07 nov Zondag 10 november 2024: 32ste zondag door het jaar B
Innerlijke bereidheid tot delen en geven
1 Koningen 17, 10-16
Marcus 12, 38-44
In de bijbel is de weduwe hét voorbeeld van iemand die geen enkele bestaanszekerheid meer heeft en dus menselijk gezien niets meer te bieden heeft. Armen en weduwen worden meestal in één adem uitgesproken. Tegelijkertijd is zij het model van de echte gelovige, die zich niet schaamt om haar armoede, doch haar doorheen haar hoop leerde stellen op Jahwe, die liefheeft als wie op Hem beroep doet. De beide weduwen, waarover sprake is in de eerste lezing en het evangelie, getuigen dus elk op hun manier van een eerlijk doorleefd mens-zijn. De bestaanszekerheid die zij kennen, heeft hen gebracht tot een dieper begrijpen van hun eigen bestaan. Hun armoede maakte hen bewust van wie zij zijn als mens: arm uit zichzelf, maar dankzij God, van Wie zij hun ‘hebben’ en ‘zijn’ ontvangen.
Een eerste aanblik van het evangelie kan de indruk nalaten dat Jezus de vrijgevigheid van de weduwe aanprijst en zo een ideaal van armoede aan de leerlingen voorhoudt. De betekenis reikt echter verder en vindt steun bij het verhaal van de weduwe van Sarefat. Deze vrouw deelt haar laatste restje meel en olie met de profeet Elia. Haar enige overlevingskans laat ze los om te gehoorzamen aan wat de man Gods vraagt. Zij vertrouwt zich toe aan zijn woorden en beluistert hierin de trouw van Jahwe, die Israël altijd beschermd heeft. Hetzelfde doet de weduwe uit het evangelie. Zij offert twee penningen, ‘alles waar ze van leven moest” (v. 44). In de oorspronkelijke tekst staat zelfs: “zij wierp haar hele leven in de offerkist”. De beide vrouwen geven zichzelf, onvoorwaardelijk, aan hun God, de ene via een gebaar van liefdevolle zorg, de andere via een gebruik uit de Joodse cultus. Zo ver kan een gelovige levenshouding iemand brengen, dat hij alles, zelfs datgene wat hem als mens het dierbaarst is, ervoor over heeft.
Moet dit wel? Kan God zoiets vragen? Het evangelie laat je slechts één antwoord na: in het geven vind je zelf het geluk! In die zin zijn beide lezingen niet enkel een illustratie van wat je ‘geloofsgehoorzaamheid’ kan noemen: loslaten wat mensen rondom jou als ‘zekerheden’ vasthouden, omwille van een andere zekerheid, die je de naam God’ geeft. Zij verwijzen eveneens naar Jezus Christus, die Zichzelf geofferd heeft.
Nikolaas-Willy Devynck o.s.b – monnik van Sint-Andriesabdij-Zevenkerken
gewezen padre Infra Antenne Noord – Sint-Kruis
Marcus 12, 38-44
38In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing: “Wacht u voor de schriftgeleerden, die graag in lange gewaden rondlopen, die zich laten groeten op de markt, 39belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen en op de ereplaatsen bij de maaltijden, 40maar die de huizen der weduwen opslokken terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten; over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.”
41Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp terwijl menige rijke er veel in liet vallen. 42Er kwam ook een arme weduwe die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp. 43 Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: “Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; 44allen wierpen ze er iets in van hun overvloed maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.”
New Revised Standard Version Updated Edition (NRSVUE)
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.