. Het leven, het eten heeft geen smaak meer.
Als je niemand meer hebt, dan laat je je zakken. Als je er alleen voor staat, wat heeft het leven dan nog zin.
Waarom je verzorgen, waarom kuisen als er toch nooit iemand op bezoek komt.
Je vraagt je af waarom er nu nog armoede is met al die sociale voorzieningen. Ondanks dat alles, blijft er armoede. Waarom is dat armoedeprobleem zo onoplosbaar, zo ongrijpbaar?
Er spelen verschillende elementen mee.
De meeste mensen die bij Poverello aankloppen hebben elk een heel eigen, een heel persoonlijk levensverhaal. 80% van hen had het vroeger goed. Maar dan kwam er een gezondheidsprobleem, men geraakt zijn werk kwijt, krijgt financiële problemen, geraakt aan de drank en geleidelijk aan zakt men weg.
Men komt alleen te staan, want alle deuren gaan dicht.
Dan zakt men af naar de anonimiteit van de grootstad. Daar wordt je niet meer geconfronteerd met je vrienden, je kennissen, je familie die je niet meer durft onder ogen te komen.
In de grootstad stelt niemand je lastige vragen. In de grootstad kan je leven in openbare gebouwen (zoals een station). Daar ben je anoniem maar toch niet alleen!
Je zit nog tussen de mensen.
En geleidelijk aan komt men via mondelinge reclame naar Poverello.
Je mag daar immers komen zonder dat men lastige vragen stelt.
Het is daar niet zoals bij de sociale diensten waar ze vragen stellen over je identiteit. In Poverello wordt geen enkele vraag gesteld!
Zo komt bij Poverello al vele jaren iemand die 5 mensen doodgereden heeft, hij heeft vele jaren niets gezegd, hij had veel schulden, maakte zichzelf veel verwijten en was bang om er te krijgen ook.
Zo heeft in Poverello iedereen zijn eigen verhaal.
Zoals die groothandelaar in groenten en fruit. Hij had 2 camions.
Eén voor zijn vrouw, één voor hem. Op een dag verongelukt zijn vrouw. Hij kon niet lezen en schrijven, was enkel de harde noeste werker! Zijn vrouw deed alles. Na de dood van zijn vrouw werd hij bedrogen door zijn boekhouder en geraakte failliet.
Wie in Poverello een bed komt vragen, heeft inderdaad niets meer, heeft niemand meer.
Mensen in Poverello doen je denken aan de essentie van het leven.
Als je niets meer hebt, als je niemand meer hebt, wat is dan nog de zin, de essentie van het leven.

Deze mensen mogen binnenkomen zoals ze zijn – vuil, gekwetst enz…
Ze hebben ook niets meer te verliezen, geen schijn meer hoog te houden.
Ze zitten echter met veel schulden en veel schuldgevoelens omdat ze beseffen dat ze bv. alles verdronken hebben.
Ze voelen hun onmacht, hun niet (meer) kunnen. Het gaat al lang niet meer over niet willen, want ze willen wel, maar het lukt gewoonweg niet (meer). Ze zijn diep gekwetst van binnen.
De meeste kwetsuren van mensen kunnen we niet eens vermoeden.
Elke mens krijgt tegenslagen en wordt wel eens ontgoocheld.
Maar wij zijn blijven rechtstaan, door wie weet wat.
Door waarden? Door vrienden? Door enz…
Maar anderen hadden dat niet, geen waarden, geen vrienden…
De medewerkers in Poverello bekijken niets van boven uit.
Alles komt van onder uit.
Zo begon Jan Vermeire met elektriciteit te leggen, soep te maken, boterhammen te smeren! Pas later met warme maaltijden.
Zo kregen de mensen die kwamen het gevoel dat ze welkom waren.
Het gaat er in Poverello niet om mensen eten te geven, maar om de mensen een thuis te geven.

Nu komen er dagelijks 150 mensen in Brussel.
Er zijn 45 overnachtingsmogelijkheden in 2 zaaltjes, één van 15 en één van 30 bedden.
Het is niet steeds gemakkelijk en soms zijn er zware problemen met al eens vechtpartijen met onder andere psychiatrische patiënten.
In Poverello kom je niet in ‘een gebouw’ maar ‘bij mensen’ terecht.
Mensen zorgen voor het ‘hart’.

Intussen is Poverello uitgezaaid.
Al wie daar werkt is vrijwilliger. Ze hebben er nood aan om dit te doen! Eigenaardig.
De vrijwilligers zeggen daarom dat Poverello hen helpt.
In Poverello leren de mensen gelukkig te zijn met weinig!
Echt geluk hangt immers niet af van materiële dingen.
De samenleving leert ons via de reclame andere dingen.
Het diepe geluk hangt af van menselijke dingen.
Veel mensen in Poverello zijn dan ook gelukkig.
Het echte geluk zit van binnen.
Zij mogen zijn zoals ze zijn. Wij ‘moeten’ soms ons imago hoog houden, wij moeten ons goed ‘voordoen’.
Spijtig genoeg moet Poverello soms mensen aan de deur zetten zoals agressievelingen en mensen met drugproblemen.
De bescheidenheid leert dat je niet iedereen kunt helpen.

Tot slot kregen we nog een video te bekijken over het leven en het werk in Poverello.

En de rest van de dag werd er feest gevierd. En dat mag.
Feest omwille van Kerstmis, omdat we dankzij Jezus van Nazareth God leerden kennen als een liefdevolle Vader.
Omdat we dankzij Jezus leerden dat waarden het leven waardevol maakten.
We vierden feest omdat JoB al 25 jaar lang een groep van vrienden is die vriendschap waardevol vinden.
Omdat we elk op onze eigen en bescheiden manier Jezus opnieuw laten mens-worden, wetend dat alles wat we doen voor de minsten van de zijnen, dat we dat voor Hem hebben gedaan.
En we toasten ook op de volgende jaren!

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.