Islam en terrorisme: achtergronden

Islam en terrorisme: achtergronden

In dit artikel verwerkt de auteur de inzichten van Douglas Johnston rond islam en terrorisme.

 

Van den Berge Roger

1/2003

De grote helft van de meer dan 40 conflicten die vandaag in de wereld aan de gang zijn, hebben een islamitisch-godsdienstige achtergrond. De vraag rijst onvermijdelijk: Is de islam dan een oorlogszuchtige godsdienst? Waar liggen de wortels van de gewelddadigheid in de islamwereld?

1. Moslims hebben het gevoel echt belaagd te zijn door het Westen. Zijn het de gevolgen van het westerse kolonialisme en de socio-economische debacles in vele moslimlanden die dat gevoel opwekken? En leidt dit er op zijn beurt toe het Westen (de Verenigde Staten en Israël in het bijzonder) te verdenken een samenzwering op het getouw te zetten om de moslims te verdelgen? Deze ‘mindset’, deze steeds aanwezige achtergrondgedachte of obsessie, bv. bij Osama bin Laden en de Hezbollah, verklaart zonder twijfel één en ander met betrekking tot de negatieve gesteltenissen, ja vaak de haat, ten aanzien van het Westen. Maar kan die mindset ook duidelijk maken hoe men ertoe komt een heilige oorlog te verklaren aan de in de Koran duidelijk beschermde christenen en de joden, ‘volken van het Boek’? Laten we Bin Ladens redenering in zijn ‘Letter to America’, gepubliceerd in de Manchester Guardian, 24 november 2002, even bekijken:

“Onze godsdienst voorziet dat de verdrukten het recht hebben agressief te reageren… Is het rationeel te verantwoorden dat we Amerika, dat ons al een halve eeuw aanvalt, in peis en vrede zouden laten?… Het Amerikaanse volk steunt met zijn belastingen de vliegtuigen die ons in Afghanistan bombarderen, de tanks die onze huizen in Palestina verwoesten, de legers die onze landen in de Arabische Golf bezetten en de vloot die Irak blokkeert… Als we aangevallen worden, hebben we het recht terug te slaan. Als zij onze dorpen en steden verwoesten, dan hebben wij het recht hun dorpen en steden te vernielen. Als zij onze rijkdommen stelen, dan mogen wij hun economie vernietigen. Als zij onze burgers doden, dan mogen ook wij hun burgers vermoorden.” Die taal is bijzonder duidelijk.

2. In de Soennitische islam bestaat een renaissancebeweging die de strijd voert om het hart en de ziel van het moslimgeloof. Deze beweging manifesteert zich in een mozaïek van in elkaar verstrengelde bewegingen of ‘broederschappen’ die samen werken als één enkele moslimbroederschap. Zij wil de pogingen van de oorspronkelijke islam voortzetten, nl. om een wereldwijd moslimrijk te stichten, de ummah. Bin Laden wordt aangezien als de grote leider die de oorspronkelijke geestelijke ervaringen van de islam opnieuw gestalte tracht te geven. 11 september is een bovennatuurlijk evenement, een triomf die je met God verenigt en die het begin is van de ummah.
Samen met de westerse staten moeten de Soennitische moslimstaten die zich aangepast hebben aan de westerse leefwijze, Egypte, Syrië en Algerië, of die Amerikaanse troepen op hun grondgebied hebben toegelaten, zoals Saoedi-Arabië, het speciaal ontgelden.

3. In de 18de eeuw ontstond het Wahhabisme, genaamd naar de moslimgeleerde Muhammad ibn Abdul Wahhab. In zijn moderne vorm is het een conservatieve, strikte versie van de islam, verspreid in Saoedi-Arabië, een hardline en exclusivistische interpretatie van de islam, ook volgens andere moslims. Volgens deze interpretatie missen alle politieke regimes ter wereld de door de islam vereiste wettigheid én is de islam zelf flets en zwak geworden. Daarom proberen Wahhabi’s zowel het geloof als de maatschappij nieuw leven in te blazen. Dit religieus fundamentalisme kan bedreigend zijn, maar aangezien ze hun doelstellingen vooral langs politieke weg trachten te bereiken, is het niet inherent gewelddadig.

4. Zoekende naar de wortels van het islamitisch geweld, belanden we onvermijdelijk bij de heilige geschriften van de islam, de Koran en andere tradities. Zijn zij niet verantwoordelijk voor gewelddadig en bloedig optreden?
Vooreerst moet gezegd – zoals voor de Bijbel, waar joden en christenen uit putten – dat het ook voor de Koran geldt: je kunt er, als je de teksten uit hun context haalt, alle kanten mee uit. Je kunt ermee bewijzen dat de islam een vredelievende godsdienst is, of het tegengestelde: een duidelijke oproep voor een heilige oorlog. Van nature is de islam niet gewelddadiger dan het christendom, dat zowel de Spaanse Inquisitie als Moeder Theresa van Calcutta heeft voortgebracht.

Moslimterroristen zijn gewiekst in het misbruiken van de heilige teksten. Bin Laden, die zichzelf tot religieus specialist uitriep, en zijn collega’s, wettigden hun optreden met citaten uit de Koran en de Hadith, de woorden van Mohammed. Vers 29 van Soera 9 legitimeert volgens hen gewelddadig optreden:

“Vecht tegen diegenen die niet in Allah geloven, noch in de Laatste Dag, noch verbieden wat door Allah en zijn Boodschapper verboden is; vecht tegen de ‘mensen van het boek’ die de ware godsdienst niet erkennen, totdat ze de jizjah (belasting) vrijwillig betalen …”

Een duidelijke opdracht tot strijd tegen de ‘mensen van het boek’, de joden en christenen? Op het eerste zicht wel, en zo gebruikt ook bin Laden de tekst. Maar wie het vers in context plaatst, komt tot tegengestelde bevindingen. Vers 29 roept enkel op te vechten tegen wie weigert, in de context van de nieuw gestichte gemeenschap in Mekka, de jizjah te betalen, d.i. een solidariteitsbijdrage vanwege de niet-moslims om de moslimstaat waarin ze wonen te verdedigen (niet moslims konden namelijk niet verplicht worden de moslim staat te verdedigen; daarom moesten ze ofwel uit vrije wil militaire diensten leveren, ofwel een aangepaste belasting, de jizjah, betalen). Vers 29 is dus helemaal geen universeel geldende oproep tot strijd tegen de ‘ongelovigen’! Maar bin Laden interpreteert dat wél zo…

Een ander door al-Qaeda geliefd koranvers is Soera 4, vers 89: “Dood de vijand waar je hem ook aantreft.” Geïsoleerd lijkt dit vers tot agressiviteit en gewelddadigheid aan te zetten. Wel wordt dan geen rekening gehouden met vers 90: “Als ze je gerust laten en aanbieden met elkaar in vrede te leven, dan laat God niet toe hen schade toe te brengen”!

5. Wat men bijna nooit te horen krijgt is, dat naast de Koran, in de islam ook een belangrijke plaats ingeruimd wordt voor ijtihad, het onafhankelijk redeneren. Deze ijtihad houdt in dat ieder door eigen studie en denken de ware islam kan vinden. Het resultaat van de denktocht kan zeer verschillend zijn, zodat de enen evolueren in de mystieke richting van de Soefi’s en de anderen in die van de militante islamisten.
Van uitzonderlijk belang is het werk van Sayyid Qutb, een Egyptisch geleerde en een van de meest invloedrijke schrijvers van de hedendaagse islam. Zijn radicale interpretatie van de islam heeft een groot impact gehad op de moderne geschiedenis. Zijn boek ‘Mijlpalen’ (Milestones), geschreven in 1964, is de grondslag voor de huidige confrontatie tussen de islam en het westen. Democratie wordt er afgedaan als ‘onvruchtbaar’ en het Westen is in verval geraakt omdat het geen leven-stimulerende waarden heeft. Enkel de islam kan aan het westen de waarden geven die het ontbreekt. De leden van de Egyptische Moslimbroederschap voeden zich gretig aan deze idee. Van Qutb stamt de gewelddadige interpretatie van de term jihad. Oorspronkelijk betekent dit woord het individueel streven van elke moslim om zijn persoonlijke eenheid met God te verwezenlijken. In zijn boek ‘Mijlpalen’ duidt Qutb de term om tot ‘heilige oorlog’, nl. de inspanning om Gods heerschappij over de hele wereld te vestigen, ook al vereist dat geweld. Hier zien we een verglijding van de oorspronkelijke geestelijke betekenis van jihad naar een militant gewelddadige. Met het gevolg dat, zogezegd in naam van de islam, moslimstrijders worden gemobiliseerd om de corrupte westerse en de verdrukkende Arabische regimes te vernietigen.
Het verwondert niet dat Qutb’s werk in de meeste terroristische organisaties van de islam een centrale positie bekleedt.

6. Ten slotte is er het religieuze terrorisme van de Hezbolla, een militante Sjiïetische groep die in het Midden Oosten opereert. In de jaren ’80 maakte hun leider Sjeik Fadlallah gebruik van de spanningen in het door oorlog verscheurd Libanon om een coalitie te vormen van Soennitische en Sjiïetische Libanezen en Palestijnen tegen de ‘gemeenschappelijke vijanden van de islam’, nl. de maronitische christenen, Frankrijk, Israël en de Verenigde Staten. Fadlallah predikte aan zijn volgelingen dat zelfmoordaanslagen het enige effectief antwoord zijn om de islam te verdedigen. Hij promootte de legitimiteit van zelfmoord door het martelaarschap aan te prijzen als een middel om de Messias terug te brengen. Op die manier zou de apocalyps volgens de koran in vervulling gaan. Hij gebruikte het concept van een kosmische oorlog en de nakende komst van de eindtijd om het gebruik van geweld in de strijd van de gelovigen tegen het kwaad te vergoelijken. Zo zorgde hij voor een goddelijk zelfmoordmandaat voor zijn volgelingen.

Het is genoegzaam duidelijk dat met naar de hand gezette koranverzen, met theorieën als die van Qutb en Fadlallah, militante moslims voldoende redenen hebben om gewapend en terroristisch verzet te plegen tegen de gedoodverfde vijand: het Westen. Zo verwondert het ons niet als we, in een kritisch commentaar van de moslimtheoloog Rarid Esack op de gebeurtenissen van 11 september, het volgende lezen: “In de getormenteerde geesten van zelfmoordaanvallers waren zij martelaren die hun leven veil hadden om een groter deel van de mensheid te redden. Voor hen waren de Verenigde Staten de vijand, de geïncarneerde duivel, die chaos en vernietiging zaait over de hele wereld.”

Na het blootleggen van de achtergronden van het terrorisme rest nog de vraag: welke remedie is ertegen? In dit geval lijkt het gemakkelijker oorzaken te achterhalen dan remedies te vinden. En toch gewagen we van twee mogelijkheden om weerwerk te bieden.

Een eerste. Gerespecteerde moslimleiders en –geleerden zouden zich duidelijk kunnen uitspreken tegen het misbruik van koranverzen door de terroristen. Wanneer gematigde mensen niet even luid spreken als de militanten, spreken deze laatste ook voor de gematigden!

Een tweede remedie zou kunnen gevonden worden in een nieuwe redeneerwijze, een nieuw paradigma. Nu zijn er slechts twee paradigma’s waarop moslims hun leven kunnen bouwen: dat van een gemeenschap van verdrukte gelovigen in Mekka, of dat van een gemeenschap die alles onder controle heeft in Medina. Een derde model zou dat kunnen zijn van Abyssinië, een model van samenleving met anderen op basis van gelijkheid. Dit model refereert naar de tijd toen de Profeet een groep van zijn volgelingen vanuit Mekka naar Abyssinië zond om daar te gaan wonen. Ze leefden daar zeer gelukkig en wilden er niet meer weg. En toch deden ze geen enkele poging om van Abyssinië een moslimstaat te maken!

Deze derde weg, die van de culturele coëxistentie en verdraagzaamheid, is noodzakelijk indien de islam zijn weg wil vinden zonder verder bloed te vergieten. Van zijn kant moet het Westen zijn deel bijdragen door het opheffen van de condities die sommigen ertoe leiden hun leven en dat van onschuldige mensen in een zelfmoordaanslag op het spel te zetten. De tijd dringt.

(Naar een toespraak van Douglas Johnston)

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.