24 apr Zondag 27 april 2025: 2de paaszondag
Johannes 20, 19-31: Tomas raakt de wonden van Jezus aan en gelooft
Een groeiend paasgeloof
Vandaag ontmoeten wij bange leerlingen, een twijfelende Tomas. Doch vóór alles zijn we getuige van hun ontluikend paasgeloof. Slechts schoorvoetend geven zij zich gewonnen aan wat met Jezus gebeurde. Dat Hij is opgestaan uit de dood en als Levende hen nabij komt, wordt voor hen een verrassende ervaring, die hen aanvankelijk meer overrompelt dan rustig maakt. Zij kunnen het licht van de verrijzenis nauwelijks verdragen, omdat zovele herinneringen nog pijn doen. Hierin komt pas verandering wanneer zij, keer op keer, Jezus als verrezene mogen ontmoeten, wanneer in hen de ervaring groeit van zijn nieuwe aanwezigheid, wanneer zij zich overschaduwd weten door zijn Geest, die hen alles in herinnering brengt wat Hij gezegd en gedaan heeft. Het paasgeloof steunt dus niet op feiten en bewijzen. Veeleer gaat het om een verbondenheid, die groeit vanuit de ontmoeting en de herkenning van Jezus als de Levende Heer.
Het evangelie van vandaag laat ons een twijfelende Tomas zien en toch is het een prachtig geloofsgetuigenis. Zoals het ook nu nog gebeurt, bestaan geloof en ongeloof, herkenning en afwijzing naast elkaar. De boodschap van Maria Magdalena over haar ontmoeting met de Verrezene vindt weinig weerklank bij de leerlingen. Ze houden zich angstig aan elkaar vast, zo gesloten is hun groep en hun hart geworden. Hun vreugde bij het zien van de Heer wordt gevolgd door scepticisme. Ze zijn niet in staat Tomas te laten delen in hun ervaring. Hij van zijn kant heeft er onvoldoende oog en oor voor, omdat de voorbije gebeurtenissen hem nog volledig in hun greep hebben Hierin komt verandering wanneer Jezus op de eerste dag van de week en nadien, acht dagen later, in hun midden verschijnt. Hij plaatst zichzelf in het centrum van hun pijn, van hun ontgoochelingen en twijfels, om te voorkomen dat zij zich gewonnen geven aan de feitelijke gang van zaken in hun eigen leven en in de wereld rondom hen.
Juist nu zij op het punt staan om terug te keren naar de tijd van hun vissersnetten, juist nu komt Jezus bij hen en wordt Hij voor hen opnieuw ontmoetbaar. Alles wat zij aan Hem verloren hadden, al de hoop die Hij in hen gewekt had, keert nu terug. Het meest ingrijpende is echter, dat de nauwe band die zij elk persoonlijk met hun Meester hadden en die door de dramatische omstandigheden was stukgeslagen, thans hersteld wordt. De woorden waarmee Tomas Hem toespreekt, vormen het eindpunt van een lange geloofsweg. Het Woord en het Licht dat in de wereld kwam (Joh 1, 1.9) wordt hier “Heer en God” genoemd, “Christus en Zoon van God”.
Padre Nikolaas Devynck o.s.b.
monnik van Sint-Andriesabdij-Zevenkerken
gewezen padre Infra Antenne Noord Sint-Kruis-Brugge
Copyright afbeelding: Otheo
Johannes 20, 19-31:
19Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” 20Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. 21Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.” 22Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. 23Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.”
24Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen toen Jezus kwam. 25De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.” “Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.”
26Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” 27Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.” 28Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” 29Toen zei Jezus tot hem: “Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.”
30In het bijzijn van zijn leerlingen heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan welke niet in dit boek zijn opgetekend, 31maar deze hier zijn opgetekend opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt in zijn Naam.
New Revised Standard Version Updated Edition (NRSVUE)
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.