04 sep Zondag 8 september 2024: 23ste zondag door het jaar B
Blind of doof zijn we allen!
Marcus 7, 31-37
De doofstomheid uit het evangelie van vandaag, of de blindheid in andere verhalen, hebben een symbolische betekenis. ‘Blind’ en ‘doof’ zijn we allen! De concrete situatie die Jakobus bespreekt is slechts één voorbeeld, dat bovendien verrassend actueel is. Bezit en afkomst, prestige en eigenbelang spelen vaak een grote rol in de omgang met mensen. We worden erdoor verblind, met als gevolg dat we voorbijgaan aan de echte noden en niet eens luisteren naar hen die geen weerklank vinden in onze wereld. ‘Blind’ en ‘doof’ zijn we allen!
Wie reageert niet wanneer anderen je wijzen op je kleine kanten? Zie je niet meer de negatieve dingen van iemand naast je dan de positieve? Hoe selectief ga je om met medemensen? De ene ligt je, de andere niet, waarom? Blinde en dove mensen: dat zijn we allen! De vreemde woorden die Jezus spreekt tot de man, hebben dan ook voor ons een betekenis. De doofstomme kan zich weer uitdrukken. Hij vond zichzelf terug en behoorde voortaan helemaal tot de gemeenschap van mensen, die hem omringde. ‘Effeta – ga open!” (.34): het klinkt vandaag opnieuw. Het is krachtig en doorbreekt de geslotenheid van ons hart, zodat wij als open en vrije mensen kunnen leven.
De genezing van de doofstomme doet ook denken aan het doopsel. Aan het einde leest de priester over de dopeling het ‘effeta-gebed’, waarin hij vraagt dat de Heer de oren en de ogen van dit mensenkind zou openen voor zijn Woord en voor zijn aanwezigheid. Dit gebeurde aan ieder van ons. Toen werden voor het het eerst de grenzen van onze ik-gerichtheid doorbroken, opdat de Geest van liefde en verbondenheid in ons zou wonen en ons ontvankelijk zou maken voor de anderen en voor God zelf. Je ouders, je peter en meter, beloofden je in dit geloof op te voeden. Naarmate je opgroeide, werd het je eigen verantwoordelijkheid. Je doopsel stond aan het begin van je christen-zijn, doch christen-worden is een opgave en een vrije keuze van elke dag. Je eigen blindheid en doofheid ontdekken moet je zelf doen. Aandachtig worden voor wat mensen zwak en onmondig maakt, is een plicht die én vanuit je mens-zijn en vanuit je christen-zijn naar je toekomt. Aan jou dan om ‘ja’ te zeggen en te leven als gedoopte.
Nikolaas-Willy Devynck o.s.b. – monnik Sint-Andriesabdij-Zevenkerken
gewezen padre bij Defensie
Marcus 7, 31-37: Jezus en de dove man die moeilijk sprak – // Marcus 7, 31-37 // – De tekst ’Bijbel in gewone taal’ (Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1592)
Jezus ging weer verder. Hij ging via de stad Sidon naar het Meer van Galilea. Onderweg kwam hij door het gebied Dekapolis. Daar brachten mensen een man bij hem die doof was en slecht kon praten. Ze zeiden: ‘Leg alstublieft uw hand op hem.’ Jezus nam de man met zich mee, weg van de mensen. Hij stak zijn vingers in de oren van de man. En hij deed wat spuug op de tong van de man. Toen keek Jezus omhoog naar de hemel. Hij zuchtte diep. En hij zei: ‘Effata!’ Dat betekent: ‘Ga open!’ Meteen gingen de oren van de man open. Hij kon zijn tong bewegen en goed praten. Jezus zei streng tegen de mensen die daar waren: ‘Jullie mogen aan niemand vertellen wat er gebeurd is.’ Maar dat hielp niets. De mensen vertelden het toch door. Iedereen was diep onder de indruk. Ze zeiden: ‘Alles wat Jezus doet, is geweldig. Hij kan zelfs mensen helpen die niet kunnen horen of praten.’
Copyright: C. Leterme
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.