Verslag studiedagen te Blankenberge: Over het psychologisch kader van de RMO en het pastoraal werk benaderd vanuit de Emmaüsgangers

Verslag studiedagen te Blankenberge: Over het psychologisch kader van de RMO en het pastoraal werk benaderd vanuit de Emmaüsgangers

Tijdens de studiedagen te Blankenberge, begin oktober 2005, stonden twee hoofdpunten op het programma: het werk van de RMO’s en een sterk pastoraal getinte analyse van de Emmaüsgangers. Johan Van Den Eeckhout doet verslag.

 

Van Den Eeckhout Johan

3/2005

Het psychologisch kader van de Raadgever Mentale Operationaliteit (RMO)

Humanitaire operaties vormen momenteel de hoofdtaak van defensie. Soldaten worden voor vier maanden uitgestuurd om binnen een internationaal kader bij te dragen tot vrede en stabiliteit op verschillende plaatsen. Voor het Belgische leger betreft de humanitaire inzet in hoofdzaak Kosovo en Afghanistan. Terwijl ten tijde van de dienstplicht enkel aalmoezeniers de taak op zich namen om de militairen spiritueel en moreel bij te staan, heeft het huidige beroepsleger ook psychologen aangeworven om waar nodig de soldaten te begeleiden tijdens missies. Zij zijn bekend als Raadgevers Mentale Operationaliteit (RMO). Het zijn geen vervangers van de aalmoezenier. Zij hebben hun eigen wijze om de militairen bij te staan en te steunen waar nodig. Ook op het thuisfront zijn zij aanwezig en begeleiden de militairen en hun families zowel voor als na de zending. Omdat padre’s dikwijls in contact komen met het werk van de RMO’s werd aan Bob Van Meerbeek gevraagd het psychologisch kader waarbinnen zij werken, uit te leggen tijdens de studiedagen voor aalmoezeniers te Blankenberge. Bob is psycholoog en verbleef gedurende vier maanden in Afghanistan als RMO.
De functie van de RMO is een raadgevende functie. Hij houdt de korpscommandant op de hoogte van het feit of de militairen in staat zijn hun job uit te voeren en mentaal operationeel zijn. Hij kan ook persoonlijk raad geven aan een individuele militair. Het kader van waaruit de RMO werkt en evalueert, rust op vijf peilers. Het betreft stressbeheer, stijl van leadership, teamcohesie, jobsatisfaction en psychosociale steun.
De eerste peiler is het stressbeheer. Stress kan een vriend of een vijand zijn. Stress is een vriend als hij uitdaging geeft en leidt tot initiatief en werkzaamheid. Stress is een vijand als hij leidt tot een belasting die te zwaar is om goed te functioneren. Als vijand kan stress aanleiding geven tot burnout. Menselijk evenwicht rust op voldoende draagkracht voor een bepaalde draaglast. Als de draaglast verhoogt, zal positieve stress de draagkracht doen toenemen zodat de te vervullen taak op evenwichtige wijze wordt uitgevoerd. Het fundament dat evenwicht geeft, is de sociale steun. Wie goed geïntegreerd leeft in de groep en op het thuisfront geen problemen heeft, maakt het meest kans de uitdagingen op correcte wijze in te vullen en uit te voeren. Een goed inschattingsvermogen of een goede perceptie maakt dat draaglast en draagkracht op vlot op elkaar inspelen.
De tweede peiler is de stijl van leiding geven. Je kan in leadership drie types onderkennen: autoritair, democratisch of laissez-faire. Naargelang de situatie zal het ene type leiderschap beter tot resultaat leiden dan het andere. Een leiding gevende functie dient vertrouwen op te bouwen. Zonder vertrouwen keldert elk leiderschap. Als je het vertrouwen hebt, kan je als leider je mensen boven zichzelf laten uitstijgen: zij zijn tot meer in staat dan wat zij dachten aan te kunnen.
De derde peiler bestudeert de teamcohesie. Gedraagt de groep zich goed? Is iedereen aanvaard? Is er geen pestgedrag? Is er een evenwicht binnen de groep?
Jobsatisfactie vormt de vierde steun. Dit heeft te maken met perceptie. Hoe kijkt het individu aan tegen zijn taak en zijn plaats binnen het geheel. Welke motivatie draagt zijn inzet? Is hij of zij alleen op zending omwille van de financiële tegemoetkoming? Als geld de enige motivator is, is er dan geen probleem? Onder welke omstandigheden dienen de militairen hun opdrachten uit te voeren? Is er voldoende comfort om een periode van vier maanden ver van huis op gemotiveerde wijze door te brengen?

Tot slot is er de psychosociale steun als vijfde peiler voor de mentale operationaliteit van de troepen. Deze steun is individueel gericht en is één van de hoofdtaken van de padre op missie. Hier wordt duidelijk dat de functie van RMO en die van padre elkaar aanvullen. De padre staat de militair op zending vooral bij doorheen individuele contact, persoonlijke bemoediging en een luisterend oor zijn. Een missie in het buitenland kan een katalysator betekenen voor een aantal sluimerende problemen bij de militair thuis. Als de huwelijksrelatie niet goed op poten staat, kan een vier maanden durende afwezigheid tot een breuk leiden. Als er moeilijkheden zijn met kinderen, kan de langdurige afwezigheid van de vader of de moeder tot een uitbarsting van het probleem komen. Het belangrijkste in de persoonlijke begeleiding is het beluisteren van mensen zonder te oordelen. Het is een actief gebeuren dat zeer vermoeiend kan zijn voor de hulpverlener. Je dient je empatisch op te stellen, je in te leven in het probleem van de ander. Deze houding kan een eerste stap zijn in het genezingsproces. Als iemand gebukt gaat onder een probleem en hij of zij kan het in vertrouwen uitspreken, dan helpt dit in het verwerkingsproces. Je dient als padre of RMO niet direct een oplossing te vinden. De oplossing van het probleem dient van de persoon in moeilijkheden zelf te komen.

Hier wordt duidelijk dat de functies van RMO en padre complementair zijn. Zij zijn er voor het goed van het individu en het goed van het geheel. Een eenheid functioneert goed als kader en soldaten in vertrouwen op elkaar kunnen rekenen en ook individueel sterk op hun benen staan. De aanwezigheid van een padre en een RMO dragen bij tot het welslagen van een zending.

De aalmoezeniers mochten in Bob Van Meerbeek een aangename en interactieve spreker ontdekken die vanuit zijn ervaringen het belang van de mentale operationaliteit en het belang van de begeleiding van de militairen op zending naar voor bracht. De conferentie droeg bij tot een verder leren kennen van de taak van de psycholoog in complementariteit met die van de padre. De soldaten op missie mogen wel varen bij het goed samenwerken van beide functies!

Enkele gedachten voor het pastoraal werk vanuit het verhaal van de Emmaüsgangers

De psychologische uitleg van Bob Van Meerbeek kreeg een prachtige aanvulling in de meer spiritueel gedragen conferenties van Robrecht Boone. Deze nationale proost van de Boerenbond onderhield de aalmoezeniers en pastorale werk(st)ers vanuit een originele lezing van het verhaal van de Emmaüsgangers (Lc. 24, 13-35).
Het verhaal opent met mensen die samen onderweg zijn. Zij praten over allerlei gebeurtenissen. Het ene thema gaat al wat dieper dan het andere. Mensen hoeven niet altijd gewichtige conversaties te leiden. Ook het dagdagelijkse spreken kan waardevol zijn. Zelfs het meest oppervlakkige gesprek kan voor iemand veel betekenen als hij of zij nood heeft beluisterd te worden.
De leerlingen van Emmaüs gaan weg van Jeruzalem. Zij verlaten de plaats waar Jezus heil heeft gebracht. Zij gaan de verkeerde weg. Hoe dikwijls zie je niet dat mensen in hun zoektocht naar geluk het verkeerde spoor nemen. Wie of wat iemand geluk brengt, is niet altijd duidelijk. Het aanbod vanuit het Evangelie vindt niet altijd een klankbord bij mensen vandaag. Voor velen is Jezus slechts een vage herinnering. Er heerst een zekere blindheid tegenover de gezondene Gods. Vele moderne ogen zijn verhinderd Hem te herkennen.
Toch blijft er een openheid want mensen laten toe dat iemand met hen op tocht gaat. Als pastor, als herder ervaar je dat je het verhaal van mensen mag beluisteren. In hun zoektocht naar geluk en toekomst staan zij open voor een woord van bemoediging en troost. Je dient wel zelf naar mensen toe te gaan. In het verhaal van Emmaüs zien wij ook hoe Jezus de eerste stap zet. God neemt het initiatief. Hij zendt mensen naar mensen. Als pastor krijg je een zending. Je werkt niet in je eigen naam.
De zending van de pastor is er vooral één van luisteren. Ook Jezus geeft hier blijk van. Als Hij in het verhaal van de Emmaüsgangers het verwijt krijgt dat Hij een vreemdeling is, dan verdedigt Hij zich niet. Mensen onderweg mogen hun verhaal vertellen, de herder luistert. Zo mag ook onze houding zijn onder mensen en in het bijzonder in het leger: luisteren naar het leven van mensen, zeker als zij op missie zijn gedurende vele maanden, ver van huis. Je hoeft niet altijd raad te geven of een oplossing aan te reiken. Je hoeft zelfs niet God ter sprake te brengen. Ook al wordt er niet over God gepraat, luisterbereidheid is een goddelijk gebeuren want het is een teken van respect en liefde. De vreemdheid van de pastor heeft alles te maken met de Evangelische waarden waar hij voor staat. Staan deze niet haaks op wat belangrijk wordt geacht in een doorsnee werelds milieu? Rijkdom en macht staan symbool voor een geslaagd leven. Het ‘ik’ wordt sterk gepromoot. Hiertegenover komt het Evangelie wat wereldvreemd over want het spreekt over het loslaten van bezit, macht en het eigen persoontje.
De Emmaüsgangers weten heel goed wat met Jezus gebeurd is. Zij delen ook in de ontgoocheling die zich meester heeft gemaakt van de leerlingen na de dood van Jezus. Ook hierin herkennen wij mensen vandaag. Velen kennen nog de inhoud van het heilsgebeuren maar het weten is niet uitgegroeid tot geloven. Ook is er ontgoocheling te bespeuren wegens de veranderingen in de Kerk. Soms is er zelfs rancune om datgene dat anders is gelopen dan gehoopt. Zo gaat de ontmoeting met de levende God verloren. Als pastor is het belangrijk toch te blijven luisteren en vertrouwen te geven. Alleen zo kunnen wonden helen.
Het verhaal is al over halfweg en dan pas neemt Jezus het woord. Hij geeft geen terechtwijzing maar stelt een diagnose. Hij vult ze aan met een persoonlijk geloofsgetuigenis dat geworteld is in de geloofservaring van de generaties voor Hem. Zijn getuigenis is doorleefd. Het komt vanuit het hart. Het zijn echte verrijzeniswoorden. Als pastor kunnen wij ons laven aan Jezus’ voorbeeld: wat kan er gebeuren voor mensen opdat zij ‘opstanding’ zouden ervaren en de liefde voor het leven terugvinden? Hoe kan het doemdenken waarin zovelen gevangen zitten worden doorbroken? Jezus stelt een diagnose, geeft een getuigenis en verantwoordt het ook. Ook de pastor analyseert, getuigt en verwijst naar wat is vooraf gegaan. Zo kunnen mensen kiezen wat voor hen nodig is om tot geloven te komen of het te voeden. Momenten van ongeloof zijn geen schande: geloof en ongeloof zitten verstrengeld in één en dezelfde mens.
Tegen het einde van de tocht in het Emmaüsverhaal is er vertrouwen gegroeid tussen de leerlingen en de herder. Dit vertrouwen zet zich om in gastvrijheid. De vreemde wordt uitgenodigd. In de Joodse cultuur is het uitnodigen van een vreemde eerder uitzonderlijk. Toch gebeurt het. Geloven wordt een werkwoord. De pastorale inzet werpt vruchten af. Deze ervaring voltrekt zich niet altijd vandaag. Als pastor dien je dikwijls lang op de vruchten van je inzet te wachten. De moderne spiritualiteit is er eerder één van zaaien… zonder daarom aanwezig te zijn bij de oogst. Wie oogst, is niet altijd de zaaier. Het is fundamenteel in Gods handen. Het is zijn werk.
De verrezen Heer komt aanwezig in het sacramentele gebeuren. Bij het breken van het brood herkennen de leerlingen de Verrezene. Hij verdwijnt dan uit het gezicht. Op dat moment herinneren de leerlingen zich het profetische vuur dat in hun hart brandde tijdens zijn spreken. Het eucharistische moment werpt een bevrijdend licht op het leven. De gemeenschap van de volgelingen krijgt vorm: de Kerk wordt geboren waar mensen samenkomen rond de Verrezene. Mensen vinden er elkaar en delen met elkaar wat zij beleven. Hun ogen gaan open bij het breken van het Brood.
Robrecht Boone liet doorheen zijn spreken de padre’s en pastorale medewerk(st)ers delen in een persoonlijk geloofsgetuigenis. De Verrezen Heer vormde er de leidraad in. Hij mengde zich in het samen luisteren, het samen spreken, het samen gemeenschap vormen. In de eucharistie die de dag afsloot, brak Hij voor ons het Brood en wij mochten Hem herkennen. Bemoedigd en met een profetisch vuur in het hart mochten wij ons verder gezonden weten tot mensen, hun verhalen beluisteren, hun ontgoocheling dragen, hen uitnodigen tot een leven van opstanding en weten dat ons spreken de echo mag zijn van het Goddelijke Woord dat al weldoende de wereld rondgaat en geen mens laat verloren gaan.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.